Waarschuwing: dit essay kan je smaak verpesten
Beste vrijdenker (of wannabe),
Denk jij nog steeds dat jouw smaak jouw smaak is? Dat je “authentiek” bent omdat je IPA drinkt, naar kunst kijkt en een voorkeur hebt voor mensen met een “natuurlijk uiterlijk”?
Sorry dat ik je zondag verpest, maar je bent gewoon een algoritme op poten — getraind door evolutie en cultuur, en net zo origineel als een Ikea-kast.
In mijn nieuwe essay Wat is Schoonheid? – De Ongefilterde Versie, fileer ik het idee van “persoonlijke voorkeur” en laat ik zien hoe je brein elke dag ongevraagd je smaak herprogrammeert. Of je nu wil of niet.
We praten over Plato, Hume en Darwin, maar ook over jouw genen die schreeuwen: Kies! Plant je voort! En doe het snel!
Verwacht geen feelgoodverhaal. Dit is een filosofische schop onder je esthetische kont.
Groet,
Peter Koopman
P.S. Als je denkt dat Crocs nooit sexy kunnen worden, lees dit dan vooral niet.
Over SMAAK valt niet te twisten
Smaak. Het heilige huisje van de “persoonlijke voorkeur”. Alsof je brein een vrijzinnig, democratisch parlement is dat rustig debatteert over wat je wel of niet aantrekkelijk vindt. Bullshit. Je smaak is een algoritme dat draait op 3 miljoen jaar evolutie, geprogrammeerd om vet, suiker en vruchtbaarheidssignalen te herkennen. Jouw “goede smaak” is gewoon een slim verpakte manier om te zeggen: dit houdt me in leven en helpt me voortplanten.
Neem eten. Je denkt dat je een “foodie” bent omdat je 25 euro betaalt voor een bord schuim dat eruitziet alsof iemand per ongeluk op je gerecht heeft gespuugd. In werkelijkheid zit je dopaminesysteem gewoon in een Pavlov-loop: elke keer dat je calorieën binnenkrijgt, word je beloond. Zet je lang genoeg in een andere cultuur, en je gaat zelfs gefermenteerde yakboter lekker vinden. Niet omdat je ineens een culinaire verlichte ziel bent geworden, maar omdat je brein zegt: Stop met zeuren, dit is wat we hier eten. Wen er maar aan.
Hetzelfde met schoonheid. Je kunt nu wel beweren dat je een “type” hebt, maar wacht maar tot je zes maanden in een land woont waar dat type niet rondloopt. Opeens vind je de lokale bevolking “op een heel eigen manier aantrekkelijk”. Het is geen esthetische ontdekkingstocht — het is een overlevingsstrategie. Je genen schreeuwen: Kies! Plant je voort! De soort wacht niet op jouw Tinder-voorkeuren.
En toch doen we alsof smaak een moreel kompas is. Alsof je beter mens bent omdat je IPA’s drinkt in plaats van pils, of omdat je vrouwen met een natuurlijk uiterlijk verkiest boven influencers die eruitzien alsof ze van de Ikea-onderdelenafdeling komen. In werkelijkheid is het gewoon een kwestie van gewenning en sociale programmering. Zet je lang genoeg in de juiste bubbel, en zelfs Crocs gaan je aantrekkelijk lijken.
Het mooiste is dat mensen dit proces romantiseren. Ze noemen het “persoonlijke groei”, “wereldwijsheid” of “authentieke smaakontwikkeling”. Wat het werkelijk is: je biologie die zich aanpast, zodat je niet depressief wordt en verhongert. Niks spiritueels aan. Het is gewoon een overlevingsmechanisme met een Instagram-filter.
En voor de moraalridders: ja, cultuur beïnvloedt smaak. Maar laten we niet doen alsof dat een verheven proces is. Cultuur is gewoon de collectieve gewoonte van mensen die toevallig niet zijn uitgestorven. Het is Darwin met een sausje.
