Hoe vaak heb je je schuldig gevoeld omdat je liever lui was dan moe? Of misschien ben je ooit gefrustreerd geweest over je “domme” fouten? Nou, goed nieuws: het is tijd om die eigenschappen eens flink te herwaarderen!
In mijn nieuwste stuk daag ik de conventionele wijsheid uit en verken ik waarom zogenaamd negatieve eigenschappen zoals luiheid, domheid, en egoïsme eigenlijk de onzichtbare superkrachten van onze soort zijn. Denk aan luiheid als energiebeheer, domheid als rustgevende eenvoud, en egoïsme als de verborgen motor van vooruitgang. En ja, alles onder het alziende oog van de ongrijpbare dopamine—ons brein in een hamsterwiel!
Het onderstaande artikel en de bijpassende illustratie nemen je mee op een ironische reis door de menselijke natuur. Want laten we eerlijk zijn: als dopamine ons toch in de maling neemt, kunnen we er maar beter om lachen!
“Two things are infinite: the universe and human stupidity; and I’m not sure about the universe.”
Dit citaat, vaak toegeschreven aan Albert Einstein, illustreert op een vermakelijke en tegelijkertijd cynische manier het menselijke tekort. Het roept associaties op met de grenzen van menselijke kennis en intelligentie, en de neiging van mensen om in herhaling te vallen wat betreft domheid of irrationeel gedrag.
De Onvrije Vrijheid van de Homo Dopaminicus
Dopamine, het molecuul dat ons voortdrijft, heeft een verraderlijke bijwerking: het maakt ons nooit tevreden. Dit ongrijpbare stofje, dat als een eeuwige wortel voor de ezel hangt, is de bron van al onze zogenaamde vooruitgang. Het zet ons aan tot actie, niet omdat we rust of geluk zullen vinden, maar omdat we altijd verlangen naar méér. We zijn als marionetten, gedreven door een scheutje chemie in ons brein dat, zoals elke goede dictator, nooit genoegen neemt met minder. De mens, een tragikomische slaaf van zijn eigen beloningssysteem. Maar voordat we deze verslaving te hard veroordelen, moeten we ons even afvragen: is het niet tijd om enkele van onze meest verachtelijke eigenschappen—luiheid, domheid, en egoïsme—te herwaarderen?
Luiheid: De Ware Slimheid
Laten we beginnen met luiheid. Luiheid heeft door de eeuwen heen een slechte reputatie gehad, maar wellicht onterecht. Want wat is luiheid werkelijk? Een tekortkoming, of juist een verfijnde vorm van energiebeheer? De Homo sapiens is tenslotte niet geëvolueerd door zich elke seconde van de dag in het zweet te werken. Nee, de overleving van onze soort is mede mogelijk gemaakt door een strategisch gebruik van energie: inspanning waar nodig, en ontspanning waar het kon. Luiheid is een overlevingsstrategie, een meesterwerk van evolutionaire slimmigheid. Wie hard werkt, raakt uitgeput en sterft misschien van oververmoeidheid; wie slim lui is, laat anderen het werk doen en blijft zelf springlevend.
Zelfs grote uitvindingen zijn vaak het resultaat van een verlangen naar gemak. Het wiel? Een luiheidsproject. De afstandsbediening? Een ode aan de menselijke luiheid. De moderne automatisering en AI? Onze ultieme poging om eindelijk helemaal niets meer te doen. Luiheid is dus geen gebrek aan ambitie, maar een vernuftige aanpassing aan de eisen van het bestaan.
Domheid: Een Verfrissende Deugd
Dan de domheid. Onze obsessie met slim zijn heeft geleid tot eindeloze prestatiedruk, een overspannen arbeidsmarkt, en een samenleving die draait op een competitieve intellectuele ratrace. Maar wat als we domheid zouden herwaarderen? Wat als het oké is om niet alles te weten, om fouten te maken, om simpelweg gelukkig te zijn zonder de illusie van alwetendheid? Domheid brengt een bepaalde rust met zich mee, een verfrissende eenvoud. De “domme” mens verspilt minder tijd aan existentiële crisisvragen en heeft vaak een fijner sociaal leven, omdat hij zich niet druk maakt over het begrijpen van de relativiteitstheorie of de zin van het bestaan. Misschien is domheid, net als luiheid, een manier om onszelf te beschermen tegen de destructieve kracht van overmatig nadenken.
Egoïsme: De Motor van Vooruitgang
Egoïsme, nog zo’n schande van het menselijke repertoire, is eveneens aan herwaardering toe. Want, laten we eerlijk zijn, zonder egoïsme zou de menselijke beschaving nooit zijn ontstaan. De drang om jezelf te verbeteren, om méér te willen, om je eigen belangen te behartigen, is de basis van vooruitgang. Adam Smith noemde het al in The Wealth of Nations: het egoïsme van de bakker en de slager is wat ons brood en vlees bezorgt. Natuurlijk, excessief egoïsme kan destructief zijn, maar een gezonde dosis eigenbelang is essentieel voor innovatie, competitie, en zelfs altruïsme. Ja, altruïsme. Want zeg nou zelf: zelfs de grootste weldoeners krijgen hun kicks uit het strelen van hun ego, het ontvangen van bewondering, of het tevredenstellen van hun geweten. Een nobele daad is vaak niet meer dan egoïsme in vermomming.
