Homo Ludens 2.0

Waarom je dit essay moet lezen? Omdat je je verveelt.

Beste Feestvierder,

Je denkt misschien dat je bewust leeft. Dat je zoekt naar betekenis, zingeving, liefde, waarheid. Maar wat als ik je vertel dat je eigenlijk maar één ding probeert te vermijden?

Verveling.

In mijn nieuwste essay Homo Ludens 2.0: Van Speelmens tot Prikkelverslaafde neem ik je mee in een speelse dissectie van de ware menselijke drijfveer: de jacht op prikkels. Geen voortplanting, geen overleving, geen verlichting — gewoon dopamine. Van seks tot sport, van religie tot roddel, van serial killers tot succes.

Dit is geen feelgood-verhaal. Het is een spiegel — scherp geslepen, licht cynisch en oncomfortabel helder. Maar als je durft te kijken, zie je misschien iets wat je nog niet eerder zag.

Want wat als jouw zoektocht naar ‘zin’ niet meer is dan geestelijk tijdverdrijf?

“Betekenis is verpakking. De inhoud? Een leeg doosje, keurig in goudpapier gewikkeld — en we vechten er massaal om.”

Scrol, lees, huiver — en amuseer je vooral.
Maar troost je niet: dat is óók gewoon een prikkel.

Met kritisch plezier,
Peter Koopman

04 mei. 2025

Tel.: 06 8135 8861

Homo Ludens 2.0: Van Speelmens tot Prikkelverslaafde

Introductie

Ik dacht dat ik iets nieuws had ontdekt. Een originele gedachte, ontsproten uit mijn eigen nachtelijke denkwerk: de mens wil niet voortplanten, hij wil niet overleven, hij wil… vermaakt worden. Hij is doodsbang voor verveling. Alles wat hij doet, is een vorm van vluchten uit die lege stilte, dat gapende niets. En ik, arme sterveling, dacht dat ik hier voor het eerst de vinger op legde. Totdat ik, zoals zo vaak, tot de treurige conclusie kwam: het is allemaal al gezegd. Door Heidegger, door Huizinga, door Nietzsche, zelfs door TikTok. Maar misschien is het tijd om het opnieuw te zeggen. Op mijn manier. Want wat als de ware aard van de mens helemaal niet ligt in driften, in Darwin, of in dopamine, maar in de stille paniek van verveling?

Dit essay wil de lezer meenemen in een gedachte-experiment. Eerst neem ik je mee in mijn ‘ontdekking’, de stelling: de mens is geen voortplantingsmachine, hij is een prikkelzoeker. Voortplanting is een bijverschijnsel van vermaak. Daarna trekken we de wereld in: seks, sport, fandom, oorlog, kunst, roddel — allemaal pogingen om de verveling te verdrijven. Tot slot keren we terug naar de bredere waarheid, met een tragikomische twist: misschien is er geen enkele ‘ware’ drijfveer, maar slechts een cocktail van impulsen, met verveling als de stille motor onder de motorkap.

De schijn van betekenis: vermaak als camouflage van leegte

De mens is een zintuiglijk wezen. Elk contact met de werkelijkheid verloopt via prikkels: licht, geluid, geur, smaak, aanraking. Zonder die input worden we gek. Letterlijk. Sensorische deprivatie is een beproefde marteltechniek en een betrouwbare manier om hallucinaties op te wekken. Het brein, als prikkelverslaafde, duldt geen leegte. Het gaat zelf verzinnen als het niets krijgt aangeboden.

Daarin verschilt de mens niet fundamenteel van andere dieren. Ook ratten, apen en octopussen zoeken actief naar prikkels als ze in een prikkelarme omgeving geplaatst worden. Maar de mens is, dankzij zijn neocortex en vervloekte zelfbewustzijn, een bijzonder geval. Hij weet dat hij zich verveelt. En hij weet dat hij iets moet doen om die toestand te ontvluchten. Dus verzint hij spelletjes, verhalen, conflicten, kunst. En seks. Vooral seks. Want seks is niet alleen genot — het is een explosie van zintuiglijke input. Beweging, geur, geluid, aanraking, spanning, ontlading.

