Het Plastic Emmertje

Het plastic emmertje, woke-ideologie en onze innerlijke kleuter – een korte uitnodiging tot nadenken

Beste Mede-schuldenaar,

Wat hebben een rood plastic emmertje, de vrije opvoeding, morele superioriteit en ideologische chantage met elkaar gemeen?

Nou, alles eigenlijk.

In mijn nieuwste essay “Het Plastic Emmertje – Van Zandbak tot Ideologie” nodig ik je uit op een kleine expeditie door de zandbak van het menselijk gedrag. Geen psychologische zelfhulp, geen morele preken, geen zweverige feelgood– maar de rauwe, ironisch verlichte dissectie van hoe we van speelgoed naar schuldverslaafd slachtofferschap evolueerden.

Verwacht geen oplossingen, hooguit herkenning. En hopelijk een glimlach – het type dat je hebt als je beseft dat je als volwassene eigenlijk nog steeds ruzie maakt om datzelfde plastic emmertje… alleen noemen we het nu ‘identiteit’, ‘erkenning’ of ‘online ruimte’.

Laat me vooral weten wat je ervan vindt – mits je dat in liefde, empathie en met voldoende morele credits doet, uiteraard. Of schreeuw het uit op sociale media, maar alleen als je daarbij je eigen schuldpositie expliciet benoemt.

Met vriendelijke groet (en een grijns),

Peter Koopman

15 apr. 2025

Tel.: 06 8135 8861
Amateur-antropoloog met een schepje ironie

———————–

Essay 2: Het Plastic Emmertje – Van Zandbak tot Ideologie 

Inleiding – De Filosofie van het Emmertje

Wie de mens wil begrijpen, hoeft geen dikke filosofieboeken te lezen – een middag in de zandbak volstaat. Daar ligt, half begraven in het zand, de menselijke natuur: bezitterig, rancuneus en vindingrijk in het claimen van wat niet van hem is. Het plastic emmertje is geen speelgoed, het is een ideologisch artefact. De strijd om het rode emmertje is geen kinderachtig akkefietje, maar een Darwinistische dans. Wie het heeft, heerstWie het deelt, verliest. Vrije opvoeding blijkt geen emancipatie, maar een experiment in anarchie. Zonder dwang ontstaat geen vrijheid, slechts rumoer. Zonder hiërarchie geen empathie, maar territoriumdrift.

De Zandbak als Antropologisch Laboratorium

In de zandbak worden morele principes met de schep begraven. Hier is bezit geen onderhandeling, maar claim. Kinderen hebben geen innerlijk kompas, slechts een overlevingsinstinct verpakt in puddinghandjes. De rode emmer – bij voorkeur zonder scheurtjes – vertegenwoordigt status, niet functionaliteit. Bezit is macht, en macht is aantrekkingskracht. Volgens de evolutionaire psychologie (Buss, 2019; Sapolsky, 2017) is dit gedrag evolutionair logisch: wie toegang tot middelen heeft, vergroot zijn kans op voortplanting. De rest – empathie, delen, moreel besef – is sociaal toneel.

Vergelijkbaar gedrag vinden we bij chimpansees en peuters: het bezit van objecten fungeert als proxy voor dominantie. De Waal (2009) beschrijft hoe empathisch gedrag in apensoorten vaak strategisch is. De kleine mens is niet moreel, hij is opportunistisch. Vrije opvoeding probeert dit natuurgeweld met intenties te temmen – alsof je een leeuw vegetarisch krijgt met affirmaties.

Van Zand naar Ideologie – De Emmer als Identiteit

Wat in de zandbak begint, groeit uit tot wereldbeeld. In volwassen relaties verandert het plastic emmertje in auto, partner, statusobject of mening. Het bezit vormt identiteit. En in een cultuur waarin het zelf wordt opgeblazen tot monument, wordt ieder verlies van dat eigendom als existentiële aanval ervaren. De vrije opvoeding, die ooit emancipatie voorstond, produceert geen autonome individuen, maar hypergevoelige narcisten die verwachten dat hun binnenwereld normatief is.

Deze conditionering vormt de psychologische onderlaag voor ideologieën als Woke. Daarin wordt de persoonlijke ervaring verheven tot universele norm, en slachtofferschap gemunt als morele superioriteit. Woke is, met enige ironie, Rousseau met trauma’s: de mens is goed, maar beschadigd, en de samenleving moet zich aanpassen aan zijn littekens. Het rode emmertje moet gedeeld worden, maar wel onder mijn voorwaarden. Schuld wordt instrumenteel ingezet: niet om te helen, maar om te heersen.

