Seks, verveling en het brein dat zich verveelt – leesvoer voor je dopamineverslaafde zelf
Beste Vervelingsbestrijder,
Heb je het gevoel dat je vandaag nog niets hebt bijgedragen aan het collectieve menselijk falen? Perfect. Dan is dit hét moment om “Seks is het resultaat van verveling en ervaring” te lezen — een pamflet dat je brein prikkelt op de enige manier waarop het nog reageert: ironie, wetenschap en licht filosofisch sadomasochisme.
Want eerlijk is eerlijk:
Meditatie is gewoon masturberen zonder handen,
Seks is een neurobiologisch event dat zich vermomt als “verbinding”,
En verveling is het rookalarm van een brein dat gilt: “Doe iets! Desnoods iets doms!”
In dit pamflet leer je o.a.:
- Waarom je mindfulnesscoach waarschijnlijk een ex-cocaïneverslaafde dopaminejunk is
- Hoe meditatie eigenlijk een stiekeme variant is van “ik wil ook wat voelen, maar ik doe alsof ik het niet wil”
- Dat ‘leren leren’ de Ironman van de cognitieve zelfkastijding is
- En dat seks misschien wel het meest eerlijke moment is dat het brein kent (vlak vóór het schuldgevoel intreedt)
Laat de spirituelen hun chakra’s tellen — jij bent toch al verloren.
Scrol, lees, en ontdek waarom je hersenen dit pamflet net zo graag lezen als ze ooit dat ex-geliefde lichaam verkenden: uit nieuwsgierigheid, verveling en de valse hoop op zingeving.
Waarschuwing: Alleen geschikt voor lezers met humor, hersens én de moed zichzelf niet serieus te nemen.
Met een cynische knipoog,
Peter Koopman
29 mei. 2025
Tel.: 06 8135 8861
Seks is het resultaat van verveling en ervaring
Een vloekend pamflet voor de geestelijke lusthuishouding van het verveelde brein
Disclaimer:
Dit pamflet is geschreven onder invloed van neurobiologische inzichten, evolutionaire wanhoop en existentiële nieuwsgierigheid. Elke schijn van waarheid is opzettelijk verstrengeld met ironie, sarcasme en de voorspelbare grillen van het menselijk brein. De opgenomen wetenschappelijke referenties dienen ter verwarring — niet ter bevestiging.
Er is geen God. Alleen dopamine.
En verveling, het structureel onderschatte breinbrandalarm, is zijn profeet. Niet luiheid is de vijand van de vooruitgang, maar comfort zonder prikkel. Verveling is geen gebrek aan bezigheid, maar het ontbreken van zingeving met beloningsperspectief.
De mens wil bezig zijn. Niet omdat hij zo productief is, maar omdat stilstand – neurologisch bezien – ondraaglijk is. Geen prikkel? Dan creëert het brein er zelf wel een. Fantasie, angst, herinnering, lust. Of in het ergste geval: spiritualiteit.
“De wijze zit en doet niet”, zeggen de zenboeddhisten.
Maar zelfs de wijze fantaseert over een klein theekopje.
De biochemie van de geestelijke erectie
Seks, voor zover je het niet als penetratief natte acrobatiek ziet, is simpelweg het moment waarop verveling en ervaring elkaar vinden en in een wip betekenis simuleren.
Dopamine zegt: “Dit wordt lekker” — nog voordat het systeem heeft geverifieerd of dat daadwerkelijk zo is. De ervaring zegt: “Ik herinner me dat dit ooit goed voelde”.
De mens zegt dan: “Ik heb behoefte aan verbinding.”
Het limbisch systeem lacht zich kapot.
De zoektocht naar verbinding is neurologisch niets meer dan het optimaliseren van de interne cocktail van verwachte beloning. Je zoekt geen ander – je zoekt een neurochemisch event.
“Liking” and “wanting” are separable systems. (Berridge & Robinson, 2003)
Vergelijk dit met de bevindingen van Panksepp (1998), die liet zien hoe ‘seeking behavior’ een autonome, evolutionair verankerde drift is, onafhankelijk van de uiteindelijke beloning. Of met David Linden (2011), die in The Compass of Pleasure beschrijft hoe seks, drugs, voedsel en zelfs idealisme dezelfde circuits exploiteren.
Meditatie: de lege dopamineloze orgasmefantasie
We noemen het ’top-down inhibitie’. We prijzen het als ‘gericht denken’. We verkopen het als ‘neuroplasticiteit’. Maar in werkelijkheid is het:
de Pink Elephant Parade in de cortex.
Het brein kan niet niets doen. Het verzint altijd iets. Zelfs stilte wordt een prikkel. Zelfs leegte wordt iets om over te reflecteren — en dus wordt het een ervaring, en dus wordt het een verlangen. Meditatie is, met dank aan diezelfde neurobiologische chaos, slechts een gecamoufleerde vorm van zelfstimulatie.
En men noemt het dan ‘bewustzijn’.
De illusie van ‘gedachtenvrijheid’ is niets anders dan het resultaat van onmeetbare conditionering. Een gezuiverd brein is als een ontgroeide tattoo: de schijn van blancoheid, maar littekenweefsel blijft.
