Ik ben een leugenaar. En ik ben niet de enige.

Ik ben een leugenaar. En ik ben niet de enige.

Beste goedgelovige lezer,

Zeg eens eerlijk — vertrouw jij mensen? Je partner? Je overheid? Je arts? Jezelf?

Welnu, dan ben je óf naïef, óf toe aan een scherpe reality check. In mijn nieuwste stuk trek ik het glanzende lintje van een van de meest overschatte begrippen in de menselijke omgang: vertrouwen. Niet als deugdzame deken van de beschaving, maar als evolutionair compromis, sociaal smeermiddel, en vooral… een strategische gok in een mistbank van onwetendheid.

Laat je niet misleiden door morele franje of feel-good psychologie. Vertrouwen is geen deugd, het is vaak een vluchtroute: uit gemak, uit angst, of onder groepsdruk. En zoals altijd: achter elk opgewekt ‘ik vertrouw je’ schuilt een klein paniekje over verlies van controle.

Ik neem je in dit essay mee langs economische ficties, sociale toneelstukken, neurobiologische illusies en rituelen die zo oud zijn als de eerste bedrieger met een glimlach. Voor wie klaar is om zijn innerlijke wantrouwen te rehabiliteren: lees vooral verder.

Want hoop, zoals het stuk terecht stelt, is uitgestelde teleurstelling — maar kennis is preventieve schadebeperking.

Hartelijke groet,

Peter Koopman
Menskundige-in-oppositie

24 jul. 2025                               

Tel.: 06 8135 8861

Dagelijks vertel ik mijzelf: ‘het komt goed’. Dat ik het aankan. Dat ik begrijp wat ik voel, en waarom ik doe wat ik doe. Ik roep mezelf tot de orde, spreek mezelf moed in, relativeer, dreig, onderhandel en saboteer. En meestal luister ik. Naar mezelf. Alsof ik weet waar ik het over heb.

De innerlijke dialoog – dat eindeloze gesprek in je hoofd – wordt vaak gepresenteerd als een vorm van zelfbewustzijn, een krachtig instrument tot zelfregulatie en moreel besef. Maar wat als dit zelfgesprek niet zoveel voorstelt als we denken? Wat als het vooral een toneelstuk is, opgevoerd voor een publiek dat er niet is?

Onderzoek toont dat deze interne communicatie, eerder dan een rationeel overleg, vaak functioneert als een geconditioneerde reflex op externe prikkels, verwachte sociale consequenties of evolutionair gecultiveerde gedragsstrategieën. Wat wij ervaren als ‘zelfspraak’, is doorgaans niets meer dan een loop van automatische scripts, ingegeven door eerdere leerervaringen en gericht op het minimaliseren van conflict, onzekerheid of dissonantie (zie onder meer Carver & Scheier, 1998; Frith, 2007; Clark, 2016).

De leugen begint bij het idee van een coherent ‘ik’ dat autonoom denkt en beslist. In werkelijkheid zijn onze hersenen voortdurend bezig met het voorspellen van wat er gaat komen – niet op basis van realiteit, maar op basis van eerdere ervaringen. Emoties, gedachten en overtuigingen zijn niet objectief waargenomen toestanden, maar voorspellingen over wat het lichaam nodig denkt te hebben, gegeven de context.

Zelfspraak is dan ook minder een innerlijke dialoog dan een narratief interface. Het dient niet om de waarheid te vinden, maar om gedragsstabiliteit te genereren. Dit verhaal moet kloppen met het beeld dat we van onszelf willen hebben – of dat nu gebaseerd is op empathie, daadkracht, rationaliteit of slachtofferschap. Zelfs zelfhaat of schaamte krijgt zo betekenis: het past in het verhaal, en dat verhaal moet blijven kloppen. Liever een destructief verhaal dan geen verhaal.

Deze narratieve consistentie is cruciaal voor ons sociale functioneren. De mens is een publiek dier: we gedragen ons alsof we voortdurend bekeken worden. Dat ‘bekeken worden’ internaliseren we tot zelfbewaking. Die controle is geen vrije wil, maar een vorm van anticiperende gehoorzaamheid: een binnengehaalde ander. Wie ben ik? Degene die ik moet zijn, zodat ik acceptabel ben voor hen – zelfs als ze er niet zijn.

De hersenen doen hun werk economisch: ze vullen aan, voorspellen, filteren en rationaliseren. Pas achteraf wordt er een logisch klinkend verhaal aan geplakt. Dit is niet het resultaat van bewuste reflectie, maar van een post-hoc narratieve rechtvaardiging. Je denkt niet om te begrijpen, je denkt om je gedrag aan jezelf te kunnen verkopen. De interne stem is dus eerder een marketeer dan een filosoof.

En dat is evolutionair uiterst handig. Een organisme dat zijn gedrag kan verklaren, ook al klopt die verklaring niet, voorkomt verwarring en inertie. Het kan blijven functioneren, blijven interacteren, blijven overleven. Waarheid is daarbij ondergeschikt aan bruikbaarheid. Het ‘ik’ is een handig construct, geen harde kern.

Wat we ‘zelfinzicht’ noemen is veelal een schijnvertoning: zelfkritiek zonder diepte, zelfverheerlijking zonder onderbouwing, twijfel vermomd als nuance. Wie goed luistert naar zijn innerlijke stem hoort vooral culturele echo’s: opvoeding, rolpatronen, sociale normen en morele boodschappen. Originele gedachte? Hooguit een recombinatie van geërfde overtuigingen in een nieuwe verpakking.

Dat verklaart ook waarom mensen zo hardnekkig vasthouden aan zelfbeelden die destructief of irrationeel zijn. Het verhaal moet blijven kloppen – anders ontstaat er een gat in het script. En dat leidt tot chaos. Liever jezelf saboteren binnen een bekend narratief, dan jezelf herschrijven zonder plot.

Maar wat als we die innerlijke stem gewoon gaan wantrouwen? Wat als we stoppen met geloven dat onze gedachten per definitie waar, authentiek of van onszelf zijn? Wat als we de stem in ons hoofd behandelen als een personage: een kritische huisgenoot, een moraliserende ouder, een opportunistische politicus?

Dat levert ruimte op. Niet om de waarheid te vinden, maar om je eigen rol in twijfel te trekken. Het maakt gedrag niet per se vrij, maar wel transparanter. De stem in je hoofd zegt misschien: “Ik ben eerlijk tegen mezelf.” Maar dat is een van zijn beste leugens.

Literatuur 

  • Carver, C. S., & Scheier, M. F. (1998). On the self-regulation of behavior. Cambridge University Press.
  • Clark, A. (2016). Surfing Uncertainty: Prediction, Action, and the Embodied Mind. Oxford University Press.
  • Frith, C. D. (2007). Making up the mind: How the brain creates our mental world. Wiley-Blackwell.
  • Barrett, L. F. (2017). How emotions are made: The secret life of the brain. Houghton Mifflin Harcourt.

Ook interessant voor jou!