Beste lezer,
Ben jij ook iemand die bij het woord “verlichting” niet meer denkt aan een lamp, maar aan een staat van zijn waarin alles “oké” is – inclusief je chronische bindingsangst?
Goed nieuws. Of slecht. Dat hangt af van je behoefte aan illusies.
In mijn nieuwste essay, “Onthecht maar Ontwricht – Over spiritueel wensdenken en de prijs van verlichting”, neem ik je mee langs de rafelranden van zen, de verleidingen van spiritueel escapisme en de neurobiologische realiteit van hechting. Geen zweverige loftrompetten, geen esoterisch gebazel. Wel: eerlijke verwarring, kritische zelfreflectie en een flinke dosis ironie. Want iemand moet het zeggen: soms is onthechting gewoon een deftig woord voor dissociatie.
We kijken onder de monnikskap van D.T. Suzuki, leggen Alan Watts op de sofa, en laten Erich Fromm even binnen met zijn humanistische mopjes. Ondertussen stel ik mezelf – en jou – de vraag: wat kost verlichting eigenlijk, en wie betaalt de rekening?
Nieuwsgierig geworden? Scrol, lees, frons. Misschien glimlach je zelfs. En als je dan toch alles wilt loslaten, begin dan met dit essay.
Met lichte groet (en zwaardere inhoud),
Peter Koopman
23 apr. 2025
Tel.: 06 8135 8861
Onthecht maar Ontwricht – Over spiritueel wensdenken en de prijs van verlichting

“Hoe westerse zoekers hun ziel inruilen voor een koan – en de rekening pas later krijgen gepresenteerd.”
INLEIDING
Ik was twintig. Een dag voor Kerstmis trouwde ik met mijn eerste vrouw. Niet uit levenswijsheid, maar uit jeugdige overmoed. Geen idee van wat het leven werkelijk inhield, maar overtuigd van mijn eigen gelijk — een echo van arrogantie vermomd als zelfverzekerdheid. Mijn hoofd zat toen al voller boeken dan werkelijkheid. Zen, Tao, I Ching: ik vrat de letters als manna, hongerig naar betekenis, naar richting. En ik vond iets dat klonk als wijsheid: onthechting.
Toen, drie jaar later, werd mijn dochter geboren. Een sprankelend nieuw leven — maar ook de eerste scheur in de zorgvuldig opgetrokken muur van mijn spirituele façade. De doctrine van onthechting, die tot dan toe als balsem voelde, begon te wringen. Hoe kun je onthecht blijven als je naar het gezicht van je kind kijkt? Hoe blijf je boven de dingen staan terwijl je diep vanbinnen smacht naar verbinding?
Toen mijn broer stierf, vielen alle spirituele sprookjes uiteen. Geen mantra of koan kon de rauwheid van dat verlies verzachten. Dát was de binnenkomer. Geen abstracte oefening in loslaten, maar het brute, ongefilterde besef: ik ben mens. En ik had me vergist.
DEEL I – Het Gevaar van Spiritueel Wensdenken
1. Wat is spiritueel wensdenken?
Spiritueel wensdenken is het gebruik van verheven ideeën als verdedigingsmechanisme tegen existentiële pijn. Het is geen zoektocht naar waarheid, maar naar comfort. Geen bevrijding, maar vermijding. Onder het mom van ‘groei’ wordt de confrontatie met lijden gemeden. Je noemt het verlichting, maar in werkelijkheid is het dissociatie met een wierookgeur.
John Welwood noemde het treffend spiritual bypassing: spirituele concepten gebruiken om psychologische wonden te omzeilen. De pijn wordt niet verwerkt, maar verpakt in doctrine. En dat is gevaarlijk. Want wat niet gevoeld wordt, woekert ondergronds verder.
