Eerlijk Oneerlijk — Over Vertrouwen als Zwaktebod en Misleiding als Biologische Deugd

Eerlijk Oneerlijk – Of waarom misleiding meestal wint

Vertrouwen is mooi, controle is beter! – Stalin

Beste lezer,

Het begon met een gesprek over kickboksen. Over de harde sport, de helden in de ring… en de ratten eromheen. Trainers die zich voordoen als vaders, maar zich gedragen als belastinginspecteurs zonder toezicht.
Je kent ze wel: de types die ‘je belangen behartigen’, maar onderweg per ongeluk je rekening plunderen. Niets persoonlijks — gewoon zaken.

Mijn eerste reactie: walging. Mijn tweede: nieuwsgierigheid. Want stel dat dit gedrag niet de rotte appel is, maar de boom zelf? Stel dat misleiding geen ontsporing is, maar een biologisch voordeel?


“Eerlijk Oneerlijk — Over Vertrouwen als Zwaktebod en Misleiding als Biologische Deugd”
Een kleine verkenning van het ongemakkelijke idee dat slachtoffers misschien niet alleen pech hebben, maar ook medeverantwoordelijk zijn — omdat ze vertrouwen als het eigenlijk niet meer kan.

Verwacht geen troost. Wel denkvoer. En een spiegel.

Veel leesplezier,
Peter Koopman

In de vechtsport draait alles om controle. Beheers je de tegenstander niet, dan beheerst hij jou. In de ring is dat evident. Buiten de ring, in de coulissen van managers, contracten en verborgen agenda’s, wordt de controle vaak stiller maar des te dodelijker opgeëist.

De kickbokswereld kent zijn helden, maar ook zijn hyena’s. Sommige trainer-coaches — niet zelden zelf uitgerangeerde vechters met een belabberd CV maar een talent voor manipulatie — ontpoppen zich tot managers die meer geld aan een carrière overhouden dan degene die daadwerkelijk in de ring staat te bloeden. Ze spelen voor vaderfiguur, maar gedragen zich als stiefvader in een sprookje van Grimm. De zoon die ze nooit hadden, gebruiken ze om alsnog een carrière en een Rolex op te bouwen. En het werkt.

De morele reflex is duidelijk: schande! Ophangen! Publieke executie! Maar wie even uitzoomt, stuit op een ongemakkelijke gedachte: misschien is dit gedrag niet abnormaal, maar juist volstrekt normaal. Evolutionair gezien dan. Want wie zijn belang veiligstelt — financieel, sociaal of seksueel — doet in wezen wat zijn genen hem al honderdduizend jaar influisteren: zorg dat jij wint, en laat anderen betalen.

Je kunt een kat moeilijk kwalijk nemen dat hij vogeltjes vangt. Het zit in zijn natuur. En ja, je kunt hem binnenhouden of een belletje ombinden, maar dat verandert zijn aard niet. De mens is niet fundamenteel anders. Wel gesocialiseerd, geconditioneerd en soms beschaafd, maar onderhuids nog steeds een roofdier met een glimlach. De morele façade is vaak niet meer dan camouflage voor gedrag dat zich richt op overleven en dominantie.

Vertrouwen: de domme gok van het sociaal brein

Wat maakt dat mensen zich laten naaien — telkens weer? Vertrouwen. Dat modieuze, overschatte, evolutionaire overblijfsel van kleinschalige samenlevingen waarin iedereen elkaar kende. Vertrouwen is goedkoop, snel, en verdomd lui. Het voorkomt nadenken, voorkomt controle, voorkomt moeite doen. Het is het cognitieve equivalent van fastfood.

Het grote probleem: vertrouwen werkt, zolang je geen roofdieren tegenkomt. Maar wie denkt dat roofdieren uitgestorven zijn, snapt de natuur van de mens niet.

De vechter die zijn geldzaken aan zijn coach toevertrouwt zonder controlemechanismen, nodigt uit tot uitbuiting. Niet omdat hij dom is, maar omdat hij sociaal is — en dus biologisch geprogrammeerd tot goedgelovigheid in de context van ‘familieachtige’ structuren. De trainer als vaderfiguur, het team als tribe. Maar zodra er geld, macht of seks in het spel komt, geldt: tribalisme sterft aan de kassa.

Het slachtoffer als medeaandeelhouder in eigen ondergang

Pijnlijk punt: het slachtoffer is niet onschuldig. Niet volledig. Want naïviteit in een roofdierenwereld is geen excuus. Het is een tekortkoming. Een gebrek aan wantrouwen is in deze wereld een fataal defect.

