Vechtregels – Over hoe systemen het instinct temmen

Vechtregels - Over hoe systemen het instinct temmen

(en waarom dat niet altijd goed is)

…… aldus Peter Koopman

01 okt. 2025

Tel.: 06 8135 8861

De regel als culturele spiegel – Wat sport zegt over onze samenleving

“Regels zijn niet wat we ermee willen bereiken, maar wat ze verraden over wat we vrezen.”

De regel is nooit neutraal. Al lijkt het misschien dat regels dienen om orde te scheppen, veiligheid te garanderen of gelijkheid af te dwingen — in werkelijkheid zijn ze een spiegel van de diepere culturele onderlaag waaruit ze voortkomen. De sportregel is een sociaal artefact. En wie sport observeert, observeert daarmee niet alleen het spel, maar de tijdgeest.

Dat is precies waarom vechtsport, en vooral de manier waarop we hem reguleren, zo’n interessante diagnose-instrument is voor de bredere cultuur. Want nergens zie je zó scherp hoe onze drang naar beheersing, veiligheid, conformiteit en esthetiek zich botst op de rauwe, niet te temmen aard van conflict. De ring als microsamenleving, de regels als gedragsmodel.

De regel als ideologie in camouflage

In de gym denken we dat we trainen volgens de “wetten van de sport”. In werkelijkheid trainen we volgens een set normen die door mensen zijn ontworpen, met belangen, voorkeuren en angsten. Ze worden gepresenteerd als objectief, maar zijn doordrenkt van ideologie. Denk aan het scoringssysteem dat punten toekent aan zichtbare activiteit — omdat het spektakel oplevert. Of aan de jury die de “mooie techniek” beloont — omdat het de sport “professioneel” laat lijken.

Zoals Barthes (1972) al stelde: vorm is nooit leeg. Ze draagt altijd culturele betekenis. De mooie trap, de rechte houding, de ‘gedisciplineerde’ vechter — het zijn allemaal signalen die resoneren met maatschappelijke normen: gehoorzaamheid, beheersing, verfijning. En wat verdwijnt? Het rauwe. Het onvoorspelbare. De Abidi’s onder ons.

Cyril Abidi was geen modelvechter. Hij was een anomalie. Een vechter die handelingen verrichtte die simpelweg niet in het conditioneringsrepertoire van zijn tegenstanders voorkwamen. Zoals blijkt: je herkent alleen wat je traint. En omdat hij bewoog buiten het verwachtingspatroon, waren zijn acties effectief — niet ondanks, maar dankzij hun afwijking.

Net zoals een recht voorstaande vechters vaak winnen van een links voorstaande, niet vanwege superieure techniek, maar omdat het anders is. En dus onbekend. En dus niet geïntegreerd in het model. De regel, bedoeld om orde te brengen, wordt zo de achilleshiel van het systeem zelf.

De mens als regelvolgend wezen

Deze neiging tot regelvolging is niet beperkt tot sport. Het is een sociaal automatisme. Van jongs af aan leren we wat hoort en wat niet. Wat netjes is, wat wenselijk is, wat ‘gepast’ gedrag is. En zo groeit de mens op binnen een semipermeabele kooi van regels — niet met tralies, maar met verwachtingen. Geen gevangenis, maar een theater. We leren rollen spelen, in de woorden van Goffman (1959), en die rollen worden bekrachtigd via sociale sancties.

Wie buiten de lijnen kleurt, wordt gestraft. In sport is dat met een punt aftrek of diskwalificatie. In de maatschappij is het subtieler: uitsluiting, ridicule, marginalisatie. Het onregelmatige wordt verdacht. Het spontane wordt gedefinieerd als gevaarlijk. En zo temmen we niet alleen de sporter, maar de burger.

Foucault (1975) noemt dit disciplinering: het internaliseren van regels tot het punt waarop ze niet meer opgelegd hoeven te worden. De vechter traint zichzelf. De burger corrigeert zichzelf. De controle is succesvol als ze onzichtbaar wordt.

Domesticatie als sociaal comfort

Waarom accepteren we dit allemaal? Omdat het comfort biedt. Regels geven een gevoel van voorspelbaarheid. Van veiligheid. Van “begrijpelijkheid”. De mens heeft een diepe afkeer van ambiguïteit — een erfelijk residu uit een evolutionaire context waarin onduidelijkheid gevaar betekende. Dus reduceren we. Simplificeren we. Ontwerpen we regels die het onbekende temmen.

Maar zoals ik al eerder stelde: wat we maken is een begrijpelijke, maar verarmde werkelijkheid. Een wereld waarin elke afwijking een fout wordt, elke verrassing een dreiging. En dat is dodelijk voor elke vorm van spel, creativiteit of adaptief gedrag.

De ironie is dat precies deze regelverslaving maakt dat we blind zijn voor manipulatie. Want degene die de regels beheerst — of weet hoe ze te buigen — heeft controle over de massa. In sport zie je dit bij juryvriendelijke vechters. In de maatschappij bij media, politici, marketeers. Wie het spel begrijpt, hoeft het niet eerlijk te spelen. Hij hoeft alleen maar te zorgen dat het lijkt alsof hij zich aan de regels houdt.


Samengevat:

·       Regels zijn ideologisch, geen neutrale kaders.

·       De vechter wordt een cultureel object, gevormd naar maatschappelijke normen.

·       Afwijkend gedrag is effectief, maar wordt onderdrukt door training en verwachting.

·       De mens is gedomesticeerd door regels, uit angst voor chaos.

·       Wie de regels beheerst, beheerst het gedrag van anderen — in sport en samenleving.

Ook interessant voor jou!