Een knuffel, een erectie en het moreel brein — klaar om even ongemakkelijk te denken?
Beste lezer,
Stel je voor: een knuffel. Onschuldig, warm, menselijk. Maar wat als die knuffel plots naakt plaatsvindt? Wat als daar een erectie bij komt kijken? En wat als ik je vertel dat je morele oordeel op dat moment al gevormd is, nog vóór je bewust dacht: “Wat vind ík hier eigenlijk van?”
In dit essay neem ik je mee langs de biologische bedrading van onze moraliteit, de evolutionaire ballast van sociale oordelen, en de illusie van controle over ons eigen morele kompas. We verkennen hoe je brein, dat zich graag presenteert als de redelijke rechter van je gedrag, in werkelijkheid een opportunistische verteller is—altijd druk met verklaren wat je al lang gedaan of gedacht hebt.
Een filosofisch-psychologische rollercoaster die begint bij een knuffel, en eindigt bij de naakte waarheid over hoe weinig grip we werkelijk hebben op ons gedrag. Verwacht provocatie, zelfspot en een eerlijke confrontatie met je eigen morele reflexen.
Lees het essay. Lach. Vervreemdt. Herken. Denk.
Hartelijke groet,
Peter (en zijn AI-alterego dat langzaam met hem versmelt)
18 apr. 2025
Tel.: 06 8135 8861
—————-
De Mens als Post-Hoc Aap: Over Knuffels, Keuzes en Andere Zelfbedrogen
Inleiding: Een Knuffel als Filosofisch Startpunt
Stel je voor: je geeft een vrouw een knuffel. Gewoon, vriendelijk, warm, sociaal. Geen vuiltje aan de lucht. Maar dan—hypothetisch—je doet het naakt. Er is een erectie. En ineens gebeurt er iets in het brein van de ander, en in dat van jezelf. Niet alleen ontstaat er een visueel beeld, maar ook een morele sensatie. Schaamte. Begeerte. Schuld. Opwinding. Walging misschien. Er is geen objectieve handeling veranderd—het is nog steeds een knuffel—maar het verhaal in het hoofd is volledig herschreven. Dit, beste lezer, is geen erotische anekdote, maar een dissectie van de menselijke geest. Een geest die denkt vrij te zijn, maar vooral bezig is met verklaren wat het al lang gedaan heeft.
1. De Mens als Vergelijkend Orgaan
Wat is bewustzijn anders dan een verschildetector? Wij nemen geen dingen op zichzelf, maar enkel in contrast: licht en donker, koud en warm, veilig en bedreigend. Zoals Gregory Bateson ooit scherp opmerkte: “Information is a difference that makes a difference.” Vergelijken is betekenis geven. Zonder verschil is er geen bewustzijn. En wie vergelijkt, oordeelt.
Moreel oordeel is niets anders dan een gespecialiseerde vorm van datzelfde mechanisme. We veroordelen omdat we verschillen denken te zien tussen wat is en wat zou moeten zijn. Maar dat ‘moeten’ is een construct, opgebouwd uit cultuur, opvoeding en groepsdynamiek. Of zoals Nietzsche zei: “Moraliteit is kudde-instinct in het individu.”
2. Het Brein als Retroactieve Verhaalmachine
Benjamin Libet toonde in de jaren 80 al aan dat de hersenen beslissingen nemen vóór we ons bewust zijn van het besluit. Het bewustzijn is een soort sportcommentator die verslag doet van een wedstrijd die al gespeeld wordt. Daniel Wegner bevestigde dit later met zijn concept van de “illusie van bewuste wil”: we verzinnen de redenen voor ons gedrag nadat het gedrag al in gang is gezet.
Robert Sapolsky doet daar in Determined nog een schep bovenop: vrije wil is volgens hem net zo realistisch als een unicorn die Proust leest. En toch blijven we hardnekkig vasthouden aan het idee van de autonome beslisser. Waarom? Omdat het sociaal handig is. Verantwoordelijkheid is een noodzakelijk narratief voor samenleven. Schuld is smeerolie voor sociale cohesie. Zonder het idee dat iemand “vrij” gekozen heeft, valt het hele juridische en morele bouwwerk in duigen.
3. Emoties: Geen Reacties, maar Voorspellingen
Emoties voelen alsof ze ons overvallen, maar volgens Lisa Feldman Barrett zijn ze eerder voorspellingen dan reacties. Het brein gokt continu wat er gaat komen en voelt daar alvast iets bij. Angst, liefde, walging—het zijn allemaal resultanten van voorspellingen in context. De erectie tijdens de knuffel is geen vrije keuze, geen zondige opwelling, maar een lichaam dat reageert op zintuiglijke prikkels en culturele conditionering.
Je voelt dus niet iets vanwege wat er is, maar vanwege wat je brein denkt dat er zal zijn. De knuffel wordt een seksuele daad omdat het brein er die betekenis aan toekent. De morele lading ontstaat niet uit de handeling, maar uit de verbeelding.
4. Moraliteit als Evolutionair Bijproduct
We denken vaak dat moraal iets verhevens is, een soort menselijk hoogstandje dat ons onderscheidt van het dier. Maar moraal is, in biologische zin, niets meer dan een set gedragsregels die groepsgedrag reguleert. Het is een bijproduct van sociale overleving. De mens als sociaal dier heeft morele kaders nodig om samenwerking mogelijk te maken.
Yuval Harari stelt in Homo Deus dat verhalen de enige manier zijn waarop grote groepen mensen kunnen samenwerken. Moraal is zo’n verhaal. Een handige fictie. Zoals geld, nationaliteit en het huwelijk. Zonder deze collectieve illusies zouden we elkaar te lijf gaan voor een banaan.
