Gezond tot de dood erop volgt – met 7.000 stappen de afgrond in (maar wel fit)
Beste doorstapper,
Stel je voor: jarenlang loop je braaf die 10.000 stappen per dag — door weer, wind en innerlijke weerstand — en dan blijkt ineens dat 7.000 ook volstaat. Je zou voor minder je Fitbit in een la smijten en een petitie starten tegen de stappentellerindustrie.
In mijn nieuwste essay neem ik je mee in de wondere wereld van gezondheidsmythes, cognitief gemakzuchtige denkfouten en de verheerlijking van postbodes en bejaarde golfers. Met Sapolsky, Pontzer, Langer en een scherp geslepen pen als reisgezelschap, prikken we de bubbel van lineair gezondheidsdenken door — zachtjes, met een golfclub.
Want nee, golfers worden niet oud omdat ze golfen. Ze golfen omdat ze oud, rijk en uitgerust genoeg zijn. En ja, gezondheid is belangrijk, maar vooral als statussymbool. Maakbaar? Welnee. Gekocht, geërfd en gelegitimeerd met dure smoothies en instagrambare cold plunges.
Kortom: als je weleens wilt lachen om de absurde kanten van onze collectieve gezondheidsverslaving, en tegelijk wilt begrijpen waarom we liever 10.000 stappen zetten dan één kritische gedachte, dan is dit stuk voor jou.
Lees hier het essay
Gezond tot de dood erop volgt – De tirannie van stappen, golfclubs en gezondheidsfetisjisme
Let op: dit artikel kan sporen van ironie, sarcasme en wetenschappelijk onderbouwde twijfel bevatten. Niet geschikt voor mensen met een allergie voor nuance.
Met fitte groet,
Peter Koopman
(schrijvend postbode in ruste, golfer in ontkenning)
Gezond tot de dood erop volgt – De tirannie van stappen, golfclubs en gezondheidsfetisjisme
Inleiding – De stappenteller als moreel kompas
Hoera. Goed nieuws voor wie het liefst gezond wil blijven zonder zich in het zweet te werken: de magische grens van 10.000 stappen per dag blijkt niet heilig. Wetenschappers spreken van een effect vanaf 7.000 stappen. Dat bespaart een flink rondje park, een paar knagende gewetensvragen en biedt postbestellers – pardon, postbodes – een onverwachte opsteker: ze blijken tot de gezondste beroepsgroepen te behoren. Dagelijks wandelen, buitenlucht, geen bureaustoelstress. Een soort Zen in beweging, maar dan met brieven. Altijd al gedacht dat post bezorgen een vorm van mindfulness in beweging was.
Maar waarom stoppen bij deze observatie? Als het werk van de postbode zo gezondmakend blijkt, waarom commercialiseren we het beroep dan niet? Contributie heffen, een uniform als dresscode, yoga-achtige inschrijving via een app. Noem het Walking Postal Flow™. Of beter: PostGolf. Een beetje lopen, frisse lucht, minimaal contact met andere mensen – daar leeft men van op. Golfers worden immers ook oud. De heilige graal van de actieve levensverlenging. Lekker buiten, beetje wandelen, geen stress. Precies wat de dokter voorschrijft. Of, om met Darwin te spreken: “Survival of the least bothered.
Maar wat zijn we hier eigenlijk aan het vieren? Want als golfers tot de langstlevende groepen behoren, is dat dan te danken aan de sport – of aan het feit dat ze de luxe hebben zich níét te hoeven afbeulen voor de huur? Niet iedereen heeft de tijd om een wit balletje met een stokje in een konijnenhol te duwen, terwijl het pensioenfonds op peil blijft. De gezondheidswinst van golf lijkt verdacht veel op een lifestyle-subsidie voor de welgestelde, stressvrije mens.
Zijn deze gezondheidsclaims geen symptoom van iets veel diepers en perversers: de collectieve verslaving aan maakbaarheid, gegoten in de simplistische mal van lineair denken? We lijken vergeten dat gezondheid geen eindproduct is van gedrag alleen, maar een resultante van een complex samenspel van erfelijkheid, privilege, stress, toegang tot zorg, en ja – af en toe een stevige portie geluk. Dit essay probeert die illusie van beheersbaarheid onderuit te halen. Aan de hand van inzichten van onder andere Robert Sapolsky en Herman Pontzer, dissecteren we de cognitieve luiheid van de moderne mens en het dogma van het stappenfetisjisme.
