Alles volgens protocol. Dus niemand verantwoordelijk.
Beste meedenker, mee-afvinker, medeburger-in-behandeling,
U hoeft zich geen zorgen te maken. Alles loopt volgens plan. Er is een format. Er zijn vijf toetsingskaders. En als het echt spannend wordt, is er altijd nog een procedure voor de procedure. Dus: geen paniek.
In het nieuwste deel van onze serie over de Onmacht van de Burger in een Representatieve Schijndemocratie laat ik zien hoe beleid tegenwoordig niet meer wordt beoordeeld op inhoud, effect of maatschappelijke relevantie, maar op de mate waarin het correct is ingevuld in het juiste sjabloon.
Titel: “De bureaucratische wurggreep: hoe procedures inhoud vervangen”
Verwacht:
· Hoe een zorgverlener drie uur per dag bezig is met het rapporteren dat hij zorg verleent
· Waarom een leraar pas goed lesgeeft als hij vijf reflectieformats heeft ingevuld over zijn pedagogisch handelen
· En hoe een politieman een straat vol dealers negeert om op tijd zijn proces-verbaal in te leveren voor de maandelijkse outputindicator
We noemen dat: modern bestuur.
Of, voor de kenners: de rituele dans van de administratieve zelfbevrediging.
U leest in dit stuk:
· Waarom Kafka postuum een aanstelling kreeg als beleidsadviseur
· Hoe bureaucratie zijn eigen bestaansrecht legitimeert door alles in lijstjes te vangen
· En waarom professionals steeds vaker met burn-out naar huis gaan met een voldaan Excel-bestand op zak
Klik hier, en ontdek waarom niemand nog weet waarom we iets doen — zolang we maar kunnen aantonen dát we iets doen:“De bureaucratische wurggreep: over het verlies van inhoud in een procesfetisjistische bestuurscultuur”
Kortom: als u ook weleens het gevoel heeft dat u niet gehoord wordt — dat kan kloppen. U bent vergeten het juiste formulier in te vullen.
Met correcte groet, inclusief paraaf en stempel,
Peter Koopman
Afdeling Integrale Procesoptimalisatie & Ambtelijk Sjabloonfetisjisme
Postbus 1984 — alleen bereikbaar na machtiging en voorafgaande goedkeuring door de stuurgroep
28 jul. 2025
Tel.: 06 8135 8861
De bureaucratische wurggreep: hoe procedures inhoud vervangen
In een samenleving die bulkt van beleidsnota’s, evaluatieprotocollen, verantwoordingsdocumenten en toetsingskaders, is het originele doel van beleid vaak het eerste slachtoffer. Wat ooit begon als een poging tot maatschappelijke verbetering of collectieve ordening, eindigt steeds vaker als een procesfetisj — een bureaucratische dans waarin regels, formats en compliance de dienst uitmaken. Niet het wat of waarom, maar het hoe domineert.
Van doel naar dossier
De bureaucratie is verworden tot een zelfreferentiële structuur die zijn eigen bestaan legitimeert door complexiteit te reproduceren. Beleidsmakers verliezen zich in formats, impactassessments en afvinklijsten. De ‘goede uitvoering’ wordt gelijkgesteld aan ‘zorgvuldig volgen van het proces’, niet aan de werkelijke effectiviteit of maatschappelijke relevantie. Inhoudelijke urgentie wordt ingeruild voor procedurele zuiverheid.
Zoals filosoof Ivan Illich al stelde: “Bureaucratie is de enige moderne religie waarin ritueel belangrijker is dan geloof.” Het gaat niet meer om de essentie van het beleid, maar om het heilige format waarin het wordt verpakt. Wie het juiste pad van formats en mandaten bewandelt, kan rekenen op instemming — zelfs als de inhoud rammelt, de effecten afwezig zijn of de burger op onbegrip stuit.
