Voor wie niet langer in morele sprookjes gelooft…
Beste lezer,
Je kent het wel: weer zo’n kerstcommercial waarin een regisseur een huilend kind vóór je zondebesef sleurt alsof het een nieuwe iPhone is die je móét hebben. Je schuld als kooptrigger. Alweer.
Ik dacht: laten we het eens anders doen.
Geen violen.
Geen sentiment.
Geen tranentrekkers uit de marketingfabriek.
Maar een hoofdstuk dat de hele morele façade van onze beschaving bij de lurven grijpt en zonder verdoving opensnijdt.
De Onbarmhartige Samaritaan is geen therapie, geen troost, geen feel-good essay.
Het is een meetlat voor de menselijke hypocrisie. Een zuivere spiegel waarin niemand zichzelf graag ziet, precies daarom zo nodig.
We behandelen alles wat we liever wegstoppen:
– mimetische barmhartigheid
– geprogrammeerde empathie
– christelijke schuldsoftware
– staatsmoralisering
– de liefdadigheidsindustrie als cashkoe
– en het simpele feit dat de mens vooral voor zichzelf kiest (en daarna een verhaaltje verzint)
Het resultaat is geen preek, maar een schoonmaakbeurt van de geest.
Voor wie durft, althans.
Als je behoefte hebt aan een frisse blik die de beschimmelde hoeken van onze cultuur even strak belicht als een Caravaggio-spot, dan is dit hoofdstuk jouw vitaminekuur.
Met een knipoog en een kleine waarschuwing:
Wie dit leest, krijgt zijn onschuld niet meer terug.
Hartelijke groet,
Peter Koopman
(De Onbarmhartige Samaritaan die gewoon doorloopt)
DE ONBARMHARTIGE SAMARITAAN
(Hoofdstuk uit: DE GROTE FICTIES — Deel II: De Mens als Getemde Emotierobot)
Proloog: Een Kind op Tv en de Geboorte van Schuld
Zet twee willekeurige Nederlanders op de bank voor de tv in de donkere dagen voor kerst, en je kunt bijna voorspellen wat er gebeurt. Eerst verschijnt een huilend kind op het scherm. Het heeft trek, zweren, vliegen rond zijn ogen. Dan volgt een stem waarin een marketingbureau drie maanden heeft geëtst om precies het juiste mengsel van empathische autoriteit en emotionele chantage te vinden:
“Help dit kind. Nu. Vandaag. Voor het te laat is.”
De mens die in zijn stoel zit, voelt een zachte knoop in zijn maag. Waar komt die vandaan?
Niet uit kennis. Niet uit analyse. Niet uit werkelijk begrip. Maar uit een programma.
Eén dat al generaties draait.
Eén dat hij nooit bewust heeft geïnstalleerd.
Dit programma heet morele dressuur.
En het draait op drie systemen:
christelijke barmhartigheid, staatsmimetiek en sociale schuld-conditionering.
Vandaag noemen we het beschaving.
Maar wie iets beter kijkt ziet: het is gedragsarchitectuur.
Een emotionele infrastructuur die ontworpen is om mensen te vormen tot sociaal bruikbare, gehoorzame, voorspelbare wezens.
En precies hier, in deze kamer, in het licht van dat televisiescherm, wordt de Onbarmhartige Samaritaan geboren.
Niet als monster.
Niet als kwaadaardig wezen.
Maar als de enige die weigert mee te doen aan de geprogrammeerde emotionele choreografie.
1. De Mens als Organisme in Een Morfologisch Theater
We beginnen bij de basis:
De mens is geen morele entiteit.
Hij is een organisme dat probeert te overleven in een wereld die hem nooit een handleiding heeft gegeven.
Maar dat beeld is bijna verboden terrein.
Onze cultuur heeft er alles aan gedaan de mens uit te rusten met een morele mal — een vorm die het organisme moet aannemen voordat het überhaupt meetelt.
We krijgen geen scholing in kritisch denken.
We krijgen scholing in rolidentiteit.
Zoals Confucius al zei:
“De mens is pas mens als hij zijn rol kent.”
In onze cultuur betekent dat:
– empathisch zijn,
– solidair zijn,
– altruïstisch zijn,
– bescheiden zijn,
– volgzaam zijn.