We houden van het verhaal van de onschuldige held die wordt genaaid door de corrupte manager. Maar dat is Disneydenken. In werkelijkheid is het vaak een kwestie van slecht risicomanagement. Niet alles wat onrechtvaardig is, is onverwacht.

Zoals een oud-joods gezegde luidt:

“Eén keer bedrogen worden is pech. Twee keer is domheid. Drie keer is karakter.”

Misleiding als succesfactor: Machiavelli lacht in zijn graf

Misleiding is geen fout in het systeem. Het is het systeem. Ik schreef het ooit op een kast: Misleiding is de basis van succes. En gelijk had ik. Alleen noemde Machiavelli het iets netter: virtù en fortuna — de combinatie van opportunisme en toeval. Wie alleen vertrouwt op eerlijkheid, mist het halve spel.

Robert Trivers voegde eraan toe: de beste leugenaars zijn zij die het zelf geloven. En inderdaad: de ‘vaderlijke’ manager die zegt “ik doe dit voor jou” meent het vaak ook — tot het moment dat de bonus binnenkomt.

In vechtsport, zoals in elke wereld waar testosteron, status en geld samenkomen, is misleiding een evolutionair voordeel. Het levert meer op dan eerlijkheid. Sterker nog: eerlijkheid is vaak een risicofactor. Wie te transparant is, verliest. Wie bedriegt met overtuiging, wint.

Wat nu? Een moreel oordeel? Of een koude analyse?

Wat rest is geen verontwaardiging, maar voorbereiding. Geen moreel vingertje, maar strategisch wantrouwen. De vechter van nu moet een jurist als cornerman hebben, een accountant als waterdrager, en zijn coach doorlichten alsof het een sollicitant bij de geheime dienst is.

Moraal is een luxeproduct. Controle is noodzaak.

Tot slot, voor boven de spiegel in de kleedkamer:

“Vertrouwen is wat je geeft aan mensen die je later in je boek als schurk kunt opvoeren.”

Of, iets vriendelijker geformuleerd:

“In de ring win je met kracht. Daarbuiten met achterdocht.”

Verwijzingen & Literatuur

  • Trivers, R. (2011). The Folly of Fools: The Logic of Deceit and Self-Deception in Human Life. Basic Books.
    Over hoe en waarom misleiding niet alleen evolutionair voordelig is, maar ook vaak onbewust gebeurt — en waarom zelfbedrog ons strategisch voordeel geeft.
  • Kahneman, D. (2011). Thinking, Fast and Slow. Farrar, Straus and Giroux.
    Over cognitieve luiheid, de rol van heuristieken en waarom vertrouwen een snelle, domme gok is van Systeem 1.
  • Dawkins, R. (1976). The Selfish Gene. Oxford University Press.
    Het fundament onder het idee dat gedrag — inclusief sociaal gedrag — uiteindelijk draait om genetisch eigenbelang.
  • Machiavelli, N. (1532/2005). Il Principe. Penguin Classics.
    Het klassieke werk over macht, misleiding en waarom je beter gevreesd dan geliefd kunt zijn — tijdloos relevant voor iedere manager met dubbele agenda.
  • Hobbes, T. (1651/2008). Leviathan. Oxford World’s Classics.
    Over de noodzaak van een controleapparaat omdat de mens van nature niet te vertrouwen is — tenzij hij vreest.
  • Goffman, E. (1959). The Presentation of Self in Everyday Life. Anchor Books.
    Over sociale rollen, façade en het subtiele theater van menselijke interactie — inclusief dat van de manipulerende manager.
  • Greene, R. (1998). The 48 Laws of Power. Viking Press.
    Een handleiding voor wie het morele kompas graag inruilt voor resultaatgericht handelen. Law 3: “Conceal Your Intentions.”
  • Sapolsky, R. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. Penguin Press.
    Een meesterlijk overzicht van de biologische en contextuele mechanismen die menselijk gedrag sturen — inclusief bedrog, status, en opportunisme.
  • Taleb, N. N. (2012). Antifragile: Things That Gain from Disorder. Random House.
    Over hoe systemen sterker worden van chaos en waarom naïviteit in asymmetrische systemen (zoals sportmanagement) leidt tot fragiliteit en uitbuiting.
  • Baumeister, R. F., & Leary, M. R. (1995). “The Need to Belong: Desire for Interpersonal Attachments as a Fundamental Human Motivation.” Psychological Bulletin, 117(3), 497–529.
    Waarom mensen geneigd zijn anderen te vertrouwen — en wat hen dat evolutionair (soms fataal) kost.

Ook interessant voor jou!