Het Verslavende Gif van het Nieuwe

Het Verslavende Gif van het Nieuwe

“Nieuw! (En dus onmisbaar – want anders zou je dit niet lezen)”

Beste Lezer,

Je weet het zelf ook: wat gisteren nog fris en spannend leek, is vandaag alweer saai. Dat geldt voor schoenen, telefoons, en – laten we eerlijk zijn – soms ook voor ideeën. Daarom schreef ik een stuk over onze ingebakken drang naar nieuw. Niet naar beter, maar gewoon naar anders.

Waarom? Omdat dit kleine neurochemische verslavingetje de motor is achter alles wat we cultuur noemen – én de reden waarom we collectief richting burn-out en klimaatcrisis scrollen.

In mijn stuk ontdek je:

  • Waarom je hersenen liever een nieuwe serie beginnen dan de oude afkijken.
  • Hoe “nieuw” tegelijk kunst, wetenschap én chaos voortbrengt.
  • En waarom de iPhone 16 eigenlijk een dure placebo is.

Lees het, glimlach, en vraag jezelf af of jij ook slachtoffer bent van de “nieuwigheidstroep”. (Spoiler: ja.)

Want eerlijk: wat heb je anders te doen? Scrollen naar nóg meer kattenvideo’s?

Groet,
Peter Koopman

Een Filosofisch-psychologische Verkenning

Inleiding – De Verslaving aan Anders

Al jarenlang draag ik een gedachte met me mee: de mens heeft een ingebakken drang naar ‘nieuw’. Niet naar beter, maar naar anders. Het nieuwe speelt met ons brein zoals een kat speelt met een muis – even onweerstaanbaar als zinloos. Het is een dubbelsnijdend zwaard: het jaagt ons vooruit, maar hakt tegelijk stukken van onze rust en tevredenheid af. Onze hang naar nieuw vormt de motor achter cultuur, kunst, wetenschap, economie – en tegelijk de brandstof voor oorlog, verspilling en destructie. Zonder deze drang zouden we nog steeds in bomen zitten. Met deze drang staan we inmiddels op de rand van overbevolkingscatastrofe. Dit essay probeert deze paradox te ontrafelen en plaatst haar in een breder filosofisch en psychologisch perspectief, met een bijzondere rol voor Epicurus als tegendraadse stem van rust en tevredenheid.

1. De Drang naar Nieuw: Neurobiologische Fundamenten

De drang naar vernieuwing heeft diepe wortels in ons brein. Neurowetenschappers wijzen op het dopaminerge beloningssysteem, dat geactiveerd wordt wanneer we nieuwe prikkels ervaren (Berridge & Kringelbach, 2015). De belofte van het nieuwe geeft een grotere dopaminerespons dan het bezit zelf – een fenomeen dat bekendstaat als dewanting-liking gap. Anders gezegd: de anticipatie is vaak bevredigender dan de consumptie.

Psycholoog Robert Sapolsky (2017) beschrijft hoe het beloningssysteem vooral vlamt bij onzekerheid: een rat krijgt meer dopaminerespons als hij misschien voedsel krijgt dan als hij het zeker weet. Dit maakt ons wezenlijk gokkers: we zoeken niet alleen het nieuwe op, maar we genieten van de spanning die eraan voorafgaat.

De evolutionaire logica is helder: een organisme dat nieuwsgierig is, ontdekt nieuwe voedselbronnen en ontsnapt aan bedreigingen. Het probleem ontstaat wanneer dit mechanisme in een wereld van overvloed en constante prikkelvoorziening terechtkomt – onze hersenen zijn nog altijd ingesteld op schaarste, terwijl de realiteit van de 21e eeuw bestaat uit een continue prikkelstorm.

2. Cultuur als Bijproduct van Nieuw-honger

De culturele vooruitgang van de mens is ondenkbaar zonder deze drang. Innovatie, ontdekkingsreizen, wetenschap – ze zijn allemaal geworteld in de impuls om te kijken wat er achter de volgende heuvel ligt. Jared Diamond (1997) wijst er inGuns, Germs, and Steel op dat veel ‘vooruitgang’ niet per se gepland of noodzakelijk was, maar ontstond omdat iemand iets nieuws probeerde, soms met desastreuze, soms met briljante gevolgen.

