De stille macht van ambtelijke topstructuren

De stille macht van ambtelijke topstructuren

De Onmacht van de Burger in een Representatieve Schijndemocratie

Kent u onze nieuwe minister? Nee? Maakt niet uit — de ambtenaar blijft toch de baas.

Beste betrokkene in deze participatiedemocratie-met-bijsluiter,

Stelt u zich eens een land voor waar gekozen politici beleid bepalen, ambtenaren dit netjes uitvoeren, en de burger de vruchten plukt van deze harmonieuze taakverdeling.
Klinkt als een sprookje? Dat is het ook.

Welkom bij de nieuwe aflevering van mijn serie:
“De Onmacht van de Burger in een Representatieve Schijndemocratie”
Titel:De stille macht van ambtelijke topstructuren
Of: hoe de poppen dansen terwijl de marionettenspeler onzichtbaar blijft.

In deze aflevering:

·       Ontmoet de directeuren-generaal die ministers overleven alsof het fruitvliegjes zijn

·       Lees hoe het woord ‘onuitvoerbaar’ meer politieke besluiten om zeep helpt dan een motie van wantrouwen ooit kon

·       Ontdek waarom ‘beleidsmatige continuïteit’ betekent dat verkiezingen hooguit het meubilair herschikken

Want macht, beste lezer, is allang niet meer electoraal.
Ze is structureel, procedureel, genest in jargon en beschermd door vertrouwelijkheid.
Met andere woorden: wat u stemt doet er niet toe — tenzij u topambtenaar stemt, maar die staan helaas niet op het biljet.

De casus ‘onuitvoerbaarheid’?
Een gouden kaart in het ambtelijk kaartenhuis. Zelden inhoudelijk, nooit transparant, maar steevast dodelijk voor politieke dadendrang. Ambtelijke veto zonder debat — dat is pas efficiënt bestuur.

En als de crisis toeslaat? Dan staat de minister als decorstuk bij de persconferentie, terwijl het echte draaiboek wordt geschreven door ‘interdepartementale werkgroepen’ die klinken als printerstoringen — maar regeren als technocratisch Vaticaan.

lees over de machtigste mensen van Nederland — die u nooit ziet, nooit kiest, maar altijd betalen moet.

Voor wie is dit essay geschreven?

·       Voor de burger die dacht dat ‘stemmen helpt’

·       Voor de idealist die zich afvraagt waarom zijn Kamerlid op alle moties ‘afwijzen wegens uitvoerbaarheid’ krijgt

·       En voor de ambtenaar zelf — want wie weet, misschien is een beetje zichtbaarheid ook goed voor de geest

Epiloog?
Wat als democratie ophoudt bij de voordeur van het ministerie?
Dan blijft de burger buiten staan.
Met een stempas in de hand.
En een beleidsnota in het hoofd, die hij nooit begreep.

Met dienstbare groet,
Peter Koopman
Hoofdredacteur van het Onzichtbare Overheidsorgaan voor Beleidsbeïnvloeding Zonder Mandaat
Postbus 0, WOB-bestendig en AVG-gecertificeerd.

PS:
Deze e-mail is vooraf goedgekeurd door drie departementen, zes interdepartementale werkgroepen en één strategisch beleidscoördinator.
Of niet. Dat hoort u vanzelf — over drie jaar, in een rapport dat niemand leest.

De stille macht van ambtelijke topstructuren

Waarom democratie nooit verder reikt dan de marionet

In het klassieke democratische sprookje stelt de politiek het beleid op, waarna de ambtenarij dit beleid loyaal en deskundig uitvoert. Volksvertegenwoordiging stuurt, ambtenaren voeren uit — een helder dualisme dat even geruststellend als fictief is. Want wie even achter het gordijn gluurt, ontdekt dat de ambtelijke top allerminst een gehoorzame uitvoerder is. Ze is eerder de constante schaduwmacht die, verankerd in instituties, wetten, procedures en netwerkpolitiek, regeert zonder gekozen te zijn — en zonder zich ooit te hoeven verantwoorden aan het electoraat.

Macht zonder mandaat

Ambtelijke topstructuren — directeuren-generaal, secretarissen-generaal, beleidsregisseurs, strategisch adviseurs — zijn geen uitvoerders, maar vormgevers. Ze zijn de hoeders van ‘continuïteit’ en ‘beleidsmatige consistentie’. Dat klinkt nobel, totdat je beseft wat dat in de praktijk betekent: weerstand tegen politieke koerswijziging. Nieuwe bewindspersonen mogen komen en gaan, maar de ambtelijke elite blijft zitten waar ze zit. Zij bepaalt de informatiestromen, beheert de beleidsagenda’s en weet precies welke ‘haalbare’ alternatieven in een memo verschijnen, en welke ‘onverstandig’ zijn. Zo stuurt zij politiek gedrag — subtiel, doch doeltreffend.

De Amerikaanse politicoloog Hugh Heclo noemde deze dynamiek al in de jaren zeventig government by smart guys: niet gekozen bestuurders, maar slimme insiders die weten hoe de hazen lopen. In Nederland zijn het de topambtenaren die met ministers meelopen naar Brussel, aan tafels zitten met lobbyisten, wetgevingsprocessen aansturen, en de nota’s herschrijven voordat ze Kamerleden bereiken.