2. De aantrekkingskracht op jonge denkers
Voor de jonge, zoekende geest is spiritualiteit een magneet. Het belooft helderheid in een chaotische wereld. Zeker voor cognitief ingestelde types biedt het rust: abstractie als toevluchtsoord. Maar die rust is vals. Het is controle vermomd als overgave. Het is de ratio die zich verkleedt als ziel.
3. Voorbeelden uit de spirituele wereld
Krishnamurti preekte over vrijheid, maar kon nauwelijks intieme relaties onderhouden. Alan Watts schreef briljante boeken over loslaten, maar verloor zich in drank en mislukte huwelijken. Ram Dass verkondigde liefde, maar hield de mensen op afstand. Grote geesten, stuk voor stuk, maar ook: mannen die worstelden met hun menselijkheid.
DEEL II – The Cost of Enlightenment
1. Wat verliezen we onderweg?
Verlichting — tenminste zoals het vaak verkocht wordt — eist een hoge tol. Je verliest niet je ego, maar je levendigheid. Geen hechting betekent geen liefde. Geen verlangen betekent geen passie. De mens wordt een schim van zichzelf, spiritueel correct maar emotioneel gesteriliseerd.
2. Neuropsychologisch perspectief
De menselijke behoefte aan hechting is geen illusie. Ze zit verankerd in het limbisch systeem. Oxytocine, vasopressine — binding is biologie. Boeddhistische onthechting, ontstaan in ascetische contexten, is een cultureel copingmechanisme. Geen universeel model, maar een contextuele strategie die niet zonder schade kan worden geïmporteerd naar het westerse individu.
3. Mijn casus als spiegel
Wat ik ooit zag als verlichting, was in wezen verdoving. Zen gaf me taal, maar geen huidhonger. Het kon me niet leren hoe ik moest rouwen, liefhebben of falen. Mijn dochter deed dat wel. En mijn broer, met zijn dood, nog veel meer. Zij leerden mij dat echte onthechting pas mogelijk is na volledige hechting — niet als vluchtroute, maar als verwerking.
DEEL III – Suzuki vs. Fromm: Cultuurclash in de Ziel
1. D.T. Suzuki: Verlichting als transcendentie
Suzuki bracht zen naar het Westen als mystiek erfgoed, maar met een gevaarlijke overdrijving van het irrationele. Zijn zen was losgezongen van de maatschappelijke context. De nadruk lag op innerlijke stilte, intuïtieve inzichten, het verdwijnen van het ego. Klinkt bevrijdend, maar het was ook: weg van de wereld, weg van de ander.
2. Erich Fromm: Liefde als tegenwicht
Fromm zag in zen een psychologisch hulpmiddel, niet een spirituele eindhalte. In zijn samenwerking met Suzuki (in Zen Buddhism and Psychoanalysis) plaatste hij zen in het licht van menselijke verbondenheid. Zijn waarschuwing was helder: zonder liefde en verantwoordelijkheid ontaardt onthechting in vervreemding. Voor Fromm is mens-zijn geen fout, maar een voorwaarde voor zingeving.
3. Wie had er gelijk?
Beiden – en geen van beiden. Suzuki’s leer werkt in de kloostermuren van Kyoto, niet in de kruip-door-sluip-door realiteit van een westerse vader. Fromm redt de menselijkheid, maar psychologiseert zen zodanig dat de kern verdampt. De waarheid ligt, zoals vaak, in de spanning ertussen. Onthechting zonder verbinding is leegte. Verbinding zonder loslaten is verstikking. De balans is fragiel — en altijd tijdelijk.
DEEL IV – De Psychodynamiek van Onthechting: Verlichting als Vermijding
1. Onthechting als afweermechanisme
Wat onthechting vaak vermomt, is een dieperliggende vorm van vermijding. Geen transcendentie, maar een dissociatief splitsingsmechanisme. De stoïcijn in de tempel is psychologisch gezien vaak gewoon de kleine jongen die nooit leerde huilen.