De zelfbescherming van het systeem
Bureaucratie fungeert als een beschermingsmechanisme tegen politieke verantwoordelijkheid. Door beleid onder te brengen in ondoorzichtige procedures en interbestuurlijke overlegstructuren, wordt onduidelijk wie nog ergens voor verantwoordelijk is. Ministers verwijzen naar de ‘uitvoeringspraktijk’, gemeenten naar ‘rijkskaders’, ambtenaren naar ‘de juridische toets’ en inspecties naar ‘de systematiek van handhaving’.
Niemand grijpt in, want iedereen houdt zich aan de regels. Die regels blijken echter steeds vaker ontworpen om de status quo te beschermen in plaats van deze kritisch te bevragen. Ze zijn minder bedoeld als hulpmiddel voor betere besluitvorming dan als schild tegen verandering of kritiek.
Kafka leeft
Kafka’s “Het Proces” is niet langer fictie, maar beleidsrealiteit. Burgers verdwalen in bezwaarprocedures, instellingen worden overspoeld met audits, en professionals verliezen hun autonomie in een moeras van verantwoording. De energie gaat niet naar het verbeteren van het systeem, maar naar het overleven binnen het systeem.
Zorgverleners moeten meer tijd besteden aan het registreren van zorg dan aan het verlenen ervan. Docenten worden geacht hun onderwijs te verbeteren via formats die hen dwingen tot absurde reflectierituelen. Politieagenten tikken uren aan rapporten, terwijl de wijk verloedert. Inhoud raakt ondergeschikt aan output-indicatoren, KPI’s en formats. Iedereen houdt zich keurig aan het proces — en ondertussen verliest het systeem zijn morele anker.
Het fetisjisme van objectiviteit
De bureaucratische logica maskeert haar politieke aard door zich te beroepen op ‘objectieve criteria’. Maar wie bepaalt die criteria? Wie beslist wat telt als ‘succes’ of ‘faal’? Wie stelt de meetlat op? Door de inhoudelijke discussie uit te besteden aan procedures, worden waardeoordelen vermomd als technische keuzen. Technocratie wordt gepresenteerd als neutrale beheersing, terwijl ze in werkelijkheid het debat over alternatieven smoort.
Zoals Max Weber al waarschuwde: rationalisering leidt tot een ‘ijzeren kooi’. Die kooi is inmiddels ingericht met dashboards, formats, handreikingen en compliance-afdelingen. Het proces regeert — en wie zich daartegen verzet, wordt niet als inhoudelijk dissident gezien, maar als ‘niet samenwerkingsgericht’ of ‘weigerachtig tegenover beleid’.
Van professionals tot procedureknechten
Professionals — ooit experts met gezag en ruimte — zijn gedegradeerd tot uitvoerders van beleid in Excel. In plaats van het ontwikkelen van hun vak, worden ze gedwongen tot ritualistische administratie. De autonomie van de leraar, de rechter, de arts, de sociaal werker — allen zijn gekooid in protocollen die hen moeten ‘sturen naar gewenst gedrag’, alsof het Pavlov-honden betreft.
Wie buiten het format valt, telt niet meer mee. Innovatie, improvisatie, maatwerk — het is allemaal verdacht. Creativiteit wordt gezien als systeemfout. Of zoals een topambtenaar ooit schertste: “Wat niet in het beleidsformat past, bestaat niet.”
Conclusie: een systeem dat zichzelf opslokt
De bureaucratie is niet langer het middel, maar het doel geworden. Ze legitimeert haar bestaan met zichzelf. De tragiek is dat deze zelfverzurende procesmachine juist het vertrouwen ondermijnt dat ze denkt te bewaken. Burgers voelen zich niet gehoord, professionals raken uitgeput, en bestuurders verschuilen zich achter ‘het proces’.
De enige echte oplossing? Minder formats, meer vragen. Minder procedures, meer moed. En de herontdekking dat inhoud nog steeds belangrijker is dan de verpakking.