De technocratische codetaal

Een van de meest doeltreffende vormen van ambtelijke macht is de beheersing van taal. Wie de taal beheerst, beheerst de agenda. De topambtenarij spreekt een technocratisch dialect waarin ‘beleidsoptimalisatie’ belangrijker is dan ideologie, waarin ‘doelmatigheid’ de plaats inneemt van maatschappelijke rechtvaardigheid, en waarin ‘sturende instrumentmix’ betekent dat de burger vooral gestuurd moet worden.

Deze taal sluit perfect aan op het neoliberale paradigma waarin de overheid geen ideologische missie heeft, maar een soort managementorganisatie is — gericht op efficiëntie, risicobeheersing en performativiteit. Wie deze taal niet spreekt — bijvoorbeeld een idealistische minister of een Kamerlid met inhoudelijke bevlogenheid — raakt snel buitenspel. De ambtenarij laat hem verdwaald achter in een woud van afkortingen, rapportstructuren en institutionele routines.

De casus ‘onuitvoerbaarheid’

Een vaak gebruikte troefkaart van de ambtelijke macht is de claim van ‘onuitvoerbaarheid’. Een nieuw idee van een politicus kan ambitieus zijn, zelfs breed gedragen — maar als het stempel onuitvoerbaar verschijnt, verdwijnt het vrijwel geruisloos van tafel. Dat oordeel komt zelden vanuit open parlementair debat, maar vanuit interne advisering. Met andere woorden: de uitvoerder bepaalt wat überhaupt uitvoerbaar is, en dus wat op de politieke agenda mag blijven staan. De slager keurt zijn eigen vlees, maar doet dat achter gesloten deuren.

Rol in crises: regie zonder zichtbaarheid

Tijdens crises — pandemieën, stikstof, migratie — treedt de ambtelijke top nog explicieter naar voren. Dan wordt ‘interdepartementale coördinatie’ het toverwoord, en nemen crisisstaven, RIVM’s, Outbreak Management Teams en andere semi-ambtelijke organen het roer over. Ministers figureren in persconferenties, maar de echte regie ligt elders. De ambtelijke top schakelt snel, schermt met expertise, en schuift de politiek in de positie van doorgeefluik.

De ambtelijke macht opereert hier niet per ongeluk buiten het zicht — ze wíl niet gezien worden. Zichtbaarheid is risico. Onzichtbaarheid is macht.

Geen democratisch tegenwicht

Wat dit alles wrang maakt, is dat er nauwelijks democratische controle is op deze ambtelijke macht. Parlementariërs zijn afhankelijk van ambtelijke stukken, adviezen en rekenmodellen. Journalisten hebben weinig toegang tot interne dynamiek. En zelfs ministers klagen regelmatig over hun gebrek aan grip op ‘hun’ departementen.

De Wet op de openbaarheid van bestuur? Een papieren tijger. De Algemene Rekenkamer? Toets achteraf, zonder mandaat om echt in te grijpen. En wie ooit een parlementaire ondervraging volgde, zag hoe topambtenaren zich met gemak verschuilen achter ‘procesverantwoordelijkheid’, ‘vertrouwelijkheid’ en ‘ambtelijke integriteit’.

Vervlechting met het bedrijfsleven

Daar komt nog bij dat topambtenaren zelden opgesloten blijven in hun silo. Ze bewegen tussen publieke en private sector, nemen zitting in adviesraden, commissies, en treden na pensionering toe tot raden van toezicht van banken, zorgverzekeraars of consultancyreuzen. Wie de bestuurlijke elite in kaart brengt, ontdekt al snel dat de ambtelijke top onderdeel is van een bredere machtsklasse — niet gekozen, nauwelijks te controleren, maar fundamenteel bepalend voor hoe beleid eruitziet.

Voorstel tot reflectie: een ‘deep state’ op z’n Nederlands?

Is dit de Nederlandse variant van wat in de VS wel de deep state wordt genoemd? Een blijvende machtskern die, los van verkiezingsuitslagen, de koers bepaalt? Niet via samenzweringen, maar via structuur, netwerk en procedure? De term is beladen, maar het onderliggende punt blijft: democratie stopt bij de voordeur van het ministerie.

Epiloog: de onzichtbare heersers

De paradox is pijnlijk. In naam van democratie wordt beleid gemaakt, maar in de praktijk is het ambtelijke apparaat vaak de eerste, en laatste, beslisser. De minister is tijdelijk. De ambtenaar blijft. Macht zonder mandaat is gevaarlijk, juist omdat ze zich hult in het gewaad van neutraliteit.

In een gezonde democratie zou de vraag “wie is verantwoordelijk?” altijd helder beantwoord moeten kunnen worden. Maar in het geval van de ambtelijke top blijft het antwoord fluïde. Niemand heeft het gedaan. Iedereen was ‘betrokken’. En ondertussen blijft de koers gewoon dezelfde.

Ook interessant voor jou!