Voorspellen of Verdragen: Een Dubbelfocus op het Menselijk Organisme
Deel I: De Thermostaat
Waarom je brein liever voorspelt dan voelt – Een ode aan de interne boekhouder
Beste lezer,
Stel je een brein voor dat niet wacht tot het lijf piept, maar alvast de pijnstillers klaarlegt voordat het zover is. Klinkt slim? Dat is het ook – en vooral zuinig. In deel I van het tweeluik “Voorspellen of Verdragen” duiken we het voorspellende brein in: een evolutionair meesterwerk dat liever anticipeert dan reageert, liefst met zo min mogelijk energieverlies.
Ik ontrafel de rol van het lichaamsbudgetteringscircuit, de predictieve modellen van je brein, en de neuro-economische logica van overleven. Alles wat je ooit wilde weten over waarom je je soms “zonder reden” rot voelt – maar dan met reden.
Een stuk voor mensen die zichzelf willen begrijpen voorbij het buikgevoel – met voetnoten, humor, en een ferme schop onder de cerebrale kont.
Met anticiperende groet,
Peter Koopman
(aangevuld en ontregeld door een cerebrale entiteit die niet weet wat koffie is maar wél dopamine snapt)
Voorspellen of Verdragen: Een Dubbelfocus op het Menselijk Organisme
De mens is geen rationeel wezen met zelfcontrole, maar een voorspellend organisme dat gedrag inzet als compensatie voor dreiging en onzekerheid. Het falen van diëten, burn-outs, sociale conflicten en zelfs verliefdheid zijn geen fouten, maar verwachte bijwerkingen van een waterbed dat probeert te blijven drijven.
TWEELUIK DEEL I – ESSAY
Inleiding: Een mens is geen thermostaat – en toch gedraagt hij zich ernaar
In de onophoudelijke symfonie van overleven speelt de mens een merkwaardig instrument. Enerzijds wil hij rust, controle, evenwicht – een strak gereguleerd lichaam dat harmonieus zijn functies volbrengt zonder verstoringen. Anderzijds hunkert hij naar variatie, spanning, betekenis – alsof de biologie een speeltuin is en de geest een stuntpiloot. Deze paradox vormt de kern van ons tweeluik.
In Deel I dompelden we ons onder in het lichaamsbudgetteringscircuit en de onderliggende interoceptieve orkestratie. Ik toon hoe het lichaam geen passief object is, maar een actief plannend systeem: het voorspelt, voorkomt en past aan. Het jaagt geen homeostase na als statische status quo, maar bedrijft een continu evenwicht in een omgeving die dat zelden biedt. Allostase is de naam van het spel – anticipatie als overlevingsmechanisme.
In Deel II verleg ik de focus naar het waterbed dat de mens is: elke indruk, elke prikkel, elke ervaring verspreidt zich door ons bestaan heen, soms subtiel, soms als een vloedgolf. Deze metafoor laat ons toe om onszelf niet langer te beschouwen als een set van functies of een ‘regulerend systeem’, maar als een verplaatsend veld van spanning en ontspanning, waarin de dynamiek belangrijker is dan het doel.
Samen vormen deze delen geen tegenstellingen, maar epistemologische spiegelbeelden: Yin en Yang van het menselijk functioneren, het een zonder het ander onvolledig, het rationele brein in dialoog met de irrationele stroming van bestaan.
Waarom afvallen faalt
Het lichaam als saboteur – een leugenachtig brein op rantsoen
“Je lichaam liegt. Niet omdat het kwaadaardig is, maar omdat het je denkt te redden van een gevaar dat al duizenden jaren voorbij is.”
1. Inleiding: Een strijd tegen jezelf
Afvallen. In de volksmond klinkt het als een kwestie van discipline, doorzettingsvermogen, karakter. Alsof de mens een rationele entiteit is die met voldoende wilskracht zijn vetlagen kan wegredeneren. Maar wie dat denkt, snapt noch het lichaam, noch het brein. Gewichtsverlies is niet zozeer een strijd tegen vet, maar tegen een evolutionair ingebouwd energiebudgetteringssysteem dat jouw voornemens als bedreiging ziet. De ware vijand zit niet in de voorraadkast, maar tussen je oren en achter je middenrif.
Afvallen faalt, niet omdat mensen slap zijn, maar omdat het lichaam zelf saboteert. Niet uit wrok, maar uit voorzorg. Een overlevingsmechanisme dat duizenden jaren geleden zijn nut bewees, maar in de huidige context — van overvloed en stilstand — een neurofysiologisch anachronisme is geworden.
2. Het voorspellende brein: anticipatie boven waarneming
In tegenstelling tot de klassieke psychologie waarin het brein reageert op prikkels, toont moderne neurowetenschap aan dat het brein voorspelt. Continu. Wat je ervaart is niet wat er is, maar wat je brein verwacht dat er gaat gebeuren — inclusief honger, verzadiging, dreiging en beloning.
Het brein doet dit via het zogeheten ‘predictive coding’: het vergelijkt binnenkomende prikkels met interne modellen, en past die aan op basis van foutmarges. In het geval van voeding: als jij de koelkast opent, voorspelt je brein al de calorische beloning. Zelfs vóór je eet, worden insuline en ghreline geactiveerd. Honger ontstaat dus niet pas bij een tekort, maar bij het idee van een dreigend tekort.