De maatschappij eist niet dat je nadenkt;
ze eist dat je voelt wat je moet voelen.
En precies dat is het probleem.
Want authentieke emotie is zeldzaam.
De meeste emoties zijn mimetische echo’s van wat we geleerd hebben te imiteren.
Girard had hier al een verstikkend heldere kijk op:
we imiteren niet alleen verlangens,
maar ook onze gevoelens.
Wij huilen niet omdat wij verdriet hebben,
maar omdat wij hebben geleerd dat dit is hoe je op verdriet hoort te reageren.
2. De Christelijke Erfenis: Schuld als Moreel Besturingssysteem
Je hoeft geen christen te zijn om christelijk te denken.
De software draait toch wel.
De grote genialiteit van het christendom was dat het schuld koppelde aan zelfzucht.
Egoïsme werd zonde.
En zodra dat eenmaal is ingeprent, kun je hele samenlevingen besturen op basis van emotie.
Want wat doet een mens die zich schuldig voelt?
Hij gehoorzaamt.
Hij doneert.
Hij knielt.
Hij volgt.
De moderne staat heeft deze infrastructuur geërfd en opgewaardeerd.
Nu heet schuld geen zonde meer, maar:
– “onvoldoende solidariteit”,
– “gebrek aan betrokkenheid”,
– “maatschappelijke ongehoorzaamheid”.
Maar de werking is hetzelfde:
hoe meer schuld, hoe beter een mens bestuurbaar is.
En de burger denkt:
“Maar ik bén toch solidair? Ik voel dat toch echt?”
Nee, beste lezer.
Je voelt wat je geleerd hebt te voelen.
Authentieke emotie is evolutionair functioneel.
Mimetische emotie is cultureel bruikbaar.
En de staat kiest altijd voor bruikbaarheid.
3. De Goede Doelen-industrie: Liefdadigheid als Emotioneel Kapitalisme
Liefdadigheid heeft niets te maken met liefde.
Het heeft alles te maken met emotionele transacties.
De “goede doelen” sector is in Nederland een verbazingwekkend efficiënt verdienmodel.
Ze verkopen geen voedsel.
Geen onderwijs.
Geen veiligheid.
Ze verkopen gevoelens van goedheid.
Emotionele consumptie.
Onderzoek toont al decennia dat mensen vooral doneren als ze zien hoe iemand lijdt.
Niet als ze begrijpen waarom iemand lijdt.
Emotionele prikkels zijn sterker dan rationele oorzaken.
Daarom werkt het model als volgt:
– personalise suffering
– dramatiseer helplessness
– moraliseer giving
– en vooral: houd de relatie asymmetrisch.
Jij de helper.
Zij de hulpeloze.
Een symbiotisch systeem van afhankelijkheid,
waarbij de emotionele winst voor de donateur minstens zo belangrijk is als de materiële winst voor de ontvanger.
Het resultaat?
Barmhartigheid wordt een premium-product.
Doneer voor 10 euro een gevoel.
Doneer voor 50 euro een identiteit.
Doneer voor 100 euro een versie van jezelf die je aan de buitenwereld kunt tonen.
En de elite achter de schermen verdient beter dan de CEO’s van middelgrote bedrijven.
De winst zit in het uitmelken van het menselijke verlangen om te lijken op de rollen waarin men is opgevoed.
4. Confucius Begrijpt de Staat beter dan de Staat Zichzelf Begrijpt
Confucius wist 2500 jaar geleden al dat een samenleving niet draait op individuele autonomie,
maar op rolconsistentie.
Iedereen moet doen alsof.
Het doel was stabiliteit, voorspelbaarheid, harmonie.
Niet waarheid.
Niet eerlijkheid.
Niet authenticiteit.
Laten we dit niet verwarren met wijsheid.
Het was disciplinering.
De mens is een organisme, maar wordt getemd tot een rol.
In onze moderne tijd is die rol:
Een empathische marionet met een schuldreflex.
En de staat, net als de kerk destijds, heeft een diepe aversie tegen mensen die voor zichzelf kiezen.
Want wie voor zichzelf kiest, breekt uit de rol.
En wie uit de rol breekt, destabiliseert het systeem.
Autonomie is gevaarlijk.
