HOERA VOOR SLAVERNIJ Een lofrede op de keten die de mens mens maakt

HOERA VOOR SLAVERNIJ Een lofrede op de keten die de mens mens maakt

Beste lezer,

Voor ik je mijn nieuwste essay stuur, een kleine waarschuwing.
Niet omdat het gevaarlijk is, maar omdat het waar is – en dat kan bij sommige mensen jeuk veroorzaken.

Ik heb ditmaal geprobeerd positief te schrijven.
Dat pakte, zoals je zult merken, op mijn eigen manier uit.
Met andere woorden: vrolijk, speels, wetenschappelijk… en hier en daar een tikje oncomfortabel.
Je weet wel: zoals de waarheid meestal is voordat iemand er een strik omheen probeert te knopen.

Het stuk heet “Hoera voor Slavernij”.
Geen paniek: het gaat niet over kettingen uit het museum, maar over de ketens waar we vandaag vrijwillig voor tekenen.
Hypotheken, carrières, beloftes, rituelen, overtuigingen – kortom, al die dingen waar je lachend je leven aan opdraagt.

Ik beloof je dit:
je zult glimlachen, fronsen, misschien even stilvallen,
en je ketting net een beetje horen rinkelen.

Veel leesplezier.
En vergeet niet: wie zijn eigen kooi doorziet, is vrijer dan wie zich vrij waant.

Hartelijke groet,
Peter Koopman

Een lofrede op de keten die de mens mens maakt

Door Peter Koopman

Proloog: een vrolijke noot in kettingvorm

Omdat Robine mij vriendelijk maar beslist liet merken dat mijn pennenvruchten soms een donkere gloed hebben – alsof ik altijd net iets te diep in het evolutionaire moeras sta te roeren – besloot ik het eens anders te doen.
Positief.
Lichtvoetig.
Vrolijk zelfs.

Dus laten we beginnen met iets opgewekter dan gebruikelijk:

Hoera voor slavernij.
En hoera voor de vrouw die het bedacht heeft.

Niet schrikken: dit is geen pleidooi voor kettingen en koloniale nostalgie. Dit is een lofzang op de meest fundamentele menselijke eigenschap: de behoefte aan georganiseerde afhankelijkheid, met een strik eromheen. Slavernij is slechts het oudste, eerlijkste woord voor een systeem dat we nu met veel cosmetica “samenleving” noemen.

En laten we eerlijk blijven: als slavernij een uitvinding was, dan was het een vrouwelijke. Mannen komen evolutionair niet veel verder dan de functionele drie-eenheid van testosteron:

  1. eten
  2. vechten
  3. paren

Strategisch denken?
Organiseren?
Koekoek.

Het beeld is eenvoudig: een oervrouw in een grot, regen tikt op het dak van mammoethuid. Haar knechtje in berenvel staat op het punt de kou in te stappen. Zij schenkt thee – ja, ik gun haar thee, wat dan nog – en zegt iets briljants:
“Breng jij eens een mammoet mee. Dan bak ik later iets voor je.”

En daar ging hij, blij, trots, nuttig.
Terwijl zij het grootste sociologische experiment van de prehistorie opzette: de wortel en de zweep in één elegante beweging.

Dit is het begin van beschaving: niet vuur, niet taal, niet religie – maar het laten geloven van een ander dat zijn inspanning zinvol is.

De mens is sindsdien nooit meer vrij geweest. En dat is maar goed ook.

1. De mens: een energiezuinig, betekenisbakkend beest

Wat is de mens eigenlijk?
Biologisch gezien een hypocriete aap met een cortex die zichzelf overschat. Een wateraap die verhalen verzint om zijn aanwezigheid draaglijk te maken. Een organisme dat zoekt naar energie-efficiëntie en daarom zoveel mogelijk van zijn functioneren automatiseert.