De Cyclus van Verlangen: Een Evolutionaire Meesterzet
Evolutionair gezien is de dopamine-edge een meesterzet. Onze voorouders, die zich niet lieten leiden door de drang naar méér voedsel, méér veiligheid of méér paringspartners, haalden de genenpoel simpelweg niet. Het is niet zo dat dopamine ons plezier geeft—nee, dat zou te gemakkelijk zijn. In plaats daarvan voedt het onze verwachtingen en schept het een verlangen dat meestal groter is dan de werkelijke bevrediging. Het echte genot is van korte duur, gevolgd door de onvermijdelijke teleurstelling en een frisse dosis hunkering. En zo blijven we rennen, als muizen in een rad, terwijl we onszelf wijsmaken dat we vrij zijn.
De Tyrannie van de Ratio: Meester van de Illusie
En dan hebben we nog het kroonjuweel van de menselijke illusie: de zogenaamd verheven ratio. De illusie van rationeel denken heeft ons veel gebracht, maar ook veel gekost. Wij zien onszelf graag als rationele wezens, maar hoe rationeel is het om onszelf uit te putten in de jacht op status, liefde, en succes, enkel om de dopamine-machine te voeden? De ratio blijkt vaak niet meer dan een uitstekend advocaat voor de verlangens van het ego. Onze “weloverwogen” keuzes komen voort uit dan sluwe manieren om ons eigenbelang te rationaliseren. Ze zijn meestal niets anders dan mooie verhalen die we onszelf vertellen om dopamine te blijven voeden. En dan komt de realiteit: zelfs de meest rationele beslissing is uiteindelijk gedreven door de irrationele verlangens die diep in ons brein zijn ingebakken. We houden ervan om te denken dat we meester zijn van ons eigen lot, terwijl we in werkelijkheid dansen naar het ritme van een hersenmolecuul dat vooral geïnteresseerd is in het volgende shot genot.
“If You Love Something, You Will Never Be Free”
De Paradox van Vrijheid en Verlangen
En hier ligt de kern van de ironie. Wij streven naar vrijheid, maar we zijn gebonden aan alles waar je van houdt. De liefde, het verlangen, en de ambitie die onze hersenen produceren, lijkt zo verheven, maar in werkelijkheid zet het ons vast in een emotioneel web dat ons angst en kwetsbaarheid bezorgt. Ze geven ons leven betekenis, maar maken ons ook tot slaaf. We willen vrij zijn, maar we willen ook alles hebben wat vrijheid ondermijnd. Wij hechten ons aan anderen, aan idealen, aan de illusie van controle, en voor je het weet zijn we emotioneel gegijzeld. Misschien is de enige ware vrijheid het vermogen om de absurditeit van onze situatie in te zien, zonder de hoop te koesteren dat we ooit écht vrij zullen zijn. Een meesterlijk spel van de natuur, nietwaar?
Boeddha noemde dit verlangen de wortel van alle lijden, en misschien had hij een punt. Maar laten we eerlijk zijn: het idee van complete onthechting klinkt leuk, totdat je je realiseert dat je dan ook de kick van verlangen, liefde en ambitie mist. De ironie is dat we juist door deze gevoelens de wereld vormgeven—van kunst tot wetenschap tot het kapitalisme dat alles verwoest wat ons ooit rust had kunnen bieden.
De Paradox van Vrijheid
De paradox van onze menselijke conditie is prachtig: we zoeken vrijheid, maar we willen ook liefde, verbinding, en succes. En daar zit je dan, verstrikt in een web dat je zelf hebt geweven, jezelf voorhoudend dat je ooit écht vrij zult zijn. Maar misschien, en dit is het ironische slotakkoord, moeten we accepteren dat absolute vrijheid een sprookje is. Misschien is de enige vrijheid die we kunnen bereiken, de vrijheid om te begrijpen hoe onvrij we werkelijk zijn.
Luiheid, domheid, en egoïsme zijn niet onze vijanden. Ze zijn eigenschappen die de mens hebben geholpen te overleven en zelfs te floreren. Misschien moeten we ze omarmen in plaats van ze te verachten. We zijn tenslotte allemaal slaven van dopamine, dus waarom niet genieten van de ironie van ons bestaan en onze gebreken zien als een onmisbare component van ons complexe, absurde menszijn?
Dus, beste lezer, leef je leven terwijl je het onvermijdelijke theater van je eigen brein doorziet. Wees je ervan bewust dat je nooit kunt ontsnappen aan de tirannie van dopamine, tenzij je bereid bent om alles op te geven wat het leven de moeite waard maakt. Of, nog slimmer, leer genieten van de tragische ironie van je bestaan.
“Ik hou van het woord ‘indolentie’. Het zorgt ervoor dat mijn luiheid chic lijkt.”
Bernard Williams– Brits filosoof (1929 – 2003)
Peter Koopman