Hulp met de Hand op de Bips: De Afwezigheid van Bewijs als Strategie

Spontaniteit, subsidie en seksuele solidariteit — de ware Nederlandse volksaard

Beste Donateur,

Het spijt mij u te moeten informeren dat apenkooiverenigingen in Nederland niet bestaan. Ik herhaal: géén apenkooiverenigingen. U kunt stoppen met zoeken naar gesubsidieerde gymnastiek in jungle-atmosfeer. Deze fout berust op een menselijke vergissing, waarvoor ik geen verantwoordelijkheid neem — want dat is de nationale sport in dit land.

Wél bestaat er een overvloed aan gesubsidieerde seksclubs, netwerkborrels voor ‘verbondenheid’, en internationale toppen waar niet alleen meningen, maar ook lichaamssappen worden uitgewisseld — uiteraard in het belang van de vrede. Onze NAVO-toppen zijn niet alleen strategisch, maar ook zéér lichamelijk. Den Haag kent intussen meer escortbureaus dan fietspaden per hoofd van de bevolking (en dát zegt wat).

Wie betaalt dat allemaal? U. De brave burger. De werkmier. Terwijl u de btw over uw pindakaas afrekent, zorgt uw bijdrage er tegelijk voor dat een EU-diplomaat in maatpak zich in leer laat binden voor het welzijn van het westen. “Don’t do what I do, doe what I zeg,” luidt het motto — rechtstreeks uit de krochten van bestuurlijk Nederland, waar moraal vooral een communicatiestrategie is.

In het bijgevoegde essay ga ik in op:

  • De collectieve verlamming van de Nederlander als het gaat om échte spontaniteit;
  • Hoe de afwezigheid van bewijs geen bewijs van afwezigheid is (tenzij het over bonnetjes gaat);
  • En waarom je met het rondpompen van ‘hulp’ het beste zo vroeg mogelijk begint — bij voorkeur al vóór de puberteit, met een subsidietraject voor seksuele expressie onder toezicht van de overheid.

Het resultaat? Een tekst waar satire en realiteit in een ongemakkelijke tango verstrikt raken. Want soms is het lachen, soms is het huilen — en meestal is het belastingaangifte.

Met vriendelijke groet,

Peter Koopman
– Uw vaste correspondent vanuit de berm van het fatsoen

Inleiding: De Noodzaak van een Rectificatie

Het is mij, zoals eerder bekendgemaakt, pijnlijk duidelijk geworden: er bestaan geen apenkooiverenigingen voor volwassenen. Niet formeel, althans. Wel bestaan er seksclubs, seksverenigingen, en andere, laat ons zeggen, op lust gebaseerde samenkomststructuren die met verrassende regelmaat op overheidssubsidie kunnen rekenen – direct of via een omweg. Of ze nu “positieve seksuele gezondheid” promoten of “inclusiviteit in de zintuiglijke sfeer”, het doel heiligt de declaratie.

En zo schuiven we – op de hielen van de aanstaande NAVO-top en de permanente schaarste aan betaalbare callgirls in diplomatenkringen – op naar een grotere waarheid: dat wie over moreel gedrag predikt, het vaak juist om zijn immorele gedrag probeert te maskeren. De grote humanitaire instellingen blijken daarin geen uitzondering. Wel integendeel.

Oxfam, Haïti en de afwezige getuigen

Het Britse Oxfam International belandde in 2018 in een mediastorm, toen uitlekte dat werknemers in Haïti – officieel gestuurd om noodhulp te verlenen na de aardbeving van 2010 – zich hadden overgegeven aan orgieën met prostituees, sommigen vermoedelijk minderjarig. Een paar namen verdwenen van de loonlijst, excuses werden gemompeld, en… de subsidies bleven gewoon doorlopen.

De afwezigheid van een formeel strafrechtelijk bewijs werd door de organisatie zelf – en vele politieke vrienden – opgevoerd als bewijs van hun integriteit. Absence of evidence is not evidence of absence, zoals Carl Sagan ooit waarschuwde – maar hij bedoelde het in de context van buitenaards leven, niet van seksuele exploitatie door hulpverleners in noodgebieden. De ironie is: het lijkt moeilijker om bewijs te vinden van integere hulp dan van de wantoestanden zelf.

De Onzichtbare Hand van de Subsidie

Wie betaalt, bepaalt. En die ‘wie’ ben jij – de burger, de werkmier. Via belastingafdracht financiert de Nederlander ongewild en onwetend zowel de defensie-escorts van het NAVO-circus als de workshop “queering trauma through tactile expression” van een NGO met een vaginale kleipot als logo. De transparantie over geldstromen is doorgaans vergelijkbaar met die van de rooms-katholieke kerkelijke archieven over 1957.

Ironisch genoeg worden seksclubs, mits verpakt in de juiste buzzwoorden (intersectioneel, holistisch, seksuele diversiteit, kwetsbare doelgroep), makkelijker gesubsidieerd dan sportclubs. Probeer maar eens een gemeentelijke bijdrage te krijgen voor een boksschool voor jongens uit de wijk. Te agressief, te mannelijk, te weinig impactrapporten. Zet er een geslachtsneutrale tantrische yogaworkshop voor ‘zelfhelende intersectionele trauma-integratie’ naast en het geld stroomt.

Moraal als marketing en hulp als aflaat

De hulpindustrie is lang niet meer wat ze beweert te zijn. Veel eerder is het een aflaatstructuur, een dekmantel voor existentieel narcisme. Medewerkers zoeken niet zelden betekenis voor zichzelf – en niet per se voor de mensen die zij “helpen”. Zie ook de talloze twintigers op Instagram die hun voluntourism aanprijzen met selfies in weeshuizen van twijfelachtig karakter. Ze “geven terug” – aan zichzelf.

De onderliggende menselijke realiteit

De mens is een lustzoekend, statusbelust organisme, dat zijn gedrag rationaliseert in termen van zorg, rechtvaardigheid en medeleven – zolang het hem iets oplevert. Oxfam, Unicef, de WHO en co zijn niet immuun. Integendeel: hun heilig aura maakt hen oncontroleerbaar, onaantastbaar en dus gevaarlijk. Geen rationeel wezen vertrouwt op permanente goedheid zonder toezicht.

Zoals filosoof John Gray stelt: “De menselijke geschiedenis is een catalogus van idealen die omgezet zijn in instrumenten van overheersing.” Oxfam is geen uitzondering. Het is de regel.

Conclusie: hulp als hypocrisie

De ware tragedie is niet dat hulporganisaties falen, maar dat wij weigeren dat onder ogen te zien. Omdat we het prettig vinden te geloven dat er ergens nog mensen zijn die “het goede” vertegenwoordigen. Dat maakt de onthullingen des te pijnlijker – ze tonen onze projecties, niet hun gedrag. En dat gedrag is, zoals vaker bij mensen met macht, seksueel, opportunistisch en moreel elastisch.

Of in eenvoudiger bewoording:

Wie zich moreel superieur presenteert, is zelden seksueel bescheiden – tenzij er een camera aanstaat.

20 jun. 2025

Tel.: 06 8135 8861

Ook interessant voor jou!