3. DE BAARMOEDER ALS SLAGVELD – DE PSYCHOLOGISCHE ERFENIS

DE BAARMOEDER ALS SLAGVELD – DE PSYCHOLOGISCHE ERFENIS

De man vecht niet tegen de vrouw. Hij vecht tegen zijn oorsprong.

Beste lezer,

De liefde die je zoekt, is de baarmoeder die je kwijt bent.
Elke kus, elke religie, elke oorlog — het is allemaal heimwee.
De man wil terug naar zijn moeder, maar zonder haar te hoeven bedanken.

In “De baarmoeder als slagveld” ontrafelen we het psychologische residu van die verdringing.
Van Freud tot femicide: de man als afvallige zoon die de macht van de vrouw probeert te vernietigen, simpelweg omdat hij haar niet kan evenaren.
De moeder is geen symbool van liefde, maar van macht — en dat maakt haar dodelijk in een wereld die door angst regeert.

Wie dit leest zonder ongemak, heeft het niet begrepen.

Met scherpzinnige groet,


Peter Koopman
(Voor wie begrijpt dat elk geloof begint bij een navelstreng.)

(De moeder als God – Deel III)

Er is geen groter taboe dan de haat voor de moeder.
We aanbidden haar, idealiseren haar, beschermen haar — maar diep vanbinnen haten we haar ook, omdat ze de macht had ons te maken. En om dat te doen, moest ze ons loslaten.

De mens begint zijn leven met verlies.
De geboorte is de eerste afwijzing: het moment waarop symbiose eindigt en autonomie begint. Freud noemde het de “primal wound”, Winnicott het “trauma van het afgesneden zijn”.
Alles wat daarna volgt — liefde, macht, seks, religie — is een variatie op dat ene thema: terugverlangen naar de moeder, maar haar nooit meer kunnen bereiken.

De liefde als herhaling van de wond

Elke verliefdheid is regressie met toestemming.
De omhelzing, de geur, het ritme van ademhaling — ze activeren hetzelfde neurofysiologische patroon als de symbiose in de baarmoeder. Oxytocine, serotonine, dopaminetriggers: de chemie van geborgenheid.

Maar met elke versmelting komt ook angst. De angst om opgeslokt te worden.
De mens zoekt nabijheid, maar vreest afhankelijkheid.
En zo wordt liefde een gevecht tussen de drang om terug te keren en de noodzaak om te ontsnappen.

De man projecteert dat conflict op de vrouw.
Hij idealiseert haar — tot godin, moeder, muze — om haar daarna te vernederen, te verlaten of te vernietigen.
Het is geen sadisme, maar paniek: de angst om opnieuw opgelost te worden in dat oergevoel dat hij “liefde” noemt maar wat in feite heimwee is.

De Oedipale machine

Freud begreep het goed, maar hij dacht te klein.
Het Oedipuscomplex gaat niet alleen over de zoon die zijn vader wil doden om de moeder te bezitten.
Het is het verhaal van de mens die de macht van zijn oorsprong wil overnemen — de mens die zelf schepper wil worden.

De moderne maatschappij is één grote Oedipale onderneming.
De wetenschap probeert de natuur te overtreffen, de technologie de biologie te vervangen, en de man de moeder te elimineren door haar te imiteren.
De baarmoeder is niet meer heilig — ze is een laboratoriumprotocol.

Freud zou het “verdringing 2.0” noemen: de technologische herhaling van het oertrauma.
We willen onze moeder niet meer bezitten — we willen haar worden.

De moeder als projectiescherm

De vrouw in onze cultuur is zelden een individu.
Ze is een symbool, een spiegel, een decorstuk voor mannelijke angsten.
In reclame is ze de belofte van genot; in religie de belichaming van zuiverheid; in politiek het morele schild (“moeder des vaderlands”).
En telkens wordt ze gedefinieerd door wat de man niet kan zijn.

De moeder representeert wat hij niet beheerst:

  • het lichaam,
  • de cyclus,
  • de onvoorspelbare natuur,
  • de emotionele intelligentie die niet te rationaliseren valt.