Voortplanting is slechts een evolutionaire bijzaak. Het orgasme is de beloning, de reproductie het neveneffect. Evolutionair voordelig? Zeker. Maar de mens zoekt het orgasme, niet het nageslacht. Sterker nog: we besteden miljarden aan anticonceptie, juist omdat we het genot wél willen, maar de biologische consequentie níet.

Seks is slechts één voorbeeld. Denk aan sport (lichaam in beweging, adrenaline), roddel (sociale spanning), horrorfilms (angst als gecontroleerde prikkel), drugs (biochemisch vuurwerk), sociale media (oneindige stroom van microprikkels). De mens is een prikkeljunk met een lage tolerantie voor rust. Een leven zonder sensatie wordt al snel als leeg, saai en ondraaglijk ervaren.

Er zijn parallellen met de hedendaagse gedragsneurowetenschappen. Het brein leert door prikkels. Bekrachtiging (reinforcement) stuurt gedrag. Aangename prikkels (beloning) worden herhaald, onaangename vermeden. Dit is geen morele keuze, maar een leercurve. Een overlevingsstrategie. En dus bouwen we een bestaan rond de optimalisatie van prikkelinput. Comfort, ja. Maar vooral: variatie.

De moderne mens is daardoor permanent op jacht. Niet naar voedsel of veiligheid, maar naar sensatie. Een nieuwe serie, een nieuwe affaire, een nieuwe baan, een nieuwe identiteit. Stilstand is geen doodzonde, het is existentiële marteling.

Als we de mens als prikkelzoeker serieus nemen, dan moeten we ook iets anders onder ogen zien: onze zogenaamde ‘betekenisvolle’ bezigheden zijn zelden wat ze lijken. Ze zijn vaak slechts gecamoufleerde pogingen tot zelfstimulatie. De Grote Vragen des Levens — “Wie ben ik?”, “Wat is mijn doel?”, “Wat laat ik achter?” — zijn misschien niets meer dan het cerebrale equivalent van TikTok-scrollen: een vorm van mentale bezigheidstherapie om de verveling te verdrijven. Ze zijn geen zoektocht naar waarheid, maar naar afleiding met diepgangssuggestie. Filosofie als high-end entertainment.

Neem religie. Eeuwenlang gepresenteerd als de zoektocht naar de waarheid, het hogere, het transcendente. Maar wat als het gewoon een hypercomplex systeem is van verhalen, rituelen, gezangen en morele prikkels die het brein van de gelovige blijven stimuleren? Zing, kniel, buig, vrees, hoop — het is een complete zintuiglijke ervaring, perfect gedoseerd. God als ultieme content creator. Een feitelijk een briljant ontworpen sensorisch en sociaal prikkelprogramma. Een liturgie van gezang, geur, symboliek en herhaling. Het collectief als feedback-loop. Niet God, maar zintuiglijke overprikkeling is het centrum van aanbidding. En de angst voor hel en leegte? Prima motivator om elke zondag op tijd te verschijnen.

Of kunst. De verheven roeping van de kunstenaar — “ik moet iets uitdrukken!” — is evengoed de drang om gehoord, gezien en gevoeld te worden. En de kijker of luisteraar? Die wil vooral iets vóélen. Die consumeert het voor de dopamine. De schok, de traan, het “dit raakt me” – allemaal prikkeldoelen. Hoe origineler, hoe beter, want het brein is snel verzadigd. Kunst is dopamine op canvas. Abstractie is gewoon een hoger niveau van moeilijk-doen-voor-de-kick.

De traan bij de film, de kippenvelsolo, de huilbui bij het museumstuk — allemaal prikkels. En hoe origineler, afwijkender of schokkender, hoe beter. Want het brein went snel. Kunst is junkfood voor het intellect, maar dan met een Oscar.

Zelfs liefde, de grootste prikkelverpakking van allemaal. Dat heilige bastion van zingeving, is een prikkelcircus van blozende dates, seksuele spanning, drama en verzoening is een doorlopende serie met cliffhangers. Vlinders in je buik, spanning van het eerste oogcontact, de rollercoaster van aantrekken en afstoten. Relaties zijn een serie afleveringen van drama en beloning, onderbroken door seks en ruzie. Het ideaal van de levenslange, monogame relatie is evolutionair misschien handig, maar psychologisch vooral een poging om een constante bron van vertrouwde prikkels binnen handbereik te houden. Tot de spanning eruit is en die prikkels uitdoven? Dan noemen we het ‘de sleur’ en zoeken we een nieuwe serie. Monogamie is geen moreel ideaal, maar een poging tot prikkel-abonnement met vaste levering.

