De Weg-met-ons Cultuur

De Weg-met-ons Cultuur

Waarom we alleen nog moreel superieur zijn als we onszelf haten

Beste Zelfhater,

We leven in een tijd waarin empathie de nieuwe religie is geworden — en schuld haar catechismus.
In mijn nieuwste essay, De Weg-met-ons Cultuur – Zelfdestructieve Empathie als Nieuwe Deugd, onderzoek ik hoe morele zelfkastijding de status van hoogste deugd kreeg, en waarom het Westen pas tevreden lijkt als het zichzelf veroordeelt.

Of, eenvoudiger gezegd: hoe compassie een vorm van zelfmoord werd.

Het stuk is geen aanklacht, eerder een diagnose — met Nietzsche als getuige, Taleb als patholoog, en Bruckner als ironisch priester.

Durft u nog van uzelf te houden?

Met milde ironie,
Peter Koopman

Zelfdestructieve Empathie als Nieuwe Deugd

Inleiding: De moderne morele pyromaan

Er is iets merkwaardigs aan de hand met de moderne mens: hij lijkt pas gelukkig als hij zich schuldig voelt. Hoe welvarender, hoe schuldiger. De Westerse cultuur, ooit de bakermat van wetenschap, verlichting en kritisch denken, is verworden tot een moreel zelfhulpproject waarin boetedoening het hoogste goed is. Het Westen lijkt zich pas op zijn gemak te voelen wanneer het zichzelf veroordeelt.^[1] De moderne beschaving is een labyrint van morele reflexen, waarin schuld en zelfkritiek de hoogste deugd zijn geworden. Empathie, ooit een evolutionair nuttig mechanisme, is veranderd in collectieve zelfhaat.^[2]

We zijn de enige beschaving in de menselijke geschiedenis die haar eigen fundamenten aanziet voor misdaad. De rest van de wereld kijkt er met een mengeling van verbazing en plezier naar — alsof de koning vrijwillig zijn kroon inlevert om een bediende te worden.

Waar ooit wetenschap, verlichting en rationaliteit de kern van cultuur vormden, is zelfhaat de nieuwe norm geworden. De hedendaagse Westerse samenleving, overvoerd met comfort en overvloed, heeft een morele reflex ontwikkeld die haar eigen fundamenten aanziet voor zonden. Empathie, once a survival tool, is veranderd in een collectieve verslaving aan schuld.

Deze zelfdestructieve empathie manifesteert zich niet alleen individueel maar institutioneel: overheden, media, universiteiten en NGO’s dragen het Westen voortdurend voor als moreel vervuild. Slavernij, kolonialisme, genderongelijkheid, klimaatverandering — elk thema wordt herverpakt als bewijs van structureel kwaad. De paradox is overduidelijk: een cultuur die de sterkste instincten van haar leden ondermijnt, gelooft dat zij daarmee moreel superieur is.

Deze essays onderzoeken twee verwante fenomenen: de weg-met-ons cultuur, waarin collectieve schuld en zelfverachting centraal staan, en de erfenis van het christendom, die als morele code onze natuurlijke impulsen criminaliseert en de mens tot een episthemische idioot maakt.^[3]

1. Schuldgevoel: evolutionair nut versus culturele neurose

De moderne Westerling gedraagt zich als een morele pyromaan: hij steekt zijn eigen huis in brand om te bewijzen dat hij geen brandstichter is. Wat ooit zelfkritiek heette — een gezonde reflectie op machtsmisbruik, kolonialisme of religieus fanatisme — is uitgegroeid tot een collectieve schuldcultus. Het Westen straft zichzelf voor zijn successen en prijst zijn mislukkingen als bewijs van morele zuiverheid. Een beschaving die zichzelf niet meer vertrouwt, zoekt haar redding in zelfverachting.

Schuldgevoel is evolutionair nuttig. Het bevordert samenwerking, herstelt relaties binnen een groep en minimaliseert conflicten die de overleving bedreigen. Maar wanneer de groep te groot en abstract wordt — ‘de mensheid’ bijvoorbeeld — verandert schuld in verslaving. ^[4] Freud (1930) noemt dit een interne bestraffer, het Über-Ich, het morele geweten dat het ego bestraft wanneer sociale normen worden overschreden..^[5] Nietzsche (1887) zag de omgekeerde werking in zijn Genealogie der Moraal: hoe slavenmoraal lijden verheerlijkt en macht demoniseert.^[6] Nietzsche slavenmoraal verheerlijkt lijden en nederigheid als hoogste deugd, waardoor sterke individuen zich schuldig voelen om hun natuurlijke dominantie. 

