DE VERDRONGEN GODIN – DE CULTURELE AMPUTATIE

DE VERDRONGEN GODIN – DE CULTURELE AMPUTATIE

God had een moeder. Hij wil het alleen niet toegeven.

Beste lezer,

Lang voor er vaders met baarden waren, bestond de aarde als vrouw.
Ze was vruchtbaar, cyclisch, onvoorspelbaar — alles wat de man niet was en daarom moest bedwingen.
Dus schiep hij God, uit angst voor zijn moeder.

In “De verdrongen godin” ontleed ik hoe de man de schepping koloniseerde.
Hoe hij de baarmoeder verving door de Bijbel, en de vrouw door symboliek.
Eva werd een rib, Maria een maagd, en de rest geschiedenis — letterlijk door hem geschreven.

Religie begon als therapie voor de mannelijke minderwaardigheid.
Het resultaat is een wereld die haar moeder vergat en nu leeft met moederhonger.

Met cynische devotie,


Peter Koopman
(Voor wie atheïsme slechts een vorm van orphanisme is.)

(De moeder als God – Deel II)

Er was een tijd dat de aarde een vrouw was.
Zij droeg, voedde, en verzwolg. De mens noemde haar Gaia, Demeter, Ishtar, Hathor — namen die klonken als adem. Zij was vruchtbaarheid, storm, bloed, melk en dood in één. De mens leefde binnen haar, niet tegenover haar.
Tot de man ontdekte dat hij zelf kon tekenen.

De geboorte van het schrift – en het einde van de moeder

De eerste civilisaties kenden geen vadergoden. Ze kenden cyclus, vruchtbaarheid, regen, seizoenen — het ritme van baarmoederlogica.
Maar met het schrift, de stad en de staat kwam een nieuwe orde: lineair, hiërarchisch, verticaal.
De man schreef. En wie schrijft, herschept.

De mond van de moeder — die eeuwenlang verhalen, liederen en rituelen droeg — werd vervangen door de hand van de man. De overgang van orale cultuur naar schriftelijke cultuur was niets minder dan een machtsovername van het woord: het zaad werd taal.

De wereld werd niet langer geboren, maar benoemd.
En met de benoeming verdween het mysterie.

De god die zichzelf baarde

Religie werd de ultieme compensatie van de mannelijke onmacht.
Als hij niet kon baren, dan zou hij scheppen — maar dan zonder vlees, zonder bloed, zonder afhankelijkheid.
Zo ontstond de mannelijke god: een onlichamelijke entiteit, vol macht maar zonder moeder.

  • Genesis: “En God schiep de mens naar Zijn beeld.”
  • Griekenland: Athena, geboren uit het hoofd van Zeus.
  • Christendom: Maria baart een zoon zonder seks.
  • Islam: Allah, almachtig en moederloos.

De patriarchale theologie is geen geloof, maar een psychologische projectie: een god die zijn moeder heeft uitgewist.
Het is niet toevallig dat het grootste taboe in de monotheïstische religies niet moord of overspel is, maar afgoderij — het vereren van andere goden, vaak vrouwelijke. De angst voor de terugkeer van de moeder, samengebald in dogma.

De culturele amputatie

De verdringing van de moeder werd niet enkel theologisch, maar ook taalkundig.
“Vaderland.”
“Vader des Vaderlands.”
“Onze Vader.”
De taal zelf werd patriarchaal, de symboliek van de natie mannelijk, de religie een familie zonder moeder.

De man stal de baarmoeder en noemde haar kerk.
Hij stal de borsten en noemde ze bron van zonde.
Hij stal de vruchtbaarheid en noemde het heilige plicht.

En de vrouw, uitgekleed tot symbool, werd gespleten tussen Madonna en hoer, heilige en hysterica.
Een mannelijke fictie van controle, geprojecteerd op een vrouwelijk lichaam dat nooit gevraagd werd om toestemming.

De angst voor autonomie

In elke religie, elk systeem, elke wet huist dezelfde angst:
de angst voor de vrouw die zichzelf toebehoort.
De man kan alles bezitten, behalve haar autonomie.
Want autonomie is de herhaling van de schepping — de vrouw als zichzelf voldoende wereld.

Daarom moest ze gebonden worden: via huwelijk, kuisheid, eer, moraal.
De vrouw die geen man nodig heeft, is voor het patriarchaat wat zuurstof is voor vuur — levensgevaarlijk.

Zelfs moderne ideologieën (kapitalisme, socialisme, woke-feminisme) blijven dezelfde reflex herhalen:
de vrouw wordt niet gezien als oorsprong, maar als doelgroep.
Ze mag spreken, zolang ze geen mysterie meer is.

De dood van de moeder

We leven in een wereld zonder oorsprong.
We aanbidden technologie, data, algoritmen — mannelijke voortzettingen van dezelfde drang: scheppen zonder moeder.
De baarmoeder is vervangen door laboratoria; het kind door code; de liefde door contract.

De mens bouwt zijn eigen goddelijke illusie: een wereld zonder afhankelijkheid.
Maar elke cyclus eindigt met dezelfde ironie: wat men probeert te vervangen, keert terug in nachtmerries en neuroses.

De verdrongen godin wreekt zich niet met bliksem of vergelding, maar met leegte.
Burn-out, depressie, zinloosheid — het zijn de moderne namen van een oude rouw.
De mens mist zijn moeder, maar durft het niet toe te geven.

Coda: de amputatie van compassie

Zonder de moeder als oersymbool verloor de mens zijn empathisch kompas.
De moderne beschaving is rationeel, efficiënt, competitief — precies de eigenschappen van de vadergoden die we zelf ontworpen hebben.
Wat ontbreekt, is ritme, voeding, herstel, herhaling: de vrouwelijke kern van leven.

En zo eindigt de religie niet in atheïsme, maar in orphanisme.
We zijn niet goddeloos. We zijn moederloos.

Literatuur & referenties

  • Simone de Beauvoir (1949) – Le Deuxième Sexe
  • Erich Neumann (1955) – The Great Mother
  • Robert Graves (1948) – The White Goddess
  • Karen Armstrong (2005) – A Short History of Myth
  • Joseph Campbell (1949) – The Hero with a Thousand Faces
  • Camille Paglia (1990) – Sexual Personae
  • Sarah Blaffer Hrdy (1999) – Mother Nature
  • Yuval Noah Harari (2014) – Sapiens (hoofdstuk over mythologische structuren)
  • James Hillman (1975) – Re-Visioning Psychology

Ook interessant voor jou!