We maken dus verhalen. Over liefde, over werk, over identiteit. We verzinnen betekenissen, doelen, levenspaden – maar onder de motorkap draait het om stimulatie. Storytelling als zelfbedrog in haute couture. Zelfs succes – rijkdom, status, bewondering – is gereduceerd tot toegangspas tot zeldzame prikkels: duurdere wijn, exclusievere seks, snellere auto’s. Niet om te leven, maar om de leegte niet te hoeven voelen. Maar die verhalen dienen zelden de waarheid. Ze zijn een scherm. Een esthetische interface. Narratieven zijn de verpakking waarin we ons prikkelgedrag verpakken. Betekenis is verpakking. En de inhoud? Die is vaak leeg — maar aantrekkelijk vormgegeven.

In deze context is ook ‘succes’ niets anders dan het vergaren van toegang tot exclusieve prikkels: luxe, aandacht, bewondering. We willen rijkdom niet om te overleven, maar om toegang te krijgen tot een hogere klasse van prikkelintensiteit. De cabrio, het Michelin-restaurant, het VIP-ticket. Er is altijd weer een overtreffende trap van genot die ons lonkt. En verveling, die zwarte schaduw aan de rand van ons bewustzijn, jaagt ons vooruit.

Betekenis is vormgeving. Leegte met flair.

“Betekenis is de façade. De inhoud? Een spektakel van leegte dat we ‘leven’ noemen.”

Heldenverering als substituutprikkel: de mens in de schaduw van het grotere verhaal

Waar de individuele prikkel dooft, zoekt de mens zijn kicks in collectieve extase. Als je zelf geen held kunt zijn, word dan fan. Volgeling. Aanhanger. Want niets sust de angst voor leegte zo goed als opgaan in een groter verhaal waarin jij zelf niet hoeft te schitteren, maar wel mag meeschreeuwen.

De held – sporter, popster, generaal, martelaar – is geen moreel voorbeeld, maar een prikkelfabriek. Zijn prestaties wekken bewondering, jaloezie, vervoering: een cocktail van sociale en emotionele stimulatie. En belangrijker: hij geeft de anonieme volgeling tijdelijk een gevoel van betekenis via identificatie. “Wij hebben gewonnen”, zegt de man met bierbuik en nationalistisch vlaggetje, alsof hij mee op het veld stond. Narcistische projectie in groepsverpakking.

Mythen, superheldenfilms, influencers – het zijn moderne versies van het stamvuurverhaal. De heroïek die ons ontslaat van de banaliteit. Want als iemand het gevecht tegen het kwaad voert, het onmogelijke bereikt, het grote offer brengt – dan hoeven wij dat niet. We mogen applaudisseren. En via associatie een fractie van hun glans lenen.

Maar ook dit systeem kent entropie. Helden moeten steeds groter, extremer, radicaler. De influencer moet meer onthullen, de sporter moet records breken, de politicus moet sterker retorisch vuurwerk leveren. Zodra de prikkel went, sterft het icoon. Vraag het Nietzsche: 

“Als je lang naar een held kijkt, word je zijn fan. Kijk je nog langer, dan ga je je vervelen. En uiteindelijk zie je gewoon weer een mens.”

Heldenverering is de outsourcing van onze eigen onbenulligheid. Het is veilig: bewondering zonder verantwoordelijkheid. Je hoeft zelf niets te riskeren, geen betekenis te bouwen, geen werkelijke daden te stellen. Alleen maar liken, bidden, juichen, consumeren. Geen actie, alleen projectie.

Het tragische? Zelfs de held is vaak slechts een marionet in het prikkeltheater. Gemanaged, gemediatiseerd, opgefokt tot symbool. En als zijn verhaal niet meer verkoopt, wordt hij ingeruild voor een nieuwe. Want ook de held is – in ons dopamine-ecologisch systeem – een wegwerpproduct.

Heldenverering is geen respect. Het is exploitatie.

Digitale prikkelverslaving als systemisch verdienmodel: van aandacht naar uitbuiting

Als Pavlov vandaag had geleefd, werkte hij bij TikTok.

