Aansluitend op mijn vorige artikel: Vechtsport vanuit een Darwinistische Optiek een korte theoretische onderbouwing:
De mens creëert een ‘zelf’ dat voortdurend wordt gevormd en getoetst, en in de wereld van vechtsport wordt dit ‘zelf’ op een unieke manier getraind en getest. De training vindt plaats binnen een gecontroleerde omgeving, waarin de illusie van gevaar en strijd wordt nagebootst zonder het echte risico van levensbedreigende gevolgen. Dit creëert een gevoel van veiligheid binnen een context die nog steeds intens en uitdagend is.
Vechtsport is een verfijnde manifestatie van de natuurlijke strijdlust die ooit cruciaal was voor overleving en voortplanting. Wat vroeger overleven betekende, is geëvolueerd naar een moderne strijd om roem, respect, en soms de illusie van zelfverbetering. De sport, met al haar disciplines en de bijbehorende toewijding, biedt een manier om de innerlijke chaos van menselijke driften te ordenen. Door de strijd te verplaatsen van het slagveld naar een gereguleerde arena, wordt ons instinctieve gedrag gekaderd en gesublimeerd.
Deze gecontroleerde setting van vechtsport maakt het mogelijk om het diepe verlangen naar dominantie, competitie, en overleving te beleven zonder dat dit leidt tot destructieve gevolgen, zoals oorlog en geweld. Het illustreert de beperkingen en illusies van de menselijke natuur: het verlangen naar controle en de drang om veiligheid te vinden in competitieve structuren.
De strategische elementen in vechtsport zijn een weerspiegeling van het bredere menselijke streven naar controle en zekerheid. Hierin zien we het diepgewortelde instinct om te vechten en te overleven terugkomen, maar dan in een context waar regels en structuur de onbewuste driften kaderen. De illusie van controle die de mens koestert, blijft hierbij overeind, ook al zijn de spelers zelf producten van biologische impulsen.
Zelfexpressie door middel van strijd is een centraal thema in vechtsport. De regels en ethiek geven een schijn van beschaving, maar verhullen het fundamentele doel: het testen van kracht, het najagen van dominantie, en het zoeken naar persoonlijke overleving en superioriteit. De mens is, zelfs in sport, van nature egoïstisch en gedreven door eigenbelang, en vechtsport biedt een veilige ruimte waarin deze impulsen tot uitdrukking kunnen komen.
Uiteindelijk zijn vechtsporten een moderne uiting van een tijdloze behoefte, gesublimeerd door culturele ontwikkelingen, maar nog steeds stevig verankerd in de biologische en psychologische fundamenten van de menselijke natuur.
Peter Koopman.