2. Winnicott, Bowlby en de rol van vroege hechting
Volgens Winnicott ontstaat ware autonomie niet uit afstand, maar uit de veilige basis van een ‘holding environment’. Bowlby’s hechtingstheorie benadrukt dat vroege relaties met verzorgers de blauwdruk vormen voor latere verbindingen — én vermijdingspatronen. Spirituele onthechting zonder psychologische verwerking is een façade. De ‘verlichte’ figuur die niets voelt, voelt vooral niets omdat hij het niet aandurft.
3. Spirituele verlichting als gecontroleerde dissociatie
Onderzoekers als Lisa Feldman Barrett en Bessel van der Kolk laten zien dat emoties geen abstracte toestanden zijn, maar fysieke, neurobiologische processen. De verlichte staat waarin ‘alles oké is’, komt neurofysiologisch soms verdacht dicht bij de staat van freeze: het derde overlevingsmechanisme naast vechten en vluchten. Spirituele stilte is dan geen zen, maar een bevroren zenuwstelsel.
CONCLUSIE – De mens als voelend organisme
De grootste leugen van verlichting is dat zij je boven het lijden tilt. Maar lijden is geen fout in het systeem — het is het systeem. Onthechting zonder hechting is een leugen. Je leert niet loslaten door je hart te sluiten, maar door het tot barstens toe te openen.
Echte verlichting komt niet uit de Himalaya, maar uit het hospice. Niet in de stilte van de lotusbloem, maar in de chaos van een sterfbed, het gehuil van een kind, de lege plek aan de kersttafel. Het is daar, in het ongemakkelijke, dat we écht leren leven — niet ondanks het lijden, maar er dwars doorheen.
Verlichting is geen verheven toestand, maar een bijwerking van radicaal mens-zijn. Van liefhebben terwijl je weet dat je zult verliezen. Van geven zonder garantie. Van voelen zonder filter.
En pas als je alles hebt vastgehouden wat je lief is, tot je vingers ervan bloeden — pas dan kun je, misschien, leren loslaten.
Of, wie weet… laat het jou los.
Over mij:
Voormalig docent sportopleidingen (o.a. C.I.O.S.; N.S.F.) & sportcoach (o.a. K-1; F-1), maar vooral: amateur-antropoloog van de menselijke illusie. Gespecialiseerd in de kruising tussen biologie, gedrag, macht, zelfbedrog en ons absurde verlangen naar validatie. Niet op zoek naar zelfhulplezers. Wel naar mensen die durven denken.
LITERATUURLIJST
- Welwood, J. (2000). Toward a Psychology of Awakening: Buddhism, Psychotherapy, and the Path of Personal and Spiritual Transformation.
- Fromm, E., Suzuki, D.T. & De Martino, R. (1960). Zen Buddhism and Psychoanalysis.
- Watts, A. (1957). The Way of Zen.
- Suzuki, D.T. (1949). Essays in Zen Buddhism.
- Becker, E. (1973). The Denial of Death.
- Goleman, D. (2003). Destructive Emotions: A Scientific Dialogue with the Dalai Lama.
- Sapolsky, R.M. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst.
- Batchelor, S. (2015). After Buddhism: Rethinking the Dharma for a Secular Age.
- Harris, S. (2014). Waking Up: A Guide to Spirituality Without Religion.
- Claxton, G. (1994). Noises from the Darkroom: The Science and Mystery of the Mind.
- Epstein, M. (1995). Thoughts Without a Thinker: Psychotherapy from a Buddhist Perspective.
- Trungpa, C. (1984). Cutting Through Spiritual Materialism.
- Barrett, L.F. (2017). How Emotions Are Made: The Secret Life of the Brain.
- Van der Kolk, B. (2014). The Body Keeps the Score: Brain, Mind, and Body in the Healing of Trauma.
- Bowlby, J. (1988). A Secure Base: Parent-Child Attachment and Healthy Human Development.
- Winnicott, D.W. (1965). The Maturational Processes and the Facilitating Environment.