Zin, Seks & God: Over het tragikomische streven naar orde in een onverschillig universum

Toeval, God en Geilheid – eindelijk ontrafeld (of juist niet?)

Beste denker-in-ontsnapping,

Soms bots je op een tekst waarvan je denkt: “Had ik dit écht willen lezen?” – en zodra je halverwege bent: “Waarom lees ik dit eigenlijk met zo’n genot?”

Ik presenteer u met gepaste schaamte én trots:
“Noodlot, God’s Wil of Toeval – Seks, Zin en Systeem 1 versus 2”
Een essay dat ongemakkelijk snijdt waar het pijn doet – en waar het je misschien wel net iets té bekend voorkomt.

Wat krijg je?
– Een frontale dissectie van de illusie van controle
– Seks uitgebeend tot stimulus-respons (m/v verschillen inbegrepen)
– Een ode aan de menselijke neiging om zin te maken, zelfs als die er niet is
– En een verdacht accurate beschrijving van jouw brein als betekeniszoekend zoogdier dat toevallig ooit op zondag naar catechisatie ging of op Tinder terechtkwam

Lees het.
Niet omdat het moet – maar omdat je diep vanbinnen wéét dat ook jij ooit “Ik heb geen zin” hebt gedacht. En dat er toen iemand zei: “Dan máák je maar zin.”
Welnu. Dit essay maakt zin. Of breekt hem af. Of allebei.

Durf je het aan?
Klik. Lees. Grom. Glimlach. Denk.

 Scrol door om het essay te lezen.
(Als je per ongeluk op ‘delete’ klikt, is dat toeval. Of Gods wil. Of gewoon Systeem 1.)

Met knipoog en mes in de hand,
Peter Koopman

Gediplomeerd hersenkrabber

22 mei. 2025

Tel.: 06 8135 8861

I. Inleiding: De mens als betekenisjunkie

De mens is geen rationeel wezen. Hij is een narratief beest. Een angstig, kwetsbaar organisme dat permanent op zoek is naar orde in een chaotisch universum. Hij fabriceert verhalen, goochelt met symbolen, duwt causale pijlen in alle richtingen en noemt dat dan “zin“. Zonder betekenis stort hij in. De dood is niet het probleem. Zinloosheid wel. En dus plakt hij God, Karma, Liefde of Lot als geruststellende etiketten op een werkelijkheid die hem koud laat.

Zodra chaos lonkt, grijpt de mens naar verklaringen. Of dat nu in de vorm is van religie, wetenschap, samenzweringstheorie of zelfhulp – allemaal verschillende smaken van hetzelfde controle-fetisjisme. In diezelfde logica ontstaan ook de scripts rondom seksualiteit, herinnering en wilskracht. Het is een hopeloze poging om grip te krijgen op driften die zich niets aantrekken van moraal of logica.

In dit essay ontrafelen we dit streven. We zetten het scalpel in de illusies die we zorgvuldig koesteren: dat we weten wat we willen, dat we kiezen wie we zijn, en dat onze begeerte betekenisvol is. We eindigen daar waar het begint: bij de erkenning dat controle een troostrijke illusie is, en betekenis een projectie op een leeg doek.

II. God, Noodlot of Toeval: het verlangen naar een plan

Toeval is de ultieme horror van het menselijk brein. Het idee dat dingen “gewoon gebeuren” zonder diepere reden, zonder regie, zonder schuldige, is ondraaglijk. En dus maken we plannen – of liever: we verzinnen ze achteraf. De mens lijdt niet aan gebeurtenissen, maar aan het idee dat ze willekeurig zijn.

Religie biedt soelaas. God als Grote Regisseur, het Lot als script, karma als ethische balansrekening. Alles is ergens goed voor. Maar achter deze systemen schuilt één psychologische functie: angstreductie. Zoals Pascal Boyer stelt: religie is geen mystieke ervaring, maar een cognitieve hack. Een evolutionaire adaptatie om onzekerheid te managen.

Angstregulering via verhaalvorming

De mens is een storytelling ape. Narratieven over lot, goddelijke wil of toeval zijn cognitieve kunstgrepen om angst voor onzekerheid te reduceren. Of in meer evolutionaire termen: manieren om chaos te domesticeren.

·            Noodlot (denk aan de Griekse Moirae) is het ultieme script: onontkoombaar. Je hoeft niets te kiezen — zalvend voor keuzestress.

·            God’s wil voegt daar morele ordening aan toe: je lijden heeft zin (Theodicee). Het is geen pech, het is een test. (Hallo, religieuze gehoorzaamheid.)

