Deugporno en Zelfbedrog : Het Zelf als Sociaal Fenomeen ten tijde van Oorlog

Deugporno

Voor wie nog denkt: “Maar ik ben wél moreel zuiver…”

Beste lezer,

Bij dezen een bescheiden waarschuwing. Wat u zo dadelijk onder ogen krijgt, is geen pamflet voor de gevoelige ziel, noch een academisch gebedsboekje vol genuanceerde verwarring. Het is een tekst. Met tanden. En als u die niet voelt knarsen, leest u vermoedelijk met de verkeerde bril op — of vanuit een morele hoge troon waar de zuurstof al jaren schaars is.

Deugporno en zelfbedrog: het zelf als sociaal fenomeen in tijden van oorlog is geen pleidooi vóór of tegen Gaza, Israël, Rusland, Oekraïne of welk politiek kamp dan ook. Het is een dissectie. Een autopsie op het morele theater dat vooral draait om het zelf: opgepoetst, gedeeld, geliket en ritueel verontwaardigd — zolang het maar niets kost.

Voor de academici onder u: schroom niet. Ook u komt aan bod. U weet wel — dat selecte gilde dat zich kritisch waant terwijl het netjes binnen de veilige marges van consensus en subsidie blijft. U bent gewaarschuwd. Wie zich herkent, heeft zichzelf verraden.

Met ironische groet en een cynische knipoog,

Peter Koopman

Mensbeeld BV – “Voor wie wél durft te kijken”

06 aug. 2025

Tel.: 06 8135 8861

Het Zelf als Sociaal Fenomeen ten tijde van Oorlog

Inleiding: Het Grote Gelijk als Moreel Smeermiddel

In een wereld waarin sociale media de arena van moraalridders is geworden, heeft het individu zichzelf tot moreel merk verheven. Het zelf is geen innerlijk construct meer, maar een publieke performance. Deze theatrale zelfprojectie bereikt haar hoogtepunt in tijden van oorlog, rampspoed en geopolitieke complexiteit. Dan wordt de nuance geslachtofferd op het altaar van de likes, en de verontwaardiging verandert in een klap in moreel kapitaal. Enter de deugporno: exhibitionistisch moreel gedrag dat primair bedoeld is om indruk te maken op de omgeving – niet om iets op te lossen.

De situatie: Gaza als moreel decorstuk

De oorlog in Gaza fungeert als perfect moreel canvas. Links, rechts, religieus, seculier, woke of reactionair – iedereen heeft plots een mening. De meeste van die meningen zijn moreel geladen, maar feitelijk ondervoed. Het gaat zelden over geopolitiek, historische context of machtsstructuren. Het gaat over wie de underdog is, want alleen die levert een goede deug-post op. Wie een brandend huis maar half blust, wordt hier door Murrey aangehaald: morele inzet lijkt plots plaatselijk en tijdelijk. Syrië? Soedan? Jemen? Mwah. Maar Palestina! Dáár moeten we massaal op de barricade voor. Mits er wifi is, natuurlijk.

Deugporno als identiteitspolitiek light

Deze morele hysterie is zelden werkelijk ideologisch gefundeerd. Ze is expressief, niet analytisch. Het is een lifestyle, een moreel dieet. Men laat zich niet leiden door informatie, maar door het verlangen erbij te horen. De sociaal geaccepteerde emotie wordt het toegangsbewijs tot de juiste kampen. De Gaza-oorlog wordt zo geen geopolitiek conflict meer, maar een spiegelpaleis waarin men zijn eigen morele glorie kan bewonderen.

De academicus als morele influencer

In de marge van deze zelfverheerlijking bevindt zich een ander verdacht type: de academisch geëngageerde. Met dikke brillen en dunne argumenten voorzien ze het publieke debat van goedgekeurde duidingen. De universiteit, ooit de tempel van kritiek, is tegenwoordig een zelfhulpgroep voor moreel bevestigde wereldbeelden. Intersectioneel jargon, safe spaces, en ‘colonial guilt’ fungeren als substituut voor empirische analyse. Wie afwijkt, wordt gecanceld – met voetnoten.

Hypocrisie als curriculum

Hier verdient een apart hoofdstuk zijn plek: de academische hypocrisie. Waar was de massale morele verontwaardiging toen vrouwen werden gestenigd in Iran, of christenen afgeslacht in Nigeria? Waarom worden genocide in China en homohaat in Somalië genegeerd? Antwoord: het past niet binnen het moreel-esthetische script. Het biedt geen punten voor moreel krediet. En erger nog: het dwingt tot werkelijk ongemakkelijke conclusies. Liever een comfy protest tegen Israël dan een ongemakkelijke analyse van moslimextremisme, machtscorruptie of tribale structuren. De echte wereld stinkt, dus we deugen liever op Instagram.

Het zelf als merkproduct

Deugporno is geen nieuw fenomeen, maar in tijden van oorlog komt het naar de oppervlakte als etter uit een open wond. Het zelf is geen constante meer, maar een marketingcampagne. De moderne mens leeft niet vanuit een kern, maar vanuit een feed. De waarheid is wat trending is. Morele verontwaardiging is een filter, geen visie. Je bent wat je post

Conclusie: De Balk en de Insta-filter

In een tijd waarin morele superioriteit makkelijk te produceren is, maar zelden zelfreflectie vereist, kunnen we slechts wijzen op het klassieke adagium: zie eerst de balk in je eigen oog. Maar zelfs dat is inmiddels een meme geworden. De vraag is niet langer: wat is goed? Maar: hoe ziet het eruit? Deugzaamheid is verworden tot spektakel. Zelfbedrog is geen defect, maar een feature. En oorlog? Dat is slechts de achtergrond waartegen het zelf zich in zijn mooiste licht kan presenteren.

Ook interessant voor jou!