Maar de schaduwkant is even groot: de wapenwedloop is net zo goed een product van die drang naar vernieuwing. We kunnen niet laten om het nieuwe niet alleen te ontdekken, maar ook te optimaliseren voor macht en destructie. Ernest Becker (1973), in The Denial of Death, betoogt dat veel van onze culturele productie een manier is om de dood te bezweren: we scheppen en vernieuwen omdat we een symbolisch spoor willen nalaten. Het nieuwe is in die zin een manier om even te vergeten dat we eindig zijn.

3. Epicurus als Contrapunt: De Kunst van Tevredenheid

En hier komt Epicurus in beeld. De Griekse filosoof (341–270 v.Chr.) pleitte niet voor eindeloos najagen van het nieuwe, maar voor het cultiveren van ataraxia – een staat van onverstoorbaarheid. Zijn onderscheid tussen natuurlijke en noodzakelijke verlangens (eten, vriendschap) en lege verlangens (roem, luxe, macht) is actueler dan ooit. Hij schreef:

“Wie niet tevreden is met weinig, zal ook niet tevreden zijn met veel.”

Deze uitspraak fungeert als een tegenstem in onze dopaminedoorweekte tijd. Waar onze cultuur voortdurend nieuwe prikkels aanbiedt, zegt Epicurus: het recept voor geluk ligt niet in meer, maar in genoeg. Zijn filosofie kan worden gelezen als de eerste poging om de hedonic treadmill – de eeuwige tredmolen van verlangens – te verlaten.

De ironie is dat Epicurus’ leer niet pleit voor ascese, maar juist voor een genieten met mate. Hij erkent dat plezier het hoogste goed is, maar hij maakt een onderscheid tussen plezier dat tot rust leidt en plezier dat nieuwe onrust zaait. Daarmee is hij een vroege criticus van de moderne consumptiecultuur.

4. Becker versus Epicurus: Angst en Acceptatie

De spanning tussen Becker en Epicurus is interessant: Becker ziet de drang naar nieuw als een existentiële verdedigingslinie tegen de doodsangst. Epicurus daarentegen stelt dat de dood ons niet hoeft te deren – “waar ik ben, is de dood niet; waar de dood is, ben ik niet” – en dat angst voor de dood juist het lijden vergroot. Als Becker gelijk heeft, dan is de drang naar nieuw een vorm van collectieve therapie: we innoveren en creëren om onszelf te overtuigen dat we ertoe doen. Maar volgens Epicurus is dat een vergissing: de ware vrijheid ligt in het niet nodig hebben van dat alles.

Het contrast tussen beide biedt een vruchtbare lens: Becker onthult waarom het zo moeilijk is om te stoppen met vernieuwen, Epicurus laat zien dat het wel degelijk mogelijk is – maar tegen een hoge psychologische prijs, namelijk het onder ogen zien van onze eindigheid zonder de troost van symbolische onsterfelijkheid.

5. Psychologische Dynamiek: De Hedonische Tredmolen

Moderne psychologie heeft Epicurus grotendeels gelijk gegeven: het fenomeen van hedonische adaptatie (Brickman & Campbell, 1971) laat zien dat we na elke positieve of negatieve gebeurtenis terugkeren naar een soort ‘set point’ van geluk. Het nieuwste gadget, de nieuwste relatie, de nieuwe baan – ze verhogen ons geluk slechts tijdelijk. Daniel Kahneman (2011) beschrijft in Thinking, Fast and Slow hoe onze systeem-1-denkmodus hunkert naar prikkels en noviteit, terwijl systeem 2 moeite heeft om de lange termijn rust te waarderen.

Het gevolg is een permanent jagen op een horizon die zich steeds verplaatst. De cultuurindustrie leeft hiervan: zodra je je nieuwe telefoon hebt, verschijnt de teaser van het volgende model. De kapitalistische logica voedt onze dopaminecircuits en houdt ons gevangen in een eindeloze cyclus van verlangen.

