De Logica van het Decor: Rationaliteit als Nuttige Illusie
De trein vertrekt niet – en ons brein ook niet
Beste lezer,
U denkt waarschijnlijk dat u rationeel bent. Dat uw brein netjes oorzaak en gevolg op een rijtje zet, alsof u zelf de ingenieur van de werkelijkheid bent. Helaas… nieuws van het front: uw brein is een betere marketeer dan u zelf. Het verkoopt u verwachtingen, logica en causaliteit alsof het de werkelijkheid zélf is. En u koopt het nog ook.
In mijn nieuwe essay (“De Logica van het Decor: Rationaliteit als Nuttige Illusie”) trek ik het toneeldoek iets op. U komt erachter dat:
- Lisa Feldman Barrett laat zien dat emoties niet overkomen, maar door u zelf worden geproduceerd – zoals slechte koffie uit een te oude automaat.
- Donald Hoffman bewijst dat de werkelijkheid die u denkt te zien, niet meer is dan een lullig bureaubladicoontje.
- Erving Goffman u uitlegt dat uw rationele façade eigenlijk niet meer is dan decorstuk in een slecht geregisseerde soap.
- En dat de kwantumfysica ondertussen achter de schermen staat te gniffelen om onze lineaire logica.
Kortom: rationaliteit blijkt geen fundament, maar een soort IKEA-handleiding van de werkelijkheid. Handig zolang de schroefjes niet ontbreken, maar beslist geen blauwdruk van het universum.
Als u ooit heeft gedacht: “Waarom doe ik rationeel, maar voelt alles als een toneelstuk?” – dan is dit essay voor u.
Klik hier om uzelf even van de illusie te ontdoen. U glimlacht, u fronst, en misschien – heel misschien – vertrekt uw trein daarna wel op tijd.
Met rationeel geveinsd vertrouwen,
Peter Koopman
29 aug. 2025
Tel.: 06 8135 8861
De Logica van het Decor: Rationaliteit als Nuttige Illusie
Inleiding – De trein die niet vertrekt: over verwachting, emotie en logica als toneelstuk
Je kent het vast: je staat op het perron, koffie nog net niet over je hand heen gutsend, want je hebt al te veel haast. Het sein springt op groen. Alles in je lijf zegt dat de trein nu, nu, nu moet vertrekken. Je spant je spieren, je blik zoekt onbewust de beginnende beweging. Maar er gebeurt… niets. Een machinist die te laat uit zijn rookpauze komt, een technisch mankement, of gewoon een flauwe trein die maling heeft aan jouw tijdschema. Je staat daar, half in verwachting, half in frustratie, en je merkt: je lijf had zich al ingesteld op beweging, je adem stokt, je gedachten beginnen te grommen.
Wat hier gebeurt, is exemplarisch. Lisa Feldman Barrett zou zeggen: dit is je brein dat voorspelt. Emotie is niet zomaar een reflex, geen harde biologische code. Het is een constructie van verwachting. Je brein ziet het groene sein, rekent door: trein vertrekt → adrenaline → lichte anticipatie. Maar wanneer dat patroon doorbroken wordt, blijft de emotie hangen als een slechte grap. Je wordt niet “aangevallen” door frustratie, je maakt haar, omdat je brein een voorspelling deed die niet klopt.
Donald Hoffman zet daar nog een vilein randje onder. Hij zegt: wat je überhaupt ervaart – het sein, de trein, de hele situatie – is geen werkelijkheid, maar een interface. Een desktop, een icoontje, niets meer. Je brein heeft evolutionair geleerd om een simpele gebruikersvriendelijke weergave te maken van een onderliggende realiteit die véél te complex is. Dat groene licht is geen ultiem symbool van beweging of veiligheid, het is gewoon een handig icoon dat jij mag geloven. Zoals het prullenbak-icoon op je computer: het doet je denken dat bestanden daar liggen, maar we weten allemaal dat de harde schijf iets totaal anders uitvoert.