Niet omdat het immoreel is, maar omdat het onvoorspelbaar is.
En voorspelbaarheid is de zuurstof van macht.
5. De Werkelijke Schending: We Hebben Nooit Leren Denken
De meeste mensen denken niet.
Ze herhalen.
We hebben een systeem dat kinderen leert:
– volg instructies,
– wees beleefd,
– wees hulpvaardig,
– wees niet te kritisch,
– en vooral: wees geen last.
Kritisch denken wordt gepresenteerd als een vaardigheid,
maar in werkelijkheid als een bedreiging.
Want een kritisch mens vraagt:
– waarom moet ik empathisch zijn naar mensen die ik niet ken?
– waarom moet ik barmhartig zijn?
– waarom moet ik luisteren naar politici die hun eigen agenda’s dienen?
– waarom moet ik doneren aan organisaties met salarissen van tonnen?
– waarom mag egoïsme niet gewoon bestaan als evolutionair feit?
Deze vragen zijn taboe.
Dus worden ze bedekt onder morele clichés.
Het gevolg:
We zijn een samenleving geworden van gepolijste reflexen.
Geen denkende individuen, maar getrainde sociale robots.
6. De Erfenis: Waar de Mens Zijn Masker Verliest
Niemand toont zijn ware gezicht tijdens een kerstcommercial.
Maar zet een tafel vol erfgenamen neer na het overlijden van oma,
en de façade krijgt scheuren.
Plots klinken zinnen die rechtstreeks uit het oerbrein komen:
– “Die klok heeft ze mij beloofd.”
– “Ik wil alleen dat het eerlijk verloopt.”
– “We moeten denken aan de kinderen.”
– “Zou oma niet gewild hebben dat…?”
Dit is de mens zonder mimetisch masker.
Het eerste echte moment waarop het organisme
— onverdoofd
— ongebotoxed
— ongebarmhartig
zich laat zien.
Zelfzucht is geen afwijking;
het is de default-instelling van het organisme.
Het probleem is niet dat mensen egoïstisch zijn.
Het probleem is dat ze doen alsof ze het niet zijn.
7. Waarom de Sociopaat Nooit de Held Mag Zijn
Niet omdat hij slecht is.
Maar omdat hij iets doet dat cultureel verboden is:
hij kiest openlijk voor zichzelf.
Dat is taboe.
Heiligschennis.
Het doorbreekt de collectieve illusie dat we morele wezens zijn.
Films durven alleen antihelden toe te laten als ze worden gelegitimeerd door trauma, noodlot of misverstand.
Maar een pure sociopaat — iemand die eerlijk zegt wat wij denken maar niet durven:
“Ik doe dit omdat het mij uitkomt” —
die is onacceptabel.
Hij is te herkenbaar.
Te realistisch.
Te menselijk.
En precies daarom zo gevaarlijk.
8. De Onbarmhartige Samaritaan: Een Spiegel voor de Mens
Stel je hem voor.
Hij loopt langs het slachtoffer.
Niet omdat hij slecht is,
maar omdat hij geen toneelstuk wil spelen.
Hij heeft geen illusies over zijn rol.
Hij weet dat de wereld geen theater van morele plicht is, maar een arena van organismen die overleven, onderhandelen, calculeren, vermijden, verleiden en manoeuvreren.
Hij is vrij.
En precies daarom wordt hij gehaat.
Want niets is bedreigender dan iemand die weigert mee te doen aan het emotionele rollenspel.
Hij laat zien dat onze empathie geen natuur is, maar dressuur.
Dat onze barmhartigheid geen altruïsme is, maar imitatie.
Dat onze deugdzaamheid geen diepte heeft, maar maatschappelijke voorwaarde is.
En dat onze hele morele identiteit één grote, zorgvuldig onderhouden fictie is.
9. Illich: De Fakkeldrager in de Donkere Gang van Morele Corridors
Illich zou hierop reageren met zijn typische mix van walging en poëtische helderheid:
“Stop met doen alsof.Stop met geloven dat systemen voor jou bestaan.Ze bestaan door jou.”
Hij heeft het altijd gezegd:
zorg maakt ziek,
scholen maken dom,
liefdadigheid maakt afhankelijk,
en moraal maakt blind.
