Schoonheid: jouw smaak is minder uniek dan je denkt
Beste lezer,
Denk jij dat je een eigen smaak hebt? Dat jij, en jij alleen, kunt bepalen wat mooi is? Think again. Je smaak is een algoritme dat 3 miljoen jaar geleden is geschreven door een stel apen die vooral probeerden te overleven — en seks te hebben.
In mijn nieuwste essay Wat is Schoonheid? leg ik uit waarom jouw voorkeur voor sixpacks, designerhandtassen of avocado toast niets te maken heeft met verfijnde esthetiek, maar alles met biologie, gewoonte en een vleugje kuddegedrag.
Ik heb het over Plato, Hume, Sapolsky en Miller — maar ook over fitnesscentra vol mensen die zichzelf martelen om een “ideaal” na te jagen dat net zo flexibel is als een yogaleraar met ADHD. En ja, ik heb het ook over jou.
Met een knipoog,
Peter Koopman
P.S. Geen zorgen, het is niet allemaal cynisme. Er zit ook een beetje hoop in. Een beetje.
Wat is Schoonheid?
Een kritische en licht cynische dissectie van onze collectieve obsessie
Inleiding – De Tirannie van het Schone
We doen er werkelijk alles aan. We rennen onszelf kapot in fitnesscentra, laten ons uithongeren of spuiten ons vol met GLP-1-analogen als Ozempic. We laten ons opensnijden, vullen, gladstrijken, laseren en in nieuwe vormen persen om een ideaalbeeld te benaderen dat waarschijnlijk nooit bereikt wordt. We trekken kleding aan die meer over onze sociale status zegt dan over onze smaak, en we bedekken of beschilderen onze huid met symbolen en patronen om “authentiek” te lijken. Alles om de blik van de ander te vangen — aandacht is de nieuwe valuta.
En toch blijven we achter met dezelfde vraag: wat ís schoonheid eigenlijk? Een goddelijke eigenschap? Een evolutionair trucje? Een sociaal construct? Of gewoon een handig middel om seks, status of bevestiging te scoren?
Laten we erdoorheen hakken met een filosofisch-wetenschappelijk scalpel, met hulp van Plato, Hume, Darwin, Geoffrey Miller, Sapolsky, Zajonc, en Ernest Becker. We duiden schoonheid als biologisch signaal, cultureel narratief, neuropsychologisch fenomeen en existentiële projectie.
1. Plato: Schoonheid als Wegwijzer naar het Eeuwige
Plato, de filosoof van de eeuwige Vormen, zag schoonheid als een afspiegeling van een hogere, onveranderlijke Idee. In de Symposium beschrijft hij de beroemde “ladder van Eros”: we beginnen met het begeren van een mooi lichaam, stijgen op naar liefde voor alle mooie lichamen, dan voor mooie zielen, en uiteindelijk voor de Idee van het Schone zelf — een transcendente, eeuwige waarheid.
“He who has been instructed thus far in the things of love… at last will suddenly perceive a nature of wondrous beauty… not growing and decaying, but absolute, simple and everlasting.” – Symposium
Het klinkt mooi en verheven: schoonheid is niet louter genot, maar een opstapje naar wijsheid. Maar laten we eerlijk zijn: de meeste Instagram-posts zijn niet ontworpen om de ziel naar hogere kennis te tillen. Plato’s opvatting is prachtig als contemplatieve oefening, maar praktisch gezien zijn onze schoonheidsnormen een stuk platter en aardser.
2. Hume: Schoonheid is Subjectief, Maar Niet Willekeurig
David Hume was realistischer:
“Beauty is no quality in things themselves. It exists merely in the mind which contemplates them.” – Of the Standard of Taste
Schoonheid is dus geen objectieve eigenschap van een ding — het zit in ons oordeel. Maar Hume probeert wel een soort standaard van smaak te vinden: het oordeel van de geoefende, onbevooroordeelde waarnemer. Met andere woorden: smaak is subjectief, maar kan wel verfijnd worden door ervaring en oefening.
In onze tijd zouden we kunnen zeggen: Hume’s geoefende waarnemer is vervangen door het algoritme van TikTok — dat je smaak “traint” door je te blijven voeden met wat je al een beetje leuk vond, totdat je er meer van wilt. Een beetje griezelig, want zo ontstaat een cultuur van hypergestuurde voorkeuren die ons nog verder in de esthetische tredmolen duwt.
3. Darwin, Miller en de Biologie van Verleiding
Charles Darwin introduceerde het concept van seksuele selectie: sommige eigenschappen worden niet geselecteerd omdat ze helpen overleven, maar omdat ze aantrekkelijk zijn voor een partner. De pauwenstaart is hét voorbeeld: biologisch inefficiënt, maar extreem effectief in de paringsdans.
Geoffrey Miller neemt dit verder in The Mating Mind: kunst, humor, creativiteit en fysieke schoonheid zijn “fitness indicators” — signalen dat je gezonde genen hebt, intelligent bent, en een goede partner zou zijn. Volgens Miller is veel van wat wij “culturele prestatie” noemen eigenlijk seksuele marketing.