“The self is not a thing but a process in flux.” (Northoff, 2012)
Of zoals Metzinger (2009) stelt: “There is no self” — enkel een model, gegenereerd door het brein, dat ons laat geloven dat we iets zijn. Meditatie is dus geen bewustzijnsverruiming, maar een tijdelijke verstoring van een illusoire homeostase.
De ultieme ironie: leren leren
De marketeers van het brein – zij die mindfulness, coaching, NLP en andere zweefdenken-met-certificaatmodellen promoten – hebben de ultieme truc geflikt:
Ze verkochten verveling als doel, en zelfdiscipline als geluk.
Leren leren klinkt als een tautologie, maar is feitelijk een elegante manier om het ontbreken van richting te verpakken in een abonnementsmodel.
‘Gericht denken’ bestaat net zo goed als ‘zuivere objectiviteit’: alleen op papier. Het brein is geen laser, maar een vuurtoren in de mist. En de meeste lichtflitsen zijn projecties van eerder opgeslagen bullshit.
“The brain is not a prediction machine. It is a hallucination factory checked by error signals.” (Carhart-Harris & Friston, 2019)
Het idee dat we onszelf bewust kunnen herprogrammeren is even geruststellend als misleidend. Het is geen neuroplasticiteit, het is allostase: je drukt ergens, en elders verschuift de balans. Er is geen controle, alleen compensatie.
Zoals Robert Sapolsky (2017) opmerkt: ons gedrag is het resultaat van een duizelingwekkend samenspel van genetische aanleg, hormonale toestand, eerdere ervaringen en sociale context – waarbij ‘wilskracht’ een mythe is die vooral goed verkoopt in zelfhulpboeken.
Seks als waarheid, meditatie als verloochening
Ervaring leert. Verveling dwingt. Seks ontspant. Meditatie verheerlijkt dat wat er niet is. Seks is de ultieme acceptatie van het dierlijke nu. Meditatie is de poging om dat dierlijke te ontkennen – en daarmee, paradoxaal, het ultieme bewijs van zijn bestaan.
Laat de spirituelen hun lotusblaadjes tellen.
Laat de boeddha’s in stilte rotten.
Wij neuken. En denken daarna pas na.
En misschien — heel misschien — is dat eerlijker dan al het gerichte denken bij elkaar.
De zelfbewuste masturbant: een epiloog voor de observator
Wie dit pamflet tot hier heeft gelezen, is geen zoeker naar waarheid, maar een verzamelaar van bevestigingen — of erger: een ironische voyeursgeest die zichzelf herkent in de drift, maar zich verbergt achter ‘inzicht’.
Maar ook dát is gedrag. Ook dát is masturbatie.
De denker die denkt over zijn denken is slechts de erectie van een cortex die zichzelf bewondert in de spiegel van zijn eigen illusies.
De mens is niet bewust. De mens is een verslaggever van post-hoc rechtvaardiging, een wandelend dagboek met slechte notatie. Wat we ‘zelf’ noemen is niets anders dan het bijschrift van een biochemisch fotoboek:
“Hier gebeurde iets. Ik noem het liefde. Of groei. Of spiritualiteit. Whatever sells.”
We zijn dus niet alleen de driften, noch hun onderdrukkers. We zijn het commentaar op het resultaat van een conflict tussen die twee.
En wie dat inziet — echt inziet — zit niet in lotushouding, maar ligt op zijn rug, grijnzend, met zijn broek halfopen en een filosofieboek op de grond gevallen naast het bed.
Epiloog (voor wie nog leest):
Seks is het resultaat van verveling en ervaring.
En verveling? Dat is gewoon de klop op de deur van een brein dat zegt:
“Doe wat, klootzak.”
Of zoals een hedendaagse Darwin het zou zeggen:
“Alle gedrag is gecompliceerde masturbatie — inclusief het schrijven van dit pamflet.”
Referenties:
1. Berridge, K. C., & Robinson, T. E. (2003). Parsing reward. Trends in Neurosciences, 26(9), 507–513.
2. Lieberman, D. (2013). The Story of the Human Body: Evolution, Health, and Disease. Pantheon.
3. Carhart-Harris, R. L., & Friston, K. J. (2019). REBUS and the Anarchic Brain. Pharmacological Reviews, 71(3), 316–344.
4. Dennett, D. (1991). Consciousness Explained. Little, Brown.
5. Baumeister, R. F., & Tierney, J. (2011). Willpower. Penguin.
6. Northoff, G. (2012). How is our self altered in psychiatric disorders? Psychological Medicine, 42(1), 1–14.
7. Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. Penguin Press.
8. Metzinger, T. (2009). The Ego Tunnel: The Science of the Mind and the Myth of the Self. Basic Books.
9. Panksepp, J. (1998). Affective Neuroscience: The Foundations of Human and Animal Emotions. Oxford University Press.
10.Linden, D. J. (2011). The Compass of Pleasure: How Our Brains Make Fatty Foods, Orgasm, Exercise, Marijuana, Generosity, Vodka, Learning, and Gambling Feel So Good. Viking.