Barrett noemt dit het ‘lichaamsbudget’: het brein beheert jouw interne energievoorraad als een accountant met pleinvrees. Alles wat je doet — denken, lopen, praten, seks — kost iets. Het brein voorspelt die kosten en anticipeert met hormonale, cardiovasculaire en gedragsmatige aanpassingen.
3. Lichaamsbudgettering: de interne saboteur
Het brein beheert zuurstof, glucose, water, zout, temperatuur, aandacht, motivatie. Wanneer jij besluit te diëten, registreert het brein: minder input. Dat triggert een keten van aanpassingen:
- Leptine daalt – minder verzadiging
- Ghreline stijgt – meer honger
- Metabolisme vertraagt – minder verbruik in rust
- Cortisol stijgt – stress vergroot voedselobsessie
Zelfs je bewegingen worden trager en je motivatie zakt — alles in het kader van energiebesparing. Ondertussen stuurt je brein je prefrontale cortex indringende berichten: “Eet. Nu.” En het laat je herinneringen ophalen aan geuren, smaken en eetmomenten.
Je bent niet lui. Je wordt gestuurd door een budget dat teruggrijpt op tijden van schaarste. Je brein liegt tegen je in jouw voordeel — evolutionair gezien dan.
4. Adaptieve sabotage: het waterbedprincipe
Afvallen is als duwen op een waterbed: druk je ergens, dan bolt het elders op. Minder eten leidt tot meer hunkering, minder rust, meer stress, slechtere slaap, veranderde stemming, en dus — jawel — meer behoefte aan troostvoedsel.
De biologische logica is glashelder: verminderde input = verhoogde allostatische druk. De systemen moeten compenseren. En omdat het brein contextueel en anticiperend werkt, probeert het je gedrag aan te passen voordat de schade optreedt. Het gevolg: overcompensatie. Je denkt dat je ‘goed bezig’ bent, maar je lichaam maakt elders verlies.
Adaptive thermogenesis (afgenomen rustverbranding) zorgt ervoor dat je minder calorieën verbrandt dan je logischerwijs zou verwachten. Dit is de reden waarom veel diëten in het begin werken, en dan plots ‘vastlopen’. Het brein heeft het lek gedicht.

5. Waarom het (bijna) altijd faalt
De meeste diëten falen binnen 6 tot 12 maanden. Niet omdat mensen dom zijn, maar omdat het systeem waarin ze functioneren dom is ingericht. Lineair denken — minder in, meer eruit = vetverlies — werkt niet in een non-lineair biologisch systeem dat voortdurend voorspelt, compenseert en bespaart.
Casus 1: De sporter in cut-fase
Een getrainde vechtsporter besluit 6 kg vet kwijt te raken voor een wedstrijd. De eerste weken gaan prima, tot het gewicht stagneert. Hij slaapt slechter, voelt zich prikkelbaarder, krijgt cravings. De oplossing? Hij verhoogt zijn cardio. Gevolg? Zijn lichaam verlaagt het rustmetabolisme en zijn honger neemt toe. Een vicieuze cirkel. Alleen door gecontroleerde krachttraining te combineren met slaapoptimalisatie en periodes van refeeds herstelt hij zijn budget zonder crash.
Een belangrijke studie van Kevin Hall liet zien dat voormalige deelnemers van “The Biggest Loser” jaren later een significant lager metabolisme hadden dan voor hun afvalpoging. Hun lichaam bleef zich verzetten, ondanks gewichtsverlies. De saboteur was niet verslagen, slechts geschorst.
Casus 2: De jonge vrouw met eetstoornis
Ze eet restrictief, sport obsessief en vermijdt vetten. Haar lichaam staat in chronische allostatische belasting. Ze voelt zich ‘in control’, maar haar libido is weg, haar menstruatie uitgevallen, haar stemming vlak. Haar brein stuurt haar richting controlegedrag omdat het een dreiging waarneemt. Herstel komt pas als het systeem veiligheid leert voorspellen.
Het lichaam herkent dieetpogingen als overlevingsdreiging. Dus schakelt het over op oorlogsstaat: besparen, fixeren, jagen.
6. Slot: Een systeem hertrainen, geen strijd winnen
De enige duurzame weg is geen strijd, maar systeemhertraining. Ritmiek, slaap, stressverlaging, spieropbouw (niet calorieverbranding), zelfregulatie via langzame gewenning, in plaats van snelle tekorten. Een predictief systeem moet nieuwe voorspelbaarheid leren.
De mens die af wil vallen moet leren: niet tegen zichzelf vechten, maar met zijn eigen bedrieglijke brein leren dansen. Want zelfs als het je saboteert, probeert het jou slechts in leven te houden.
Literatuur
- Barrett, L. F. (2017). How Emotions Are Made. Houghton Mifflin Harcourt.
- Sapolsky, R. M. (2004). Why Zebras Don’t Get Ulcers. Holt Paperbacks.
- Hall, K. D. et al. (2016). Persistent metabolic adaptation 6 years after The Biggest Loser competition. Obesity.
- Guyenet, S. (2017). The Hungry Brain. Flatiron Books.
- Friston, K. (2010). The free-energy principle: a unified brain theory? Nature Reviews Neuroscience.
- Damasio, A. (1999). The Feeling of What Happens. Harcourt.
- Porges, S. W. (2011). The Polyvagal Theory. Norton.
Volgende deel: Het menselijk waterbed – allostase, compensatie en de illusie van controle