1. Het cognitief luie brein en de honger naar eenvoud
We zijn geen rationele wezens met een brein. We zijn biologische compromismachines met een brein dat zo min mogelijk wil nadenken. Sapolsky zegt het onomwonden: we construeren causale ketens in een wereld die probabilistisch, chaotisch en contextueel is. En dat is vermoeiend. Dus wat doen we? We cheaten. We houden van simpele verklaringen: “Beweeg meer, leef langer”. Een mantra dat het goed doet op gezondheidswebsites, in overheidsbeleid en bij influencers met groene smoothies.
Deze neiging tot cognitieve spaarzaamheid is evolutionair gezien volkomen logisch. Energieverbruik van het brein is immens. Denken is duur. De oplossing? Snelle heuristieken, liefst zo zwart-wit mogelijk. Precies de reden dat we geloven in het lineaire model van gezondheid: meer stappen = betere gezondheid = langer leven. Het werkt voor het brein als een versimpelde rekensom. Maar het is onzin.
2. De Pontzer-paradox: waarom meer bewegen niet altijd meer effect heeft
Enter Herman Pontzer. In zijn boek Burn (2021) legt hij uit dat het menselijk lichaam werkt als een gesloten systeem dat energie herverdeelt, niet ongelimiteerd verbrandt. Zijn studie naar de Hadza-jagers in Tanzania toonde aan dat deze extreem actieve mensen niet meer calorieën verbranden dan de gemiddelde westerling. Het lichaam compenseert door andere systemen (zoals ontstekingsreacties of vruchtbaarheid) op een lager pitje te zetten.
De Pontzer-paradox luidt: je lichaam is geoptimaliseerd om te overleven, niet om je gezondheidsambities te dienen. Meer stappen leiden niet automatisch tot meer energieverbruik, en dus ook niet automatisch tot betere gezondheid. Wat wél telt? Stressreductie. Slaap. Sociale verbondenheid. Voeding. En die zijn weer sterk sociaal bepaald.
Dus: golfen is misschien niet gezond ómdat men loopt, maar omdat men rust heeft, een sociaal netwerk, een goede zorgverzekering en geen nachtdiensten draait.
3. Van gezondheidspraktijk naar moreel keurslijf
Gezondheid is geen neutraal begrip. Het is moreel besmet. Wie gezond leeft, is deugdzaam. Wie ongezond is, heeft gefaald. En falen is tegenwoordig een persoonlijke keuze. We leven in een tijdperk waarin de verantwoordelijkheid voor gezondheid volledig bij het individu wordt gelegd. Deze neoliberale moraliteit stelt: jij bent je gedrag. En gedrag is maakbaar. Dus ben je ziek of zwak? Dan heb je ergens gefaald: te weinig stappen, te veel friet, te weinig yoga.
Deze narratief miskent niet alleen de complexe oorzaken van ziekte, maar ook de diepgewortelde sociale ongelijkheid die gezondheid (en levensduur) bepaalt. De postbode mag dan veel stappen zetten, maar hij heeft doorgaans ook meer stress, minder toegang tot goede zorg, en minder pensioen dan de golfer. Toch zien we in de golfer het rolmodel voor gezond leven.
4. Golfers, erfelijkheid en de mythe van verdienste
Het is een terugkerende fout: we verwarren oorzaak met gevolg. Golfers worden niet oud omdat ze golfen. Ze golfen omdat ze oud, rijk en mobiel genoeg zijn om het te kunnen. De activiteit is niet de oorzaak van de gezondheid, maar een uiting ervan.
En dan zijn er nog de erfelijk gezegenden. Families waarvan de leden uitzonderlijk oud worden. Denk aan de van Oranjes. Is dat genetica? Of het gevolg van een onbezorgd leven waarin stress wordt geoutsourcet aan personeel en zelf koken al een vorm van fysieke arbeid is? Als gezondheid een optelsom van stappen en smoothies zou zijn, zouden koninginnen de marathon winnen. In werkelijkheid winnen ze vooral aan het eind – op de balans van privileges.
