De Onmacht van de Burger in een Representatieve Schijndemocratie
Breaking: Beleid voortaan gemaakt door mensen zonder mandaat
— en dat is precies de bedoeling.
Beste burgerlijk bestanddeel,
Gefeliciteerd! Je maakt deel uit van een goed geoliede bestuurlijke machine.
Je wordt zorgvuldig geregistreerd, geprofileerd, doorgemeten, en zo nodig bijgestuurd.
Democratie 2.0 is geen arena meer — het is een beheersdashboard.
Nieuw artikel: “De rol van politiek als beheersmachine (in plaats van representatieve arena)”
Of: waarom jouw stem eigenlijk gewoon een vinkje is in het risicoprofiel.
In dit nieuwste hoofdstuk uit de serie “De Onmacht van de Burger” lees je hoe:
· Politiek is veranderd van richting kiezen naar schade beperken
Want als alles een crisis is, hoef je niets meer principieel te bespreken. Alleen nog “managen”.
· Conflicten liever vermijden dan bespreken
Wie te veel vragen stelt, geldt als ‘verstorend signaal’ in het beleidsproces.
Dat wordt dan “geanalyseerd” en “vertaald naar gedrag”.
· De burger is nu een KPI
Verwacht geen vertegenwoordiging meer. Je bent nu doelgroep, profiel, case of incident.
(En vooral: graag stilzitten als je gestuurd wordt.)
· Technocratie = de nieuwe ideologie
Geen debatten, geen keuzen, geen visie. Alleen protocollen.
Je zou bijna heimwee krijgen naar de tijd dat politici nog ergens voor stonden.
· Politiek als app — beleid als update
Jij mag stemmen, maar het systeem beslist of jouw input ‘bruikbaar’ is.
(Zo niet: bedankt voor je feedback. Wij nemen het mee in ons algoritme.)
PS:
Peter Mair zag het al aankomen. Maar ja, die had geen Twitter-account en paste niet in een infographic.
PPS:
Volgende keer als een bewindspersoon zegt “We nemen de zorgen serieus” —
Vertaalt dat dan als: “We hebben uw signaal succesvol afgevoerd naar beleidsvervaging.”
PPPS:
Zolang jij nog denkt dat je een burger bent met invloed, werkt het systeem perfect.
Met afstandelijke betrokkenheid,
Peter Koopman
Directie Systeemonderhoud & Burgervriendelijke Illusies
(Kamer 404 – Representatie niet gevonden)
De rol van politiek als beheersmachine in plaats van representatieve arena
Wie politiek nog ziet als een nobel spel van belangenafweging, debat en representatie, leeft waarschijnlijk in een geschiedenisboek — of in een onderwijsfolder van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De werkelijkheid is een stuk technocratischer en killer: politiek heeft zich getransformeerd van arena naar algoritme. Van een plek waar de stem van het volk resoneert, naar een beheersmachine waarin ruis – of ‘burgerlijk ongenoegen’ – wordt gladgestreken door institutioneel absorptievermogen.
Van conflict naar controle
Waar politiek ooit het domein was van strijd, meningsverschil en visie, is ze tegenwoordig voornamelijk gericht op risicobeheersing, beleidsoptimalisatie en electorale neutralisatie. Het primaat van de politiek is verschoven van representatie naar risicomanagement. De burger is geen mede-eigenaar van de staat meer, maar een te beheren entiteit: een subject in een database, een risicoprofiel, een mogelijke verstoring van ‘de orde’.
De retoriek van participatie en transparantie is inmiddels uitgehold jargon geworden dat dient als dekmantel voor beleidsmatige technocratie. Zoals Jacques Rancière het stelt: “Besturen in plaats van regeren, procedures in plaats van politiek.” Politiek is een managementfunctie geworden, met als voornaamste doel: rust bewaren, stabiliteit bewaren, en vooral — geen ophef.