En dus maakt hij haar tot zondebok van zijn eigen onvermogen.
Freud zag in elke hysterica een vrouw die zich verzette tegen de mannelijke orde — een lichaam dat sprak waar de taal haar zweeg.
Vandaag heet dat “borderline”, “hormonaal”, “instabiel” — moderne eufemismen voor dezelfde diagnose: vrouwelijkheid die weigert zich te laten temmen.

De moeder als spiegel van macht

Femicide, seksueel geweld, vrouwenhaat — het zijn geen pathologische uitzonderingen, maar culturele echo’s van het oude trauma.
De man doodt de vrouw niet omdat hij haar haat, maar omdat hij haar macht haat.
De macht om leven te dragen, te kiezen, te verlaten, te onthouden.

Elke moord op een vrouw is symbolisch een poging om de baarmoeder te vernietigen.
Elke verkrachting is een wanhopige imitatie van schepping zonder toestemming.
Elke religie die vrouwelijke autonomie inperkt, is een psychologische verdedigingslinie tegen de herinnering aan afhankelijkheid.

De man vecht niet tegen de vrouw, maar tegen zijn oorsprong.
En zolang hij dat niet inziet, zal hij blijven verliezen.

De neurobiologie van verraad

Neurowetenschap bevestigt wat mythologie al wist:
de mens leeft in constante spanning tussen veiligheid (moeder) en vrijheid (vader).
De hersenen zijn geprogrammeerd om hechting te zoeken, maar ook om grenzen te bewaken.
De amygdala, het limbisch systeem, de prefrontale cortex — het zijn de arena’s van die eeuwige strijd tussen behoefte en autonomie.

Mannen scoren gemiddeld hoger op “novelty seeking” en “risk behavior” — niet omdat ze moediger zijn, maar omdat hun biologie is afgesteld op ontkoppeling.
De vrouw daarentegen is evolutionair ingesteld op behoud, binding en bescherming.
Twee systemen die elkaar nodig hebben en tegelijkertijd niet kunnen verdragen.

De mens is dus het enige dier dat niet alleen van zijn moeder loskomt, maar er ook psychologisch tegen vecht.
En dat maakt hem tot het meest schizofrene organisme op aarde.

Slot: de zoon die zijn moeder vergeet

De moderne man leeft in illusie van autonomie, omringd door machines die hem voeden, informeren en geruststellen — elektronische moeders die nooit klagen, nooit bloeden, nooit sterven.
Hij heeft zijn moeder vervangen door technologie, zijn afhankelijkheid door data.
Maar onder al die pixels en protocollen blijft dezelfde drang sluimeren: terug naar het begin.

De moeder is niet dood. Ze leeft in elk systeem, elk verlangen, elk algoritme dat probeert te begrijpen wat eigenlijk nooit begrepen kan worden.

De mens is niet het godenkind van vooruitgang, maar de weggelopen zoon van een godin die hij verloochend heeft.
Hij leeft in een wereld die hij bouwde om haar te vergeten,
en sterft in een wereld die hij niet begrijpt omdat zij er niet meer in voorkomt.

De baarmoeder is niet enkel het begin van het leven.
Ze is het slagveld van de ziel.

Als er een God bestaat, is het je moeder.
Zij schiep je uit bloed, zweet en ontlasting.
Jij verving haar door een man in een jurk met een boek.
En nu noemen we dat beschaving.

Literatuur en verwijzingen

  • Sigmund Freud (1900–1930) – Totem und TabuDas Unbehagen in der Kultur
  • Carl Jung (1959) – Archetypen und das kollektive Unbewusste
  • Julia Kristeva (1980) – Powers of Horror
  • Erich Fromm (1955) – The Art of Loving
  • Donald Winnicott (1958) – Transitional Objects and Transitional Phenomena
  • Sarah Blaffer Hrdy (1999) – Mother Nature
  • Robert Sapolsky (2017) – Behave
  • Camille Paglia (1990) – Sexual Personae
  • Nancy Friday (1977) – My Mother/My Self
  • Jordan Peterson (1999) – Maps of Meaning
  • Desmond Morris (1967) – The Naked Ape

Ook interessant voor jou!