Een monoloog voor één man, en alle vrouwen die al lang wisten dat hij ongelijk had.
(Hij komt op. Slungelig. Peinzend. Een man die zichzelf wil snappen voordat de wereld hem afschrijft.)
Weet je wat ze zeggen?
Dat een bevalling het mooiste is wat er bestaat.
Nou, ik heb het gezien. Niet één keer. Drie keer. En geloof me — er is weinig dat minder lijkt op “mooi” dan een hoofd dat zich een weg baant door een opening waarvan ik tot dan toe dacht dat het puur voor recreatief gebruik was.
Eerlijk, wie heeft die marketingcampagne bedacht? “Puur natuur”?
Als Aliens (1986) een natuurdocumentaire was, dan is een bevalling een deleted scene.
En begrijp me niet verkeerd: ik ben vóór voortplanting. In theorie.
Het is de praktijk die mij licht ongemakkelijk maakt.
Want wij mannen…
Ja, wij denken altijd dat we het lekkerste deel hebben. Beetje stoten, beetje kreunen, climax, klaar.
Maar als dát alles is wat wij inbrengen… dan moet er ergens iets misgegaan zijn in de seksuele boekhouding.
(Hij wordt serieuzer. Evolutionair correct. Licht wanhopig.)
Volgens Trivers is ouderlijke investering asymmetrisch.
Vrouwen leveren een eicel, incubatie, bevalling, borstvoeding, hechting.
Mannen? Een zaadje en, als het meezit, een IKEA-kastje.
Wij zijn de freelancers van de voortplanting.
Zij zijn het fulltime team.
En het wordt nog erger.
Neurologisch gezien hebben vrouwen een complexer seksueel systeem.
Hun beloning is subtiel, gradueel, contextgevoelig.
Wij? Piekje. Pffff. Klaar.
En als vrouwen dan al geen orgasme krijgen — en dat is vaker dan we toegeven —
dan staan wij mannen erbij alsof we de Mount Everest hebben beklommen met een gebroken been.
Terwijl we in werkelijkheid hooguit de drempel geraakt hebben.
(Hij zakt in de stoel. Fluistert bijna schuldbewust.)
Misschien…
Misschien zijn wij er bekaaid vanaf gekomen.
Niet omdat we te weinig krijgen.
Maar omdat we dachten dat we het meeste kregen.
Dat seks om óns draaide.
Dat wij de hoofdattractie waren, terwijl we in werkelijkheid het voorprogramma zijn dat niemand zich herinnert.
Een biologisch transportmiddel voor genetisch materiaal.
Een wandelend petri-schaaltje met een mening.
(Hij staat op. Zet een stap naar voren. Nieuw onderwerp.)
Weet je wat het écht is?
Wij denken dat versieren een kunst is.
Dat wij verleiden. Beïnvloeden. Scoren.
Maar evolutionair gezien… zijn we gewoon hanen.
En vrouwen zijn de kippenboeren.
(Hij pakt een denkbeeldige whiteboardstift. Tekent in de lucht.)
Bij kippen kijken ze naar fokwaarde: hoeveel nageslacht levert deze haan ten opzichte van de rest?
Dus krijg je één haan die alle hennen dekt. De rest?
Die scharrelt doelloos rond. Krabt in de grond. Maakt zich druk over haargel en gymroutines.
Welkom in de menselijke paringsdans anno nu.
Tinder is het kippenhok. En jij bent… nou ja, decor.
Je denkt dat je indruk maakt met je profieltekst:
“Ik hou van wandelen, avontuur, en diepgaande gesprekken.”
(Hij pakt zogenaamd z’n telefoon. Scrollt. Snuift.)
Serieus, wat is dat met die profielen?
“Ik hou van wandelen, reizen, en iemand die eerlijk is.”
Ja, wie niet. Wat dacht je van:
“Op zoek naar een functionerend limbisch systeem zonder verlatingsangst?”
Of deze topper:
“Ik zoek iemand met wie ik kan lachen.”
O ja? Heb je Succession gekeken? Nee? Swipe links.
Of de klassieker:
“Ik zoek iemand met wie ik m’n leven kan delen.”
Schattig. Maar je leven bestaat uit cold brews, crystal healing en een ex waar je stiekem nog op stalkt.
(Hij pauzeert. Wordt ijzig helder. Bijna pijnlijk eerlijk.)
Weet je waar dit allemaal op uitdraait?
We zijn overbodig.
Evolutionair gezien.
(Hij kijkt omhoog. Alsof hij zich iets herinnert.)
Er is een plek waar de mislukten van de evolutie belanden.
Niet de doden. Niet de dommen. Nee — de onaantrekkelijken.
Darwin’s Dumpster.
De prullenbak van de seksuele selectie.
Waar jij in belandt als je geen partner vindt.
Niet omdat je slecht bent. Maar omdat je niet gekozen wordt.
Seksuele selectie is geen jury. Het is een stille stemming.
Als niemand je swipe’t, besta je evolutionair gewoon niet meer.
(Hij spreekt tegen een denkbeeldige vrouw. Met bewondering én bitterheid.)
Jullie hebben ons laten denken dat we belangrijk waren.
Voor bescherming. Voor kracht. Voor status.
Maar de waarheid?
De meeste vrouwen kunnen tegenwoordig beter schieten dan wij, verdienen meer, zijn emotioneel stabieler —
en tillen die wasmand prima zelf.
Toch blijven wij rondlopen met dat opgeblazen ego.
Alsof we nog relevant zijn.
(Hij lacht. Cynisch. Dan zacht.)
Testosteron.
Het hormoon dat ons spieren geeft én domme ideeën.
Waardoor we oorlog voeren, in crypto stappen en openingszinnen gebruiken als:
“Jij lijkt me echt zo’n spiritueel type.”
(Hij kijkt naar het publiek. Besluitvaardig. Wijs geworden.)
Jullie hadden ons nodig voor één ding:
Genen.
Niet onze grappen. Niet onze Spotify-playlists.
Gewoon: zaad.
En nu? Nu is er een donorbank met wifi.
Wij zijn de CD-spelers van het Spotify-tijdperk.
We werken nog. Maar niemand vraagt er meer om.
(Slotbeeld. Hij stapt denkbeeldig in een hakselaar. Zwaait nog één keer.)
Ach.
Het mooiste wat er is…
…is weten wanneer je overbodig bent.
En dan verdwijnen,
zonder nog één keer te vragen
of het lekker was.
…… aldus Peter Koopman
10 mei. 2025
Tel.: 06 8135 8861