6. De Destructieve Kant: Nieuw om het Nieuw

Deze dynamiek is niet zonder risico. Onze drang naar nieuw creëert een constante staat van onrust. We verspillen natuurlijke hulpbronnen, vernietigen ecosystemen en voeden een economie die afhankelijk is van overconsumptie. De Franse socioloog Jean Baudrillard (1998) sprak al over de ‘hyperrealiteit’ waarin we leven: we verlangen niet meer naar het object zelf, maar naar het teken van nieuwheid. Het nieuwe is niet langer een middel, maar een doel op zichzelf.

Deze cultuur van voortdurende vernieuwing heeft een prijs: burn-out, chronische onrust, de onmogelijkheid om stil te zitten met onszelf. We zijn technologisch meer verbonden dan ooit, maar ervaren een epidemie van eenzaamheid en vervreemding.

7. Is er een Uitweg?

Epicurus biedt een alternatief pad, maar het is een pad dat radicaal ingaat tegen de logica van onze tijd. Het vraagt om vertraging, om het cultiveren van vriendschap, eenvoud en contemplatie. Het vraagt ook om het loslaten van de illusie dat we via nieuwigheid de dood kunnen verslaan. Dat is geen kleine opgave: het betekent dat we Becker’s diagnose onder ogen moeten zien en erkennen dat we eindig zijn.

Toch biedt juist deze confrontatie ruimte voor een volwassenere omgang met onze drang naar nieuw. Misschien is de vraag niet of we de drang moeten onderdrukken – dat zou evolutionair bijna onmogelijk zijn – maar of we haar kunnensturen: inzetten voor creatie in plaats van consumptie, voor ontwikkeling in plaats van verspilling.

8. Conclusie – Nieuw, maar dan Bewust

De menselijke drang naar nieuw is een tweesnijdend zwaard: het heeft ons verheven en verwoest, vooruitgeduwd en uitgeput. Het is de motor van cultuur én de bron van onze rusteloosheid. Epicurus herinnert ons eraan dat geluk niet ligt in eindeloos meer, maar in het cultiveren van genoeg. Becker waarschuwt dat onze creatieve drang diepgeworteld is in existentiële angst. Samen bieden zij een diagnose én een uitdaging: kunnen we leren het nieuwe te omarmen zonder eraan verslaafd te raken?

Misschien is dat de ultieme opgave van de 21e eeuw: een cultuur creëren waarin we nieuwsgierigheid behouden, maar onrust leren temmen. Een cultuur die het nieuwe viert, maar niet vergoddelijkt. Of, in de woorden van Epicurus, leren om te genieten van weinig – niet omdat we niet méér kunnen hebben, maar omdat we eindelijk begrijpen dat we er niet méér voor nodig hebben.

Literatuurlijst (selectie)

·       Becker, E. (1973). The Denial of Death. New York: Free Press.

·       Berridge, K. C., & Kringelbach, M. L. (2015). Pleasure systems in the brain. Neuron, 86(3), 646-664.

·       Brickman, P., & Campbell, D. T. (1971). Hedonic relativism and planning the good society. In Adaptation-level theory.

·       Diamond, J. (1997). Guns, Germs, and Steel. New York: W.W. Norton.

·       Epicurus. (4e eeuw v.Chr.). Brief aan Menoeceus.

·       Kahneman, D. (2011). Thinking, Fast and Slow. New York: Farrar, Straus and Giroux.

·       Sapolsky, R. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. New York: Penguin.

·       Baudrillard, J. (1998). The Consumer Society: Myths and Structures. London: Sage.

Eindnoot: Dit essay is een uitnodiging tot reflectie. Niet om het nieuwe te verwerpen, maar om de relatie ermee opnieuw te doordenken – met Epicurus als gids voor rust en Becker als spiegel van onze angst. Misschien ligt ware vooruitgang niet in het najagen van anders, maar in het leren kiezen van het juiste anders.

Ook interessant voor jou!