5. De wetenschap van zelfbedrog en maakbaarheid
Zelfbedrog is een evolutionaire overlevingsstrategie. Als je maar gelooft dat je invloed hebt, houd je het vol. Daarom zijn we dol op stappentellers, slaap-apps, ademhalingsoefeningen, en supplementen. Niet per se omdat ze werken, maar omdat ze ons het gevoel geven áan het stuur te zitten.
Deze illusion of control is diep verankerd. Psychologen als Ellen Langer (1975) toonden al aan dat mensen het gevoel van invloed belangrijker vinden dan daadwerkelijke invloed. En dat verklaart de populariteit van gezondheid als lifestyle: het geeft betekenis in een chaotische wereld. Het geeft structuur aan het toeval. En dus lopen we. Massaal. Met Fitbit. In Lululemon-broek. Richting de afgrond, maar met een hartslag van 68.
6. De sociale constructie van het fitte lichaam
Gezondheid is cultureel geframed. Het lichaam is een visitekaartje geworden, een project, een identiteit. De “gezonde mens” is niet langer iemand zonder ziekte, maar iemand die zichtbaar investeert in zijn lijf. Denk aan sixpacks, veganisme, cold plunges, intermittent fasting. Het is geen gezondheid, het is performance.
Daarmee is gezondheid een statussymbool geworden. Toegankelijk voor wie er de middelen voor heeft. De rest kijkt toe. En schaamt zich. Want falen om gezond te zijn is tegenwoordig niet alleen een medisch, maar ook een moreel tekort.
7. Bubbeldenken, privilege en het einde van de maakbaarheidsmythe
Het idee dat we met 7.000 stappen per dag het lot kunnen bezweren, is een bubbel. Een narratief dat past binnen het neoliberale ideaal: jij bent je keuzes. Maar deze bubbel houdt geen rekening met structurele ongelijkheid, genetische loterijen, of simpelweg brute pech.
De echte gezondheidswinst zit niet in de stap, maar in de context. In stabiele huisvesting, zinvol werk, rust, toegang tot preventieve zorg. Maar dat verkoopt minder goed dan een smartwatch met stappenteller.
8. Tot besluit: de ironie van de fitte bejaarde en het zorgsysteem
We leven langer. Dat is winst, toch? Maar wat als we vooral langer leven in een systeem dat geen zorg kan dragen voor die lange levens? Als de fitte golfer verandert in een verwarde bejaarde met golfclub en incontinentieverband? Wie zorgt er dan?
Het ideaal van de fitte oudere is prachtig – totdat het systeem piept en kraakt onder de druk van zijn eigen succes. Dan blijkt dat we niet voorbereid zijn op de gevolgen van onze gezondheidspolitiek. De gezonde ouderdom wordt een last in plaats van een zegen. Een managementprobleem met stappenteller.
Conclusie: de stap voorbij de stap
We moeten stoppen met gezondheid te behandelen als een spreadsheet. Stoppen met het idee dat meer bewegen automatisch meer leven betekent. Gezondheid is geen verdienste, maar een ecologisch proces. Wie dat niet erkent, blijft gevangen in de illusie van controle. En wie daarin blijft hangen, leeft misschien langer, maar niet per se beter.
Dus: zet gerust je stappen. Maar doe het niet om langer te leven. Doe het omdat je leeft. En besef: de echte gezondheid zit zelden in de voet, maar altijd in het hoofd.
Laat die bubbel knappen. Met stijl, met kennis, met een flinke pas naar achteren.
Literatuur:
- Pontzer, H. (2021). Burn: The Misunderstood Science of Metabolism. Penguin Press.
- Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. Penguin Press.
- Langer, E. J. (1975). The illusion of control. Journal of Personality and Social Psychology, 32(2), 311–328.
- Barrett, L. F. (2017). How Emotions Are Made: The Secret Life of the Brain. Houghton Mifflin Harcourt.
- Bourdieu, P. (1986). The Forms of Capital. In J. Richardson (Ed.), Handbook of Theory and Research for the Sociology of Education. Greenwood.
- Crawford, R. (1980). Health as a meaningful social practice. International Journal of Health Services, 10(3), 365–388.