Cynisch? Misschien. Maar het verklaart waarom we niet alleen gezond en fit willen zijn, maar er vooral gezond en fit willen uitzien — zichtbaar, deelbaar en likes-waardig. Schoonheid wordt dan een sociaal signaal, niet een intrinsiek goed.
4. Sapolsky en de Neurowetenschap van Aantrekkelijkheid
Robert Sapolsky wijst ons op de neurobiologie van beloning: schoonheid triggert dopaminerge circuits, activeert de nucleus accumbens, geeft een “approach” signaal. We worden er letterlijk door getrokken.
Sapolsky legt uit dat dit niet alleen gaat over biologie, maar ook over context: wat we aantrekkelijk vinden, wordt mede bepaald door sociale conditionering en vroege ervaringen. Schoonheid is dus deels aangeboren (gezondheids- en symmetriesignalen) en deels aangeleerd (mode, cultuur, rolmodellen).
Het wrange: dit betekent dat ons schoonheidsgevoel voor een deel door externe krachten wordt “gehackt”. Reclame en social media programmeren ons om verlangens te hebben die voor de markt optimaal zijn.
5. De Contextuele Plasticiteit van Smaak
Hier komt jouw cruciale observatie: smaak is aanpasbaar. Kom je in een nieuwe cultuur, dan verschuift je oordeel over schoonheid langzaam.
De psychologie kent dit als het Mere Exposure Effect (Zajonc): herhaalde blootstelling aan een stimulus verhoogt de waardering ervoor, ook als je het aanvankelijk vreemd of lelijk vond.
- Eten: wat je eerst onsmakelijk vond, wordt na enkele weken “comfort food”.
- Lichaamsidealen: in culturen met voedseltekort worden vollere lichamen geassocieerd met rijkdom en vruchtbaarheid; in overvloedsculturen wordt slankheid aantrekkelijk.
- Mode: wat vandaag “out” is, is over vijf jaar retro-cool.
Biologisch is dit logisch: je brein herschrijft je voorkeuren zodat je optimaal “past” binnen je omgeving. Het is een overlevingsstrategie: sociale acceptatie verhoogt fitness.
Cynische conclusie: je smaak is geen unieke signatuur van je ziel — het is een adaptief algoritme dat voortdurend geüpdatet wordt om je competitief te houden.
6. Becker en de Existentiële Dimensie
Ernest Becker zou zeggen: onze jacht naar schoonheid is uiteindelijk een poging de dood te slim af te zijn. In The Denial of Death stelt hij dat mensen “immortality projects” creëren: manieren om symbolisch te overleven.
Schoonheid, status en perfectie worden zo manieren om relevant te blijven in een sterfelijke wereld. De cosmetische chirurgie, de eeuwige jeugd-industrie, het Instagram-filter — ze zijn allemaal pogingen om te zeggen: “Ik ben hier, ik tel mee, ik verouder niet, ik verdwijn niet.”
Dat verklaart waarom schoonheid zo emotioneel geladen is. Het gaat niet alleen om leuk gevonden worden — het gaat om je symbolische overleving.
7. Synthese: Schoonheid als Signaal, Verhaal en Troost
Als we al deze lagen combineren, krijgen we een gelaagd beeld:
- Plato: schoonheid als wegwijzer naar het hogere.
- Hume: schoonheid als oordeel, te trainen en te verfijnen.
- Darwin/Miller: schoonheid als seksueel signaal, genetische advertentie.
- Sapolsky: schoonheid als neurobiologisch beloningsmechanisme.
- Zajonc: schoonheid als contextueel programmeerbare voorkeur.
- Becker: schoonheid als existentiële projectie tegen de dood.
Het resultaat: schoonheid is tegelijk signaal, ervaring, sociale valuta en psychologisch houvast.
Slotbeschouwing – Praktische Reflectie (Met Glimlach)
Wat moeten we hiermee?
- Word bewust van de firmware in je hoofd: je smaak is deels aangeboren, deels ingeprogrammeerd.
- Gebruik Hume’s advies: train je oordeel. Niet om elitair te worden, maar om minder manipuleerbaar te zijn.
- Bevraag je motieven: is je streven naar schoonheid voor jezelf, voor een partner, voor status, of om je sterfelijkheid te ontkennen?
- Speel met schoonheid: neem het serieus genoeg om ervan te genieten, maar niet zo serieus dat je erdoor gegijzeld wordt.
Of, in cynische kortheid: schoonheid is een spel dat de natuur en de cultuur met je spelen. Je kunt meedoen, maar zorg dat je de regels doorziet — anders word je zelf het speelstuk.
Literatuurlijst (selectie)
- Plato – Symposium, Phaedrus
- Hume, D. – Of the Standard of Taste
- Darwin, C. – The Descent of Man, and Selection in Relation to Sex
- Miller, G. – The Mating Mind
- Sapolsky, R. – Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst
- Zajonc, R. B. (1968). Attitudinal Effects of Mere Exposure. Journal of Personality and Social Psychology
- Becker, E. – The Denial of Death