En toch, wij mensen lopen rond alsof onze logica – oorzaak-gevolg, als dit dan dat – de werkelijkheid zélf is. Alsof ons brein de blauwdruk van de kosmos in handen heeft. Terwijl we in werkelijkheid door onze verwachtingen heen struikelen, teleurgesteld omdat de interface niet doet wat wij denken dat ze belooft.
Hier opent zich de vraag die in dit essay centraal staat: is onze rationaliteit – de logica, de lineariteit, het causaliteitsdenken – werkelijk de structuur van de wereld, of slechts een biologisch handigheidje van een beperkt brein?
We gaan dit onderzoeken langs drie sporen. Ten eerste, evolutionair: hoe rationaliteit een compressietechniek is geworden om chaos te overleven. Ten tweede, kritisch: hoe onze logica ons voortdurend voor de gek houdt, en hoe wetenschap én kunst proberen die kloof te dichten. Ten derde, sociaal: hoe wij mensen in Goffmans woorden een toneel opvoeren, waarbij rationaliteit vooral een decorstuk is waarmee we elkaar geruststellen.
Het eindpunt zal minder geruststellend zijn: rationaliteit is waarschijnlijk een nuttige illusie. Een metrokaart die je door de stad helpt, maar die niets zegt over de rommelige werkelijkheid van steegjes, vuilnis, zwerfhonden en verborgen pleinen. Het brein als marketeer van zijn eigen illusie, en wij als de arme consumenten die geloven dat het logo ook echt de inhoud is.
En toch – laten we het toneelstuk meespelen, want zonder decorstukken zouden we verdwalen.
zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz
De evolutie van onze logica: van savanne tot smartphone
De mens denkt graag dat rationaliteit een triomf van beschaving is, een geschenk van Plato, Descartes en de verlichting. Maar in werkelijkheid is logica zo oud als de hongerige jager die op de savanne leert dat voetsporen in het zand meestal leiden tot prooi, en dat donder vaak betekent dat regen volgt. Oorzaak-gevolg denken is niet geboren in bibliotheken, maar in modder en bloed.
Evolutionair gezien is logica een compressietool. Ons brein kan de chaos van miljarden prikkels niet behappen. Dus reduceert het: A leidt tot B, punt. Een bliksemschicht betekent gevaar → ren weg. Een rode bes leverde je gisteren buikpijn → vermijdt die kleur. De complexiteit van natuurwetten wordt gecomprimeerd tot een bruikbaar trucje: als dit, dan dat.
Daniel Kahneman liet zien hoe beperkt dit werkt. Onze rationaliteit leunt zwaar op heuristieken: snelle, goedkope vuistregels die meestal goed genoeg zijn, maar vaak ook rampzalig misgaan. We denken causaal waar toeval speelt, we overschatten patronen in ruis, we zijn hopeloos in statistiek. Ons brein is geen computer, het is eerder een goktent met een croupier die achteraf uitlegt waarom de dobbelsteen precies zo moest vallen.
Dieren laten de betrekkelijkheid van ons denken zien. Een vleermuis leeft in echolocatie, een bij in UV-patronen. Voor hen is onze “objectieve werkelijkheid” irrelevant, misschien zelfs onzinnig. Zoals Thomas Nagel vroeg: What is it like to be a bat? Het antwoord: iets radicaal anders. Onze logica is dus geen universeel raamwerk, maar een niche-interface voor één soort zoogdier dat toevallig is gaan filosoferen.
Cynische noot: wij lachen om een rat in een doolhof die steeds dezelfde fout maakt, maar kijken niet in de spiegel. Ons hele economische systeem – bubbels, crises, schuldenbergen – is één groot rattenexperiment dat steeds weer in dezelfde valkuil trapt.
De illusie van rationaliteit: wanneer de natuur ons uitlacht
Tot hier lijkt rationaliteit een handige maar beperkte overlevingstool. Maar er zijn plekken waar ze ronduit faalt. De kwantumfysica is misschien wel de ultieme middelvinger van de werkelijkheid naar ons brein.