·            Toeval is de enige optie die werkelijk oncomfortabel is. Het vereist acceptatie van eenchaotisch, onverschillig universum. Een koude kosmos waarin je lijden géén betekenis heeft. Geen hogere macht, alleen domme pech of geluk.

Kernpunt: Mensen kiezen noodlot of God boven toeval, want het eerste geeft controle-illusie: “Er is een plan.” Zelfs als jij het lijdend voorwerp bent.

 Cognitieve gereedschappen zoals patroonherkenning en intentionaliteitsdetectie (Hyperactive Agency Detection Device — HADD) zijn geëvolueerd om juist dat te doen: overal bedoelingen zien — ook als ze er niet zijn. (Guthrie, 1993; Barrett, 2004)

Toeval is evolutionair verdacht. Als het gras ritselt, is het veiliger om een roofdier te vermoeden dan de wind. False positives overleven langer. En dus worden we geboren met een hypersensitiviteit voor patronen – ook als ze er niet zijn. Zoals Taleb snedig opmerkt: “We are blind to randomness.”

III. De herinneringsmachine: wie zijn wij zonder narratief?

William James merkte al op: we zijn ons geheugen. Maar geheugen is geen opnamemedium; het is een constructie. Elke herinnering is een hervertelling. Daniel Schacter spreekt van “The Seven Sins of Memory”, met vervorming, bias en suggestie als centrale zondes. Maar die zondes zijn geen bugs – ze zijn features. Ze helpen ons de toekomst te voorspellen.

William James & De Herinneringsmachine

“We are nothing but a bundle of habits.” — James

Herinneringen zijn geen passieve archieven. Ze zijn constructiefadaptief en manipulatief. De hippocampus reconstrueert — hij speelt geen film af, hij herschept de ervaring met elke oproeping.

Herinneringen zijn dus geen neutrale opslag, maar voorspellingsmachines. Ze geven vorm aan verwachtingen en gedrag. We zijn dan inderdaad een organisme dat:

1.     Zintuiglijke informatie comprimeert in verteerbare verhalen (met een bias voor emotioneel beladen ervaringen).

2.     Deze verhalen gebruikt om de toekomst te simuleren.

→ In die zin zijn we geen herinneringsverzamelaars, maar simulatie-apparaten die overleven door anticipatie.

Herinnering is narratief. We plakken losse scènes aan elkaar tot een plausibel zelfbeeld. Lisa Feldman Barrett stelt dat zelfs emoties niet kant-en-klaar bestaan, maar door het brein geconstrueerd worden op basis van eerdere ervaringen. Het zelf is geen gegeven, maar een continu bijgewerkt model – meer spreadsheet dan ziel.

De mens simuleert. En in die simulatie ontstaat zin. Niet als objectieve waarheid, maar als bruikbare fictie. We geloven onszelf omdat het alternatief – chaos – ondraaglijk is.

IV. Seks: de biologische software onder een cultureel script

Seks is allesbehalve zinvol. Het is mechaniek, geur, reflex. Maar dat past niet bij onze narratieve aard. En dus gooien we er scripts overheen: liefde, romantiek, verlangen, trouw. Achter het decor echter schuilt pure drang.

Mannen reageren veelal via systeem 1: snel, impulsief, contextarm. Seksuele prikkels werken direct. Vrouwen, daarentegen, neigen vaker naar systeem 2: contextgevoelig, afwegend, vertraagd. Meredith Chivers’ onderzoek naar vrouwelijke opwinding toont dat vrouwen fysiologisch reageren op allerlei seksuele beelden, maar dat hun subjectieve beleving vaak uitblijft. De interpretatie komt later – en soms nooit.

Systeem 1 (seksueel) bij mannen vs. Systeem 2 bij vrouwen?

• Systeem 1: snel, automatisch, associatief, emotioneel, weinig inspanning.

• Systeem 2: langzaam, rationeel, gecontroleerd, reflectief.

In de context van seksuele opwinding:

• Bij mannen is seksuele respons vaak sneller, visueel en minder context-afhankelijk. Een vorm van fast-and-frictionless reward seeking.

• Bij vrouwen is opwinding complexer, contextgevoeliger, relationeler en meer gebonden aan psychologische factoren (Esther Perel, Meredith Chivers e.a.).

Meredith Chivers: vrouwen rapporterend verlangen correleert matig met fysiologische opwinding; bij mannen ligt die correlatie veel hoger.

→ Dus ja, vrouwen “hebben daar geen zin in” omdat zin bij hen contextueel gebouwd wordt — met systeem 2 aan het stuur. Bij mannen is het vaker “zien = zin”, een Systeem 1-reactie op prikkels.