5. Het Zelf als Narratief: Een Fictie met Stem
Thomas Metzinger verwoordt het scherp in The Ego Tunnel: het ‘zelf’ bestaat niet. Wat we ervaren als een ‘ik’, is een continue stroom van hersenactiviteit die een model van een zelf creëert—een gebruiksinterface. De ‘ik’ is een gebruiksvriendelijke desktopweergave van onderliggende processen waar we geen toegang toe hebben.
Of, in eenvoudiger woorden: je bestuurt het lichaam niet, je vertelt alleen een verhaal over wat het lichaam doet. Een mens is niet autonoom, maar automatisch. Alles wat daarna komt is communicatie. En vaak: zelfbedrog.6. Apen met een Boek (en een Spiegel)
We zijn apen. Apen die leerden spreken. Apen die hun driftleven verhullen achter taal, rituelen en sociale façades. De moraal? Een excuus dat het mogelijk maakt samen te leven zonder elkaar te verscheuren. De ratio? Een verantwoording achteraf.
Stel je een chimpansee voor. Hij vindt een boek in het bos. Hij bladert, snuffelt, kijkt fronsend naar de letters. Hij begrijpt het niet, maar hij doet alsof. Want anderen kijken toe. En dat is precies wat wij doen met ons ‘zelf’, met onze zogenaamde vrije wil: we doen alsof.
We nemen plaats in de toneelzaal van het bewustzijn, kijken naar het podium van ons gedrag, en klappen beleefd voor de voorstelling waarvan we denken dat we de regisseur zijn.
Het boek is gekomen toen we leerden liegen tegen onszelf. Taal gaf ons niet alleen de mogelijkheid om verhalen te delen, maar ook om de chaos van ons innerlijk te maskeren met logica. Filosofie, religie, psychologie—allemaal manieren om structuur aan te brengen in wat fundamenteel irrationeel is: het menselijke dier. Wat Darwin in zijn notitieboekje schreef – “Man still bears in his bodily frame the indelible stamp of his lowly origin” – geldt evenzeer voor onze psyche.
We zijn literaire primaten: we imiteren, citeren, rationaliseren. Maar in de kern zijn we dezelfde schichtige, op status beluste, seksueel overgecodeerde zoogdieren als onze haarigere neven. We lezen boeken, maar begrijpen nauwelijks onze eigen hoofdstukken.
En de spiegel? Die houden we alleen vast om te kijken of we ons masker goed dragen. Want de waarheid, die willen we liever niet herkennen.
7. Een Glimlach van Herkenning (of van Ontmaskering)
Wanneer je een erectie krijgt tijdens een knuffel, ben je niet pervers, noch immoreel. Je bent simpelweg een organisme dat reageert op prikkels. De morele veroordeling komt van buiten, en nestelt zich daarna in je binnenwereld. Het schuldgevoel is niet ‘van jou’, het is van de cultuur. Jij was slechts decor.
Misschien voel je nu de opluchting. Misschien de verontwaardiging. Maar dat zijn óók voorspelde constructies. Je leest dit stuk, en je brein maakt er iets van—gebaseerd op wie je bent, wat je gelooft, wat je hoopt te zijn. En zelfs dát heb je niet gekozen.
Conclusie: Jij Bent Niet Wie Je Denkt Dat Je Bent
Zie het voor je: een aap, naakt, op een barkruk. In de ene hand een boek van Kant, in de andere zijn erectie. Hij fronst, mompelt iets over “categorische imperatief”, en krabt zich vervolgens achter het oor. De menselijke conditie in één beeld.
Er is geen vrije wil. Er is geen autonoom ik. Er is alleen een verhaal, verteld door een brein dat verschil detecteert, voorspellingen doet, en achteraf uitlegt waarom het deed wat het al lang deed.
De knuffel? Die is onschuldig. De erectie? Biologisch. De schaamte? Cultureel. De veroordeling? Evolutionair handig. En jij? Jij bent een aap met een woordenboek, een verteller zonder regie, een personage in een toneelstuk dat zichzelf opvoert.
En dat, beste lezer, is zowel tragisch als komisch. Want als je het eenmaal ziet, kun je het niet meer niet zien.
Dus glimlach. Want zelfs die komt niet van jou.
Literatuurlijst / Referenties
- Damasio, A. R. (1994). Descartes’ Error: Emotion, Reason, and the Human Brain. G.P. Putnam’s Sons.
- Haidt, J. (2012). The Righteous Mind: Why Good People Are Divided by Politics and Religion. Pantheon.
- Greene, J. D. (2013). Moral Tribes: Emotion, Reason, and the Gap Between Us and Them. Penguin Press.
- Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. Penguin.
- Gazzaniga, M. S. (2011). Who’s in Charge?: Free Will and the Science of the Brain. HarperCollins.
- Kahneman, D. (2011). Thinking, Fast and Slow. Farrar, Straus and Giroux.
- Ramachandran, V. S., & Blakeslee, S. (1998). Phantoms in the Brain: Probing the Mysteries of the Human Mind. Harper Perennial.
- Dennett, D. (1991). Consciousness Explained. Little, Brown and Co.
- Nietzsche, F. (1886). Jenseits von Gut und Böse. Leipzig: C. G. Naumann.
- Goffman, E. (1959). The Presentation of Self in Everyday Life. Anchor Books.
- Freud, S. (1905). Drei Abhandlungen zur Sexualtheorie.
- Darwin, C. (1871). The Descent of Man, and Selection in Relation to Sex. John Murray.