De digitale wereld is geen informatie-infrastructuur meer, maar een prikkelcircus. Wat begon als communicatiekanaal is verworden tot een eindeloos doorgespoelde geluids- en beeldcocktail, geoptimaliseerd voor één ding: het kapen van aandacht. Niet om de gebruiker te dienen, maar om hem te melken.

Elk algoritme is een jager. Elk platform een casino. Met een oneindige stroom van micro-beloningen: likes, notificaties, nieuwe posts, suggesties die net je voorkeur raken – en precies daarom net je autonomie omzeilen. Het systeem leert sneller dan jij jezelf kent. Het kent je niet, het herkent je patronen en bespeelt ze.

Waarom? Omdat aandacht geld is. Want hoe langer jij blijft scrollen, hoe meer advertenties je ziet, hoe meer gedragsdata je genereert, hoe beter je te manipuleren bent – politiek, commercieel, seksueel, ideologisch. Je bent geen klant. Je bent het product. De ‘gratis dienst’ is een omgekeerde kolonisatie van je tijd, je focus, je keuzeruimte.

Verslavingsmechanismen zijn ingebouwd: onvoorspelbare beloning (Skinner box), sociale vergelijking (FOMO), eindeloze scrollbaarheid (infinite loop design), tijdelijke schaarste (stories die verdwijnen). Alles is erop gericht je net niet genoeg te geven om te stoppen. Zoals een gokautomaat: verlies leidt tot herhaling. Want misschien komt de beloning de volgende keer wel.

En dat is het geniale (lees: ziekelijke) ervan: het systeem werkt. Niet door dwang, maar door verleiding. Niet door geweld, maar door gewenning. Je denkt dat je kiest, maar je volgt slechts een pad van minste weerstand, uitgezet door een AI die niet streeft naar waarheid of welzijn – maar naar ‘engagement’.

Resultaat: de mens als dopamine-junkie. Aangeleerde oppervlakkigheid. Geen focus, geen diepte, alleen snelle hits. Prikkel, reactie. Prikkel, reactie. Als een laboratoriumrat met een touchscreen.

Ironie? Deze platforms gebruiken psychologische inzichten uit de gedragswetenschappen om mensen verslaafd te maken – dezelfde wetenschap die ooit bedoeld was om gedrag te begrijpen, niet te exploiteren. Skinner draait zich om in zijn doos.

En zoals altijd: de kwetsbaren betalen het meest. Jongeren, mensen met mentale issues, sociaal geïsoleerden. Hun aandacht wordt niet alleen gevangen, maar ook gekneed. Hun zelfbeeld wordt afgeleid van wat algoritmes hen aanbieden – en wat ze daardoor nooit zullen zijn.

Prikkelinflatie en de devaluatie van betekenis: als alles spektakel is, wordt niets nog gevoeld

De mens is gemaakt voor schaarste. Niet voor overvloed.

Niet voor een oneindige berg aan beelden, geluiden, meningen, lichamen, emoties, aanbiedingen en “unieke” kansen. Onze zintuigen, ooit fijnbesnaarde antennes voor overlevingssignalen, zijn gedegradeerd tot verdoofde filters in een tsunami van irrelevantie. Er is geen hiërarchie meer. De dood van een familielid, een oorlog, een TikTok dansje en een kortingsactie van Bol.com dringen zich aan ons op met dezelfde intensiteit, in dezelfde resolutie, op hetzelfde scherm.

Dit is geen evolutie. Dit is een cognitieve inflatie.

Prikkels die vroeger zeldzaam en betekenisvol waren – de blik van een geliefde, een overwinning, een mysterie – zijn nu in overvloed en worden daarmee waardeloos. Het gevolg is een paradox: we voelen méér, maar beleven minder. We weten van alles, maar begrijpen niets. We zien alles, maar zijn blind voor betekenis. Onze innerlijke wereld is verworden tot een magazijn van ongecategoriseerde rommel. En wie alles waardevol vindt, vindt uiteindelijk niets nog de moeite waard.

Het spektakel regeert. Alles moet ‘impact’ hebben, moet shockeren, raken, opvallen. Subtiliteit is dood. Traagheid verdacht. Diepgang passé. Wie nuanceert, wordt genegeerd. Wie schreeuwt, wordt gedeeld.