Niet omdat mensen slecht zijn,
maar omdat instituties gevoed worden door menselijke zwaktes die ze zelf hebben gekweekt.
En wie het durft, wie door die façade heen stapt, wie weigert emotioneel gemanipuleerd te worden,
wordt meteen bestempeld als cynicus, egoïst, asociaal, onmens.
Maar Illich wist beter:
Eerlijkheid is geen gebrek aan moraal.Het is een weigering om mee te doen aan de grote maatschappelijke leugen.
10. De Vrije Mens: Het Organisme dat Ja Durft te Zeggen tegen Zichzelf
De Onbarmhartige Samaritaan is geen karikatuur.
Het is de mens die zich heeft losgemaakt van mimetische emoties.
Die begrijpt dat empathie vaak een sociaal masker is.
Dat barmhartigheid soms slechts een instrument is om schuld te dempen.
Dat liefdadigheid een morele valuta is.
Dat het systeem draait op een gedresseerde vorm van gevoelsarbeid.
Hij is de mens die durft te zeggen:
“Ik kies voor mezelf — en dat is geen schande.”
Niet omdat hij hard is.
Maar omdat hij eerlijk is.
Hij is het organisme dat zijn biologische realiteit accepteert,
in plaats van zich te verbergen achter culturele scripts.
Hij is geen vijand van de mensheid.
Hij is haar bevrijding.
De echte vraag is dus niet:
“Why is he so cruel?”
Maar:
“Waarom durven wij niet zo eerlijk te zijn?”
Epilogue: De Grote Fictie van Deugd
De mens gelooft dat hij goed is.
Maar dat is slechts een verhaal.
Een meme.
Een cultureel script.
Wie daar doorheen prikt, ziet het organisme.
Met zijn driften, zijn angsten, zijn zelfzucht, zijn strategieën.
De Onbarmhartige Samaritaan is niet de uitzondering.
Hij is de waarheid.
De rest is opvoeding.
Programmatie.
Mimetiek.
En een kudde die bang is voor wat ze werkelijk is.
LITERATUURLIJST — KOOPMAN-STIJL
(voor: De Onbarmhartige Samaritaan, De Grote Ficties)
1. René Girard – de architect van de menselijke imitatie
– Violence and the Sacred
– Things Hidden Since the Foundation of the World
– The Scapegoat
Commentaar:
Girard legt uit dat mensen niet weten wat ze willen, maar elkaar nadoen. Inclusief emoties. Inclusief barmhartigheid. Zijn werk is de genetische code van het morele kuddegedrag. Onmisbaar om te snappen waarom we huilen als anderen huilen, en doneren omdat de buurvrouw het ook doet.
2. Ivan Illich – chirurg van institutionele leugens
– Deschooling Society
– Medical Nemesis
– Tools for Conviviality
Commentaar:
Illich snijdt door systemen alsof het abcessen zijn. Hij legt bloot hoe instituties mensen niet helpen, maar vormen. Als iemand de Onbarmhartige Samaritaan zou goedkeuren — het is Illich.
3. Friedrich Nietzsche – de sloper van heilige moraal
– Genealogie van de Moraal
– Jenseits von Gut und Böse
– Der Antichrist
Commentaar:
Nietzsche zegt wat iedereen voelt maar niemand durft: moraal is macht, en barmhartigheid is vaak versluierde ijdelheid. Onbarmhartigheid is geen fout, maar vrijheid. De mens is geen engel met een aan/uit-knop.
4. Michel Foucault – de cartograaf van macht
– Discipline and Punish
– The Birth of Biopolitics
Commentaar:
Foucault laat zien dat de staat je niet lief wil hebben, maar wil vormgeven. Empathie is een instrument van macht. Perfect voor je hoofdstuk over emotionele dressuur.
5. Christopher Lasch – de anatomie van het moderne ego
– The Culture of Narcissism
– The Minimal Self
Commentaar:
Lasch toont hoe empathie en slachtofferschap verworden tot culturele valuta. Een samenleving waarin iedereen zichzelf ziet als morele influencer.
6. Erving Goffman – het theater van het dagelijks leven
– The Presentation of Self in Everyday Life
– Interaction Ritual
Commentaar:
Goffman bewijst dat empathie, behulpzaamheid en “medemensen” grotendeels rollen zijn. Toneel. Publiek gedrag. De Onbarmhartige Samaritaan is gewoon de enige die zijn maskertje afgooit.