Sapolsky zei het mooi in Behave:
vrijheid is een cerebraal bijproduct, geen realiteit.
Menselijk gedrag is grotendeels het resultaat van hormonen, genetische predisposities, sociale prikkels en oeroude reflexen.

Vrijheid is een cosmetische laag over een schedel vol automatische programmeercodes.

Daarom zijn mensen dol op systemen die voor hen denken.
Slavernij was het eerlijkste systeem: iemand zegt wat je moet doen.
De moderne variant is complexer: mensen overtuigen zichzelf dat ze kiezen.

Spoiler: ze kiezen niets.

2. Het begin: vrouwen, beloftes en de geboorte van hiërarchie

De eerste vorm van slavernij was niet de zweep, maar de beloften-economie.
Trivers legde al uit: wederkerigheid is nooit neutraal.
Er zit altijd een verborgen agenda achter.

De vrouw gebruikte een wortel – een belofte – en manlief rende de grot uit.

Van daaruit ontstond een structuur die eeuwen standhield:
– zij die plannen
– en zij die uitvoeren

De wortel werd de functionele basis van elke hiërarchie:
Je krijgt iets als je doet wat wij willen.

Religies bouwen er hele werelden mee.
Bedrijven noemen het “bonussen”.
Politici noemen het “kansen”.
Ouders noemen het “opvoeding”.
Liefdespartners noemen het “compromissen”.

De wortel is de oudste ketting ter wereld.
De zweep is pas ingevoerd toen er mannelijke leiders bijkwamen.

3. Slavernij als evolutionair gereedschap

Hier komt het positieve gedeelte dat Robine ongetwijfeld zal waarderen.

Slavernij – primair of symbolisch – was de motor van menselijke vooruitgang.
Zonder het idee dat sommige lichamen werken voor andere lichamen was er nooit:

– landbouw
– stedenbouw
– piramidebouw
– wegenbouw
– cultuur
– wetenschap
– bureaucratie
– een belastingdienst (hoera)
– of de influencer met ringlicht die “hard work pays off” mompelt terwijl ze gesponsord wordt door vier bedrijven

Alles wat wij beschaving noemen is gebouwd op georganiseerde asymmetrie.

Henrich noemt dit “accumulatieve cultuur”: systemen groeien niet omdat individuen slim zijn, maar omdat velen structureel aan taken worden gebonden die hen overstijgen.
Graeber noemt schuld “de geciviliseerde vorm van slavernij”.
Wrangham noemt mensen “gedomesticeerde primaten” – we hebben onszelf tam gemaakt en daar productie van gemaakt.

Vrijheid heeft geen civilisatie gebouwd.

Keten wel.

4. De mens kiest vrijwillig voor zijn eigen kooi

Hier komt de evolutionair-psychologische kern.

A. Onzekerheid is ondraaglijk

Vrijheid betekent risico.
Risico betekent stress.
Stress betekent calorisch verlies.
Het organisme haat dat.

Daarom kiest de mens voor werk, routines, systemen en procedures.
Die geven voorspelbaarheid.
Voorspelbaarheid geeft kalmte.
Kalmte spaart energie.

B. Groepsafhankelijkheid

Henrich en Tomasello hebben gelijk: zonder groep ben je niets.
De mens zoekt hiërarchie omdat het ordent, niet omdat het eerlijk is.

Slavernij is hiërarchie in pure vorm.

C. Aandacht als bestaansrecht

De keten geeft functie.
Functie geeft aandacht.
Aandacht geeft identiteit.

Een slaaf wist precies wie hij was: dat geeft rust.
Een moderne werknemer ook.

D. Illusies zijn beter dan waarheden

Waarheid is duur.
Illusie is goedkoop.
Daarom floreren religies, ideologieën, en zelfs de liefde.

E. Dominantie en onderwerping zijn in onze soort ingebouwd

Elke sociale soort heeft een hiërarchie.
Mensen hebben er alleen verhalen van gemaakt.