Dat is de tragedie: het spektakel is verslavend, maar het voedt niet. Het consumeert. Zoals junkfood de honger niet stilt, maar aanwakkert. En dus zoeken we naar meer: heftiger, sneller, seksier, absurder. Wat gisteren nog opwond, is vandaag saai. Wat vandaag choqueert, is morgen normaal. Het menselijk brein is een adaptief orgaan – en juist dát maakt het zo kwetsbaar in deze context. We bouwen tolerantie op voor wat ons ooit raakte, en blijven dus op zoek naar een volgende fix.

En ondertussen? Verliezen we het vermogen tot verwondering. Tot echte betrokkenheid. Tot die plotselinge stilte waarin je iets werkelijk ervaart, iets voelt resoneren zonder dat het schreeuwt. Maar die stilte wordt verdacht. Want stilte verkoopt niet.

“In a world that is constantly shouting, the whisper becomes incomprehensible.”

En daarmee rest de vraag: hoe kun je nog waarde creëren, ervaren of herkennen als alles overprikkelt? Of zoals Byung-Chul Han het treffend stelt: “Het helverlichte leidt tot het verdwijnende.” Misschien is betekenis tegenwoordig net als een ster aan de hemel: zichtbaar, maar pas waarneembaar in het donker.

Homo Ludens 2.0

Slot: De vermoeide geest, de overprikkelde ziel en de vergeten kunst van leegte

De mens is een jagend dier dat tot zombie is getransformeerd—niet door honger, maar door een overdaad aan virtuele voedselpakketten die niets voeden behalve de verslaving zelf. Wij zijn geëvolueerd voor schaarste: een beperkte wereld waarin elke waarneming betekenis had, waarin stilte niet leegte was, maar potentie.

Wat we nu ervaren is geen vooruitgang, maar een evolutionaire dissonantie. Onze hardware – het brein – is prehistorisch, gebouwd voor traagheid, nuance en context. De software – onze cultuur, onze technologie – draait op de turbostand. Dit is niet alleen een mismatch, het is een voortdurende botsing. Een overprikkeld organisme dat zich per definitie niet meer kan oriënteren op wat werkelijk belangrijk is.

We bevinden ons in een stadium van cognitieve uitputting. Niet omdat we dom zijn, maar omdat we overweldigd worden. Net zoals een computer niet traag is vanwege gebrek aan rekenkracht, maar door te veel openstaande processen. De mens is tegenwoordig een multitaskende leegte: voortdurend aan, maar zelden echt aanwezig.

En wat is het gevolg? De opkomst van de “burn-outgeneratie”, niet door fysieke arbeid, maar door permanente mentale hyperactivatie. Zintuigen die geen rust kennen, gedachten die nooit stilvallen, ogen die voortdurend scannen maar niets meer zien. De ware schaarste van deze tijd is geen informatie, maar aandacht. Geen kennis, maar betekenis. Geen lawaai, maar stilte.

Daarom moet het pleidooi helder zijn: herwonnen prikkelhygiëne is geen luxe, maar noodzaak. De geest moet leren vasten. Niet alles lezen, niet alles zien, niet alles delen, niet alles menen. Niet elke indruk tot expressie dwingen. Terug naar het vermogen tot aandachtige leegte.

Zoals Blaise Pascal al stelde: “Alle ellende van de mens komt voort uit het feit dat hij niet rustig alleen in een kamer kan zitten.” En juist dat is vandaag revolutionair: de keuze om je te onttrekken aan het spektakel, om de herrie niet meer te voeden met je blik, je klik, je tijd. Dat is geen vlucht, dat is verzet.

De nieuwe autonomie begint waar je weigert nog langer reactionair te zijn. Waar je ophoudt te functioneren als dat voorspelbare algoritmische organisme dat slechts prikkels volgt als een hond achter een laserpuntje. Je kúnt kiezen. Voor traagheid. Voor aandacht. Voor stilte.

De held in dit verhaal is niet de luidste, de snelste of de best gedeelde.

Het is degene die weigert mee te doen.