De angst voor het onverwachte
In deze logica past alles wat afwijkt van de geplande route niet in het systeem. Onverwachte gebeurtenissen worden geherdefinieerd als ‘crisis’ (lees: bestuurlijke verstoring), waarop protocollair wordt gereageerd in plaats van democratisch. De toeslagenaffaire, stikstofproblematiek, woningcrisis — elk van deze dossiers werd niet aangepakt als politieke aangelegenheid (wat vraagt om afweging van waarden), maar als beheersprobleem (wat vraagt om afweging van risico’s en kosten).
Politiek als beheersmachine is de kunst van het uitstellen, herdefiniëren, ‘procesmatig benaderen’, en bovenal: het vermijden van verantwoordelijkheid. Niet het kiezen van richting is het doel, maar het vermijden van schade (aan imago, partijbelang, coalitie-afspraken, internationale positie, economische groei).
De overname door de beleidsstaat
De politicoloog Peter Mair waarschuwde al voor deze ontwikkeling: het uithollen van de representatieve functie door de ‘policyratie’, waarbinnen politieke partijen steeds meer zijn gaan functioneren als uitvoeringsorganen van beleid in plaats van vertegenwoordigers van kiezers. In die zin is de hedendaagse politiek een vorm van omgekeerde delegatie geworden: burgers worden niet vertegenwoordigd, maar ‘geframed’ binnen beleidsdoelen.
De term ‘beleidsruimte’ vervangt de ideologische arena. De oppositie is niet langer een inhoudelijke tegenmacht, maar een rollenspel van verontwaardiging binnen de grenzen van bestuurlijke haalbaarheid. Politieke keuzes worden niet gemaakt, ze ‘volgen uit de analyse’. En als het beleid faalt, heet het voortaan ‘systeemfalen’, ‘een leermoment’, of, in zeldzame gevallen, ‘een bestuurlijke vergissing zonder verwijt’.
De burger als toeschouwer
In deze machine-logica is de burger gereduceerd tot consument van overheidsdiensten, en de kiezer tot gebruiker van een stemproduct zonder nazorg. Er wordt al lang niet meer gesproken over ‘de soeverein’ (het volk), maar over ‘de doelgroep’, ‘de participerende burger’, of ‘de inwoner’ — semantiek die niet zonder betekenis is. De burger heeft geen macht meer om te besluiten, alleen nog de plicht om te volgen. Politiek is daarbij niet langer een middel om collectieve doelen te bepalen, maar een manier om individuele gedragingen te sturen.
De overheid is daarbij manager, opvoeder, risicobeheerder en morele gids geworden. Denk aan nudging, gedragsbeïnvloeding via campagnes, en het steeds dominantere gebruik van gedragswetenschappen in beleid. Niet vragen wat je wil, maar jou ‘sturen naar wat goed is voor jou’. Zeggen dat je vrij bent, zolang je doet wat de modellen voorschrijven.
Van arena naar algoritme
De bestuurlijke realiteit is dat algoritmes en dashboards inmiddels meer invloed hebben op beleid dan Kamerdebatten. Politieke processen zijn gerationaliseerd tot managementpraktijken — en het volk is slechts een ‘dataset’ die gemanaged moet worden. De verkiezingen zijn daarbij rituelen van symbolische legitimatie geworden: periodieke plechtigheden waarin de indruk wordt gewekt dat jouw stem het systeem verandert, terwijl het systeem elke stem weet te neutraliseren.
Slotopmerking: de apolitieke politiek
Het wrange is dat de politiek zelf apolitiek is geworden. De echte strijd vindt niet meer plaats tussen links en rechts, maar tussen burgers en instellingen. Tussen mensen die geraakt worden, en systemen die onbereikbaar blijven. Tussen de illusie van keuze, en de werkelijkheid van afwezigheid.
De grootste revolutie van deze eeuw is niet die van populisme, maar die van managerialisme: het overnemen van de politieke ruimte door technocratische beheerslogica. Daarmee wordt politiek niet alleen ondoorzichtig, maar ook oninteressant — en precies dát is de bedoeling.