In de hedendaagse context is schuld uitgegroeid tot statussymbool: hoe groter de zelfkritiek, hoe zuiverder de morele identiteit.^[7] Privilege, zo wordt beweerd, is de moderne erfzonde; de sociale media zijn de biechtstoelen; activisme is het sacrament. Deze morele verslaving is de kern van de weg-met-ons-mentaliteit: een collectieve psychose van zelfveroordeling. De deugdzaamste is degene die zich het meest schaamt. ‘Privilege’ is de nieuwe erfzonde, en de enige manier om verlossing te vinden, is door eindeloos te biechten op sociale media. Deze mechanismen vormen de fundering van de worm in het brein, zoals besproken in Essay 2.^[8]

2. Moreel narcisme en culturele zelfhaat

De zogenaamde ‘woke-cultuur’ is een seculiere uiting van hetzelfde fenomeen: moreel narcisme. Wie het meest lijdt aan schuld, wordt gezien als het meest deugdzaam. Moderne westerlingen meten deugd aan de intensiteit van zelfkritiek.^[9] Bruckner (2006) noemt dit treffend de tirannie van de schuldbelijdenis. Empathie is niet langer gericht op de ander, maar op het eigen morele imago. Douglas Murray (2017) beschrijft het scherp in The Strange Death of Europe. Europa als een cultuur die zichzelf verkoopt aan zelfhaat die is niet gestorven door oorlog, maar door morele uitputting..^[10] 

Michel Foucault zou dit fenomeen herkennen als een biopolitiek proces: discipline en macht zijn niet langer zichtbaar in wetten of zwaarden, maar in de morele interne mechanismen van individuen die zichzelf controleren en veroordelen. Jonathan Haidt (2012) toont in The Righteous Mind aan dat morele overtuigingen vaak dienen om status en cohesie te bewaken, niet om waarheid of rechtvaardigheid.^[11] 

De ‘weg-met-ons’-mentaliteit is in wezen een vorm van moreel narcisme: men geniet van het eigen schuldbesef. Boete doen is sexy geworden. Hoe minder men bereikt, hoe zuiverder men zich voelt. Empathie richt zich niet langer op de ander, maar op het eigen morele imago. De paradox is tastbaar: de cultuur die de wereld wil redden, vernietigt zichzelf. De mislukking als deugd — het is de nieuwe religie van de elite.

3. Antropologische wortels: de dood van de stam

Antropologisch gezien is dit fataal. Elke soort beschermt zijn eigen overlevingskans. Elke stam is evolutionair gericht op overleving. Elke stam bewaakt zijn grenzen. Grenzen, normen en loyaliteit dienen de bescherming van de groep. Alleen het Westen beschouwt grenzen als zondig en heeft zijn stamgevoel uitgefaseerd en in plaats van bescherming interne zelfverachting ontwikkeld.^[12] Het gevolg: een fragiel organisme. Taleb (2012) benadrukt in Antifragile dat systemen die te veel bescherming zoeken hun robuustheid verliezen en dat er fragiele systemen ontstaan door overmatige bescherming.^[13] 

We hebben een cultuur ontwikkeld die haar eigen immuunsysteem aanvalt — een morele auto-immuunziekte. Overmatige zelfkritiek maakt het Westen kwetsbaar voor andere groepen die niet gehinderd worden door morele zelfbeperking. In de natuur is dat dodelijk. Een organisme dat zijn eigen verdediging als kwaadaardig beschouwt, wordt vanzelf prooi.
De ironie? Juist onze welvaart maakte dit mogelijk. Morele overgevoeligheid is een luxesymptoom: ze ontstaat pas wanneer het bestaan zelf geen bedreiging meer vormt.

René Girard’s theorie van het zondebokmechanisme kan hier helpen verklaren waarom Westerlingen hun eigen cultuur tot zondebok hebben gemaakt. Collectieve schuld en projectie leiden tot interne disciplineringsmechanismen die evolutionair contraproductief zijn.

4. De export van schuld

De schuldcultuur is niet lokaal gebleven. We exporteren onze schuld als handelswaar. NGO’s, universiteiten en media dragen het Westen voortdurend voor als moreel vervuild en exporteren schuld als universele morele deugd.^[14]. Slavernij, kolonialisme, klimaat, gender — elk thema wordt hergebruikt als bewijs van structureel kwaad. Murray (2017) vergelijkt Europese zelfveroordeling met de strategie van andere beschavingen, die hun kracht intact houden.^[15]

Andere beschavingen hebben deze interne reflectie niet. Geen enkel volk buiten het Westen doet dit met zichzelf. China spreekt niet over de Oeigoeren als morele smet, Saoedi-Arabië niet over vrouwenrechten, Rusland niet over Oekraïne— geen van hen voert een beleid van zelfvernietiging via morele kritiek. Alleen wij publiceren handleidingen om onze eigen beschaving te demonteren. 