We noemen slavernij:
– arbeid
– carrière
– roeping
– plicht
– vaderlandsliefde
– succesmentaliteit
– persoonlijke groei
– leiderschap

Alles wat de mens doet, doet hij binnen een structuur waarin hij onderling afhankelijk is – en dus een beetje slaaf.

5. De moderne ketting: plastic kaartjes en digitale boeien

We hoeven niet ver te zoeken om slavernij terug te vinden: kijk naar de portemonnee.
Dat glimmende ding heet een creditcard.
Dat is geen betaalmiddel; dat is een contractje met een ketting.

Een hypotheek is niets anders dan een moderne vorm van lijfeigenschap:
Je verkoopt 30 jaar van je leven in ruil voor een doos baksteen waar je elk weekend aan moet klussen. En de bank is eigenaar tot de laatste cent.

Mensen vinden dit bevrijdend.
Ze vieren het met taart.

Maar goed, ik wilde positief blijven.
En dat lukt nog steeds.

6. Waarom we slavernij moeten omarmen (met een glimlach)

Slavernij, in welke vorm dan ook, laat iets prachtigs zien:
De mens is geen autonoom genie.
De mens is een organisme dat floreert in structuur.

Zijn ketenen zijn ritmes.
Zijn verplichtingen zijn stabiliteit.
Zijn rol is zijn identiteit.

Vrijheid is overschat.
De meeste mensen weten niet wat ze ermee moeten.

Slavernij – of het nu met kettingen, contracten, relaties, rituelen, statussen of diploma’s gebeurt – is het sociale weefsel dat ons overeind houdt.

En dat is iets moois.
Echt moois.

Het laat zien dat we, ondanks onze primitieve oorsprong, een collectief organisme zijn dat zichzelf draaiend houdt door elkaar zachtjes aan de ketting te houden.

Einde: een warme knipoog naar Robine

En Robine, mocht je dit tussen de regels door lezen:
Ik ben niet somber.
Ik ben gewoon eerlijker dan de gemiddelde aap.

Ik beschrijf de mens zoals hij is, zonder Instagram-filter.
Sommige mensen schrijven over bloemen.
Ik schrijf over de mest waaruit ze groeien.
Daar is niets zwaarmoedigs aan; dat is pure, grondige biologie.

En bovendien – wees gerust – ik glimlach erbij.
Ik was erbij.

En wie glimlacht terwijl hij de ketenen van de mens benoemt, begrijpt het leven beter dan de rest.

Hoera voor slavernij.
Hoera voor de illusies die ons staande houden.
Hoera voor de mens, dat aandoenlijke, opportunistische, energiezuinige beest dat denkt dat het vrij is – en daarom zo prachtig functioneert.

Literatuurlijst

Dennett, D. C. (2017). From bacteria to Bach and back: The evolution of minds. W. W. Norton.

Foucault, M. (1977). Discipline and punish: The birth of the prison. Pantheon Books.

Graeber, D. (2011). Debt: The first 5,000 years. Melville House.

Henrich, J. (2016). The secret of our success: How culture is driving human evolution, domesticating our species, and making us smarter. Princeton University Press.

Hrdy, S. B. (2009). Mothers and others: The evolutionary origins of mutual understanding. Belknap Press.

Kahneman, D. (2011). Thinking, fast and slow. Farrar, Straus and Giroux.

Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The biology of humans at our best and worst. Penguin Press.

Tomasello, M. (2014). A natural history of human thinking. Harvard University Press.

Trivers, R. (2011). The folly of fools: The logic of deceit and self-deception in human life. Basic Books.

Wrangham, R. (2019). The goodness paradox: The strange relationship between virtue and violence in human evolution. Pantheon Books.

Wilson, E. O. (1978). On human nature. Harvard University Press.

Zimbardo, P. (2007). The Lucifer effect: Understanding how good people turn evil. Random House.

Ook interessant voor jou!