7. Robert Trivers – evolutionaire smerigheid zonder schaamte
– The Folly of Fools
– Social Evolution
Commentaar:
Trivers legt uit waarom we liegen — vooral tegen onszelf. Altruïsme is slechts camouflage. Zijn inzichten geven jouw essay de biologische onderbouw die het verdient.
8. Robert Sapolsky – primatoloog met een scalpel
– Behave
– Determined
Commentaar:
Sapolsky laat zien dat gedrag nooit spontaan is, maar biologisch, hormonaal en situationeel gestuurd. “Empathie” is vaak een optische illusie. De Onbarmhartige Samaritaan is niet hard, maar eerlijk.
9. Yuval Noah Harari – verhalen als menselijk operating system
– Sapiens
– Homo Deus
Commentaar:
Harari toont dat morele verhalen machtsinstrumenten zijn. De mens leeft niet in de werkelijkheid, maar in ficties die hij zelf gelooft. Een perfecte aansluiting bij De Grote Ficties.
10. Daniel Kahneman – de wiskunde van menselijke domheid
– Thinking, Fast and Slow
Commentaar:
Kahneman bewijst dat mensen niet denken maar reflexen volgen. Tv-spotje, lief kind, trieste muziek: je doneert. Niet uit inzicht, maar uit systeem-1-dwang.
11. Frans de Waal – empathie als dierlijk gereedschap
– Good Natured
– The Age of Empathy
Commentaar:
De Waal laat zien dat empathie evolutionair is — maar cultureel gedramatiseerd. De mens maakt er een circus van. Empathie als toneelstuk, zoals in je essay.
12. Dawkins – de memetische moederkerk
– The Selfish Gene
– The Extended Phenotype
Commentaar:
Verklarend voor hoe morele ideeën zich verspreiden als virussen. Barmhartigheid is een meme, geen deugd. Een memetische ketting die iedereen napraat.
13. Jonathan Haidt – intuïtie eerst, ratio later (als excuus)
– The Righteous Mind
Commentaar:
Moraal is een emotionele reflex. Redenatie is slechts aftercare. Haidt is de perfecte commentator op jouw mimetische emotie-thema.
14. Hannah Arendt – moraliteit als routine
– Eichmann in Jerusalem
– The Human Condition
Commentaar:
Arendt laat zien dat “het goede” vooral wordt bepaald door dociele gehoorzaamheid. De banaliteit van barmhartigheid, als het ware.
15. Peter Sloterdijk – de mens als tam project
– Regeln für den Menschenpark
– Kritik der zynischen Vernunft
Commentaar:
Sloterdijk beschrijft precies wat jij blootlegt: de mens als gefokte, gedisciplineerde emotie-automaat, zorgvuldig weggehouden van zijn eigen dierlijke kern.
16. Philip Rieff – het therapeutische tijdperk
– The Triumph of the Therapeutic
Commentaar:
Barmhartigheid en empathie zijn de nieuwe sacramenten. Een maatschappij vol morele soft-power. Perfect raak in jouw context.
17. David Buss – de evolutie van strategie
– The Evolution of Desire
Commentaar:
Egoïsme, selectief altruïsme, verborgen agendas — Buss geeft de seksuele en evolutionaire logica achter morele poses. In lijn met jouw mensbeeld: organismisch, opportunistisch, strategisch.
18. Thomas Ligotti – de mens als marionet in eigen illusie
– The Conspiracy Against the Human Race
Commentaar:
Een filosofisch horrorwerk dat de mens onttovert tot puppet. Cynisch, duister, maar bruikbaar om de façade van altruïsme in gruzelementen te gooien.
19. Charles Taylor – de geboorte van het morele zelf
– Sources of the Self
Commentaar:
Taylor laat zien dat het “morele ik” een constructie is. Een fictioneel project. Relevantie: bijna 100%.
20. Emile Durkheim – de sociale lijm
– The Elementary Forms of Religious Life
Commentaar:
Durkheim verklaart waarom groepsemoties altijd voorgaan op individueel denken. De kern van mimetische empathie.