Van Moreel Kapitaal tot Morele Inflatie

Volgens Bourdieu (1979) is elke sociale ruimte doordrenkt van symbolisch kapitaal: status, prestige, morele valuta. In het woke-discours is slachtofferschap het nieuwe goud. De enige manier om hogerop te komen is niet door prestaties, maar door trauma. Je móet gekwetst zijn. En als je het niet bent, moet je op z’n minst excuses maken voor iemand die het wel is. We zijn in een morele inflatie beland waarin schuld wordt gedrukt als geld: hoe meer ervan in omloop is, hoe minder het waard wordt.

Judith Butler (1990) stelt dat identiteit performatief is: wie je bent, is wat je doet alsof je bent. In deze ideologische zandbak wordt empathie niet gevoeld, maar opgevoerd. Je deelt het emmertje niet omdat je dat wil – je moet, anders krijg je een ethische tik op de vingers. Of erger: sociale uitsluiting. De cancelcultuur is de zandbakversie van ballen afpakken en niet meer laten meespelen.

De Psychologie van Schuld – Van Freud tot Sloterdijk

Freud (1930) beschreef schuld als noodzakelijk smeermiddel van de cultuur: de prijs die we betalen om samen te leven. Maar in een cultuur waarin ieder schuldgevoel als traumatisch wordt gezien, verandert dat mechanisme. Sloterdijk (1983) laat zien hoe cynisme ontstaat uit overbewustzijn: we weten dat het spel gespeeld wordt, maar spelen toch mee. Het hedendaags slachtofferschap is daarvan het perfecte voorbeeld: iedereen weet dat er strategisch mee omgegaan wordt, maar niemand durft het hardop te zeggen. Behalve misschien in dit essay.

Schuld is geen afwijking, maar de motor van sociale hiërarchie. Het is het excuus voor herverdeling, het wapen van de zwakkere, en het cement van het slachtofferdomein. Het is de valuta waarmee toegang wordt gekocht tot publieke ruimte, identiteit, en sympathie.

Conclusie – De Mens als Bezitterig Slachtoffer

Van zandbak tot senaat, van schoolplein tot parlement, van kinderfeestje tot talkshow: overal woedt dezelfde strijd. Niet om waarheid, maar om het rode emmertje – status, aandacht, erkenning. De mens organiseert ongelijkheid via schuld, en verpakt macht als moraal. Het slachtofferschap is de nieuwste kroon, schuld de scepter. Wie deze dynamiek doorziet, weet dat achter elke morele claim een stille boekhouding schuilt: wie gaf, wie kreeg, en wie durfde het emmertje als eerste af te pakken.

En wie het terugpakt, wordt filosoof.

Echte empathie is weten dat het plastic emmertje niet gedeeld hoeft te worden – zolang je maar weet waarom je het wil hebben.        


Bronnen en literatuur

  • Adorno, T., & Horkheimer, M. (1944). Dialektik der Aufklärung. Suhrkamp.
  • Baudrillard, J. (1981). Simulacres et Simulation. Galilée.
  • Bowlby, J. (1982). Attachment and Loss. Basic Books.
  • Bourdieu, P. (1979). La Distinction. Les Éditions de Minuit.
  • Buss, D. (2019). When Men Behave Badly. Little, Brown Spark.
  • Butler, J. (1990). Gender Trouble. Routledge.
  • de Waal, F. (2009). The Age of Empathy. Harmony.
  • Foucault, M. (1975). Discipline and Punish: The Birth of the Prison. Vintage Books.
  • Freud, S. (1930). Das Unbehagen in der Kultur. Fischer Verlag.
  • Fromm, E. (1956). The Art of Loving. Harper & Row.
  • Gopnik, A. (2009). The Philosophical Baby. Farrar, Straus and Giroux.
  • Graeber, D. (2011). Debt: The First 5000 Years. Melville House.
  • Han, B.-C. (2010). The Transparency Society. Stanford University Press.
  • Hobbes, T. (1651). Leviathan. Andrew Crooke.
  • Lasch, C. (1979). The Culture of Narcissism. Norton.
  • Nietzsche, F. (1887). Zur Genealogie der Moral. Kröner Verlag.
  • Piaget, J. (1954). The Construction of Reality in the Child. Basic Books.
  • Sapolsky, R. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. Penguin.
  • Sloterdijk, P. (1983). Kritik der zynischen Vernunft. Suhrkamp.
  • Wrangham, R. (2019). The Goodness Paradox. Pantheon.
  • Žižek, S. (2006). The Parallax View. MIT Press.
  • Žižek, S. (2008). Violence: Six Sideways Reflections. Picador.

Ook interessant voor jou!