 Referentielijst & Inspiratiebronnen

Filosofen & cultuurcritici

  • Blaise Pascal – Pensées (1670)
    Klassieke bespiegelingen over de menselijke onrust, afleiding en het onvermogen om alleen te zijn.
  • Byung-Chul Han
    • Müdigkeitsgesellschaft (2010) – NL: De vermoeide samenleving
    • Psychopolitiek (2014)
      Kritiek op de neoliberale zelfuitbuiting en de prikkelmaatschappij die leidt tot burn-out, depressie en “positieve dwang”.
  • Zygmunt Bauman
    • Liquid Modernity (2000)
    • Consuming Life (2007)
      De vloeibaarheid van waarden, identiteiten en sociale verbanden in een consumptiemaatschappij die vervreemdt.
  • Michel Foucault – Surveillance and Punish (1975)
    Over disciplinerende macht, zelfbewaking en het internaliseren van sociale controle via technologie.
  • Herbert Marcuse – One-Dimensional Man (1964)
    Over de mens als platgeslagen consument in een technologisch beheerde cultuur, die zijn eigen onderdrukking als vrijheid ervaart.

Neurowetenschap, psychologie & gedrag

  • Robert M. Sapolsky – Behave (2017)
    Over hoe biologische, evolutionaire en culturele factoren gedrag aansturen; cruciaal voor het begrijpen van prikkelverwerking.
  • Daniel Kahneman – Thinking, Fast and Slow (2011)
    Belangrijke uitleg over de twee snelheden van denken; prikkelmijding en energiebesparing als cognitieve strategie.
  • Nassim Nicholas Taleb
    • Antifragile (2012)
    • The Black Swan (2007)
      Ideeën rond stress, antifragiliteit, en de gevaren van overoptimalisatie en fragiele systemen (zoals overprikkelde mensen).
  • Adam Gazzaley & Larry Rosen – The Distracted Mind: Ancient Brains in a High-Tech World (2016)
    Hoe onze evolutionair oude hersenen omgaan met digitale prikkels; mismatch-theorie pur sang.
  • Tristan Harris (Center for Humane Technology)
    Kritiek op de ‘attention economy’ en de manipulatieve aard van technologie die breinmechanismen kaapt.

Sociologische & mediatheoretische duidingen

  • Neil Postman – Amusing Ourselves to Death (1985)
    Degradatie van inhoudelijke communicatie in een spektakelmaatschappij; relevant in het kader van dopamineverslaafde informatiestromen.
  • Jean Baudrillard – Simulacra and Simulation (1981)
    Over hoe de realiteit wordt vervangen door mediabeelden; de mens als consument van kopieën van echtheid.
  • Guy Debord – La Société du Spectacle (1967)
    De spektakelmaatschappij als sociaal georganiseerde vervreemding; actuele diagnose avant la lettre.
  • Marshall McLuhan – Understanding Media (1964)
    De medium is de boodschap – over hoe technologie en media onze perceptie (en dus gedrag) vormgeven.

Aanvullend & verdiepend

  • Matthew B. Crawford – The World Beyond Your Head (2015)
    Pleidooi voor aandacht als moreel goed en cognitieve autonomie in een afleidende wereld.
  • James Williams – Stand Out of Our Light (2018)
    Over de strijd om onze aandacht en het verlies van autonomie in een door technologie gedreven wereld.
  • Cal Newport – Digital Minimalism (2019)
    Praktische én filosofische benadering voor prikkelhygiëne en diepe focus.

 Kritisch commentaar & aansluitende gedachte

De bovengenoemde bronnen bewegen zich tussen cultuurkritiek, neuropsychologie en filosofie. Samen tekenen zij een consistent beeld: de moderne mens is geen bevrijd wezen, maar een zelfuitbuitend subject dat met open ogen zijn eigen cognitieve gevangenis installeert, voedt en onderhoudt.

De term “zelfverradende autonomie” zou hier niet misstaan: denken dat je kiest, terwijl je gestuurd wordt – op basis van prikkels waar je geen nee tegen leert zeggen.

En de echte ironie? De enige uitweg is een keuze die we zijn verleerd te maken: niets doen. Niet kiezen, niet reageren, niet optimaliseren, niet groeien, niet delen. Gewoon zijn. In stilte. Onmeetbaar. Onzichtbaar. 

Onaantrekkelijk voor elk algoritme.

Maar o zo noodzakelijk.

Ook interessant voor jou!