En dan: “Ik heb geen zin.” “Dan maak je maar zin.” Wat is zin? Zin is geen spontane eruptie, maar vaak een neurochemisch voortraject. Dopamine werkt niet bij bevrediging, maar bij verwachting. Zin kun je dus opwekken. Voorspellen. Simuleren.

“Dan máák je maar zin” — maar wat is zin eigenlijk?

Zin is betekenisvolle motivatie. Het is geen objectieve entiteit, maar een subjectieve interpretatie van prikkels als waardevol en nastrevenswaardig. Zin ontstaat wanneer:

1.          Een actie gevoelsmatig als nuttig of prettig wordt gezien;

2.          De verwachte uitkomst belonend is (dopamine-systeem);

3.          De context een positieve voorspelling toelaat.

Zin kun je “maken” door:

·            De verwachting van beloning te stimuleren (bv. fantasie, herinnering, doelstelling);

·            De context te beïnvloeden (veiligheid, spanning, novelty);

·            De beloningsprikkel te primen (bv. aanraking, geur, muziek — of gewoon de goede timing).

Dus: “Maak maar zin” betekent in feite: “Activeer je interne beloningsvoorspeller op dit scenario.” Maar je moet het wel willen geloven.

Seksualiteit is ook een onderhandelingsplatform. Wie initiatief neemt, wie toegeeft, wie zin maakt of weigert, speelt een sociaal spel. Niet zelden gestuurd door evolutionaire belangen: veiligheid, status, reproductieve waarde. De rest is toneel.

V. Zin: het brein als betekenisfabriek

Zin is de valuta van het bewustzijn. Zonder betekenis geen motivatie. Viktor Frankl schreef dat wie een “waarom” heeft, elk “hoe” kan verdragen. Maar hij vergat erbij te zeggen dat het waarom meestal verzonnen is.

De hersenen creëren betekenis zoals de maag honger verwerkt: automatisch. Cognitieve consistentie is het ideaal. Daarom rationaliseren we keuzes, verklaren we gedrag achteraf, en zoeken we patronen in willekeur. Ook in seks, trauma, succes en falen.

Zin is dus niet iets dat je vindt. Het is iets dat je maakt. Zoals een toneelspeler zich inleeft in een rol, zo maakt het brein van willekeurige prikkels een coherent script. Zin maken is een vorm van zelfbedrog – maar wel eentje die werkt.

VI. Controle: het grootste placebo van allemaal

De illusie van controle is misschien wel de meest waardevolle leugen die het brein produceert. Studies van Ellen Langer tonen dat mensen beter presteren en minder stress ervaren als ze denken invloed te hebben – zelfs als dat aantoonbaar onjuist is.

Wie denkt dat hij de toekomst in de hand heeft, plant, droomt, neemt initiatief. Wie beseft dat hij speelbal is van genen, omgeving en toeval, vervalt in passiviteit of fatalisme. De evolutie koos dus niet voor waarheid, maar voor bruikbaarheid.

En dus geloven we in vrije wil. In persoonlijke groei. In het najagen van doelen. Niet omdat het klopt, maar omdat het ons op de been houdt.

VII. Epiloog: leven met de leugen – en erom kunnen lachen

Misschien is de ware wijsheid niet het afzweren van deze illusies, maar het doorzien en toch gebruiken ervan. Zoals een acteur weet dat hij speelt, maar toch opgaat in de rol. Zin, seks, herinnering, geloof – het zijn allemaal gereedschappen om chaos leefbaar te maken.

Wie het noodlot omarmt, herinnert zich dat toeval geen vijand is. Wie zin maakt, weet dat hij aan het weven is. Wie seks bedrijft, weet dat hij ook een script afloopt. En wie in God gelooft, mag dat gerust doen – zolang hij beseft dat hij zelf het verhaal schrijft.

Welkom in het theater van de mens. Geen regisseur. Geen script. Maar wel applaus als je je rol overtuigend speelt.


Literatuur & Referenties

  • Daniel Kahneman – Thinking, Fast and Slow
  • William James – The Principles of Psychology
  • Lisa Feldman Barrett – How Emotions Are Made
  • Pascal Boyer – Religion Explained
  • Nassim Nicholas Taleb – Fooled by Randomness
  • Meredith Chivers – Diverse publicaties over seksuele opwinding
  • Viktor Frankl – Man’s Search for Meaning
  • Daniel Schacter – The Seven Sins of Memory
  • Robert Sapolsky – Behave
  • David Eagleman – Incognito
  • Ellen Langer – Onderzoek naar de illusie van controle

Ook interessant voor jou!