Schuld en activisme worden geëxporteerd als morele norm, terwijl lokale overlevingsstrategieën genegeerd worden. Het is de enige exportsector die nog floreert.

5. Academie en media: de seculiere kerk

Universiteiten en media functioneren als moderne tempels. Diversiteit, inclusiviteit en veiligheid zijn sacramenten. Wie weigert, wordt sociaal geëxcommuniceerd.^[16]

De biecht is bewustwording; de hostie is een certificaat van morele deugdzaamheid. Wie weigert, wordt geëxcommuniceerd uit de publieke opinie. Deze nieuwe religie werkt niet door geweld, maar door sociale mechanismen van uitsluiting. De student, vrijwillig en zelfverantwoordelijk, werkt aan zijn eigen morele veroordeling.

6. De paradox van compassie

Empathie is evolutionair nuttig wanneer het grenzen kent. Onbegrensde empathie leidt tot zelfdestructie.^[17] Overmatige openheid leidt tot chaos, overmatige schuld tot stagnatie. Morele zelfverloochening is een luxesymptoom van een cultuur die te comfortabel is om echt te vechten. 

De universiteit is de moderne kathedraal. De dogma’s heten nu ‘diversiteit’, ‘inclusiviteit’ en ‘veiligheid’. De biecht heet ‘training’. De hostie is een QR-code voor morele goedkeuring.
Wie weigert te knielen, wordt geëxcommuniceerd — niet uit de kerk, maar uit het publieke domein. De academie, ooit de plek van twijfel, is nu de tempel van zekerheid. Er is geen inquisitie meer nodig; de student doet het werk vrijwillig, met hashtags als rozenkrans.

Empathie is evolutionair nuttig zolang ze overlevingswaarde heeft. Maar onbegrensde empathie vernietigt juist dat wat ze zegt te beschermen. Een samenleving die iedereen wil redden, redt uiteindelijk niemand. Te veel openheid wordt chaos, te veel compassie hypocrisie, te veel schuld waanzin. Zoals Taleb opmerkt, fragiele systemen ontstaan door te veel bescherming; een samenleving die haar sterkste instincten als immoreel ziet, wordt fragiel — en uiteindelijk irrelevant. 

Een samenleving die instinctieve kracht als immoreel ziet, verliest robuustheid en adaptief vermogen. De ‘weg-met-ons’-cultuur is het luxueuze product van een beschaving die vergeten is wat strijd betekent. De roofdierloze leeuw wordt vegetariër uit moreel besef.

7. Zelfrespect als evolutionaire noodzaak

Zelfrespect is geen zonde, maar een biologische noodzaak — de culturele variant van immuniteit.

De remedie is geen terugkeer naar arrogantie of nationalisme, maar zelfbewuste nuchterheid. Kritiek zonder zelfhaat, zelfbewustzijn zonder schaamte, is robuust. Zelfrespect beschermt evolutionair en is cruciaal voor overleving.^[18] 

Een beschaving die niet meer weet waarom ze verdedigd moet worden, zal dat ook niet lang hoeven doen. Een beschaving die zichzelf kent en accepteert, inclusief haar fouten, blijft robuust. Zelfrespect is geen zonde maar een biologisch noodzakelijke beschermingsreactie.

De mens die zijn eigen spiegel verafschuwt, zal vroeg of laat verdwijnen uit het beeld.


Volledige Literatuurlijst

1.     Bruckner, P. (2006). La Tyrannie de la Pénitence. Paris: Grasset.

2.     Murray, D. (2017). The Strange Death of Europe. Bloomsbury Publishing.

3.     Nietzsche, F. (1887). Zur Genealogie der Moral. Leipzig: Verlag von C.G. Naumann.

4.     Freud, S. (1930). Das Unbehagen in der Kultur. Internationaler Psychoanalytischer Verlag.

5.     Taleb, N. N. (2012). Antifragile: Things That Gain from Disorder. Random House.

6.     Haidt, J. (2012). The Righteous Mind: Why Good People Are Divided by Politics and Religion. Pantheon Books.

7.     Foucault, M. (1975). Surveiller et Punir: Naissance de la Prison. Gallimard.

8.     Girard, R. (1972). La Violence et le Sacré. Grasset.

9.     Scruton, R. (2015). Fools, Frauds and Firebrands. Bloomsbury.

10.  Weber, M. (1905). Die Protestantische Ethik und der Geist des Kapitalismus. Verlag von C.G. Naumann.

11.  Peterson, J. (2018). 12 Rules for Life: An Antidote to Chaos. Random House Canada.

12.  Paglia, C. (1990). Sexual Personae: Art and Decadence from Nefertiti to Emily Dickinson. Yale University Press.

Ook interessant voor jou!