In de kwantumwereld kan een deeltje op twee plekken tegelijk zijn, kan causaliteit omdraaien, en is onzekerheid geen gebrek aan kennis maar een constitutieve eigenschap van het bestaan. Probeer dat eens in je lineaire schema te proppen. Ons brein blijft kraken, en de meeste mensen vluchten weg in simplistische metaforen.
Relativiteit doet er nog een schep bovenop: tijd is niet absoluut, maar kneedbaar, afhankelijk van snelheid en zwaartekracht. Ons hele gevoel van een lineaire klok die doortikt, is een evolutionair truukje van de hippocampus.
Oosterse filosofieën wisten dit intuïtief al: Taoïsme en Zen benadrukken dat de werkelijkheid paradoxaal, circulair en ongrijpbaar is. Nagarjuna’s Madhyamaka-school stelde dat alles leeg is van vaste essentie, en dat logica ons juist verstrikt.
Psychologische experimenten bevestigen dit. We zijn slecht in het inschatten van kansen, en onze zogenaamde rationele beslissingen blijken vaak achteraf geconstrueerde verhalen (Gazzaniga’s “interpreter module”). We doen alsof we lineair dachten, maar eigenlijk hebben we gewoon gegokt en daarna een nette causaliteit achteraf geplakt.
Rationaliteit is dus een metrokaart. Handig, overzichtelijk, bruikbaar. Maar wie denkt dat de kaart de stad ís, vergist zich.
Het theater van rationaliteit: Goffman en de façade van logica
Als rationaliteit geen spiegel van de werkelijkheid is, wat is ze dan? Erving Goffman biedt een ongemakkelijke suggestie: rationaliteit is decor.
In The Presentation of Self in Everyday Life beschreef hij hoe mensen voortdurend toneel spelen. We presenteren een “front stage”-zelf aan de buitenwereld, compleet met rekwisieten, scripts en decorstukken. Daarachter schuilt een chaotisch “backstage”-zelf dat zelden zichtbaar is.
Rationaliteit functioneert in dit model als het decor dat vertrouwen wekt. We doen alsof we redelijke wezens zijn, die volgens logische regels handelen. In werkelijkheid zijn onze motieven vaak emotioneel, opportunistisch of banaal. Maar het toneelstuk werkt alleen als we allemaal meespelen.
Voorbeeld: de vergadering. Iedereen doet alsof besluiten rationeel tot stand komen, met argumenten, cijfers en modellen. In werkelijkheid zijn het machtsspelletjes, ego’s en verborgen agenda’s die de uitkomst bepalen. Het rationele decor is noodzakelijk om de façade van orde te behouden.
Cynische noot: zonder die façade zou de samenleving imploderen. Stel je voor dat politici openlijk zouden zeggen dat hun keuzes gedreven worden door angst, opportunisme en lobbygeld. De rationaliteit is dus niet de werkelijkheid, maar de rookmachine die de chaos verhult.
De nuttige illusie en de onvermijdelijke teleurstelling
En toch: rationaliteit werkt. Raketten bereiken de maan, antibiotica genezen infecties, bruggen storten meestal niet in. Wigner sprak over de “unreasonable effectiveness of mathematics”: hoe kan het dat een menselijke abstractie zo perfect de natuur beschrijft?
Misschien is wetenschap simpelweg een betere interface. Geen ultieme waarheid, maar icoontjes die net wat accurater corresponderen met de onderliggende code.
Maar zelfs hier wringt het. Onze rationele systemen creëren ook ongekende crises: klimaatverandering, nucleaire dreiging, economische bubbels. Dezelfde logica die bruggen bouwt, bouwt ook atoombommen. Rationaliteit is een mes dat net zo gemakkelijk brood snijdt als een keel.
Synthese: rationaliteit is een nuttige illusie. Een noodzakelijk filter dat ons door de dag helpt, maar tegelijk een versmalling van de werkelijkheid. Een toneeldecor dat geruststelt, maar niets zegt over wat er achter het doek gebeurt.
Slotbeschouwing: het brein als marketeer van zijn eigen illusies
Misschien moeten we de vraag niet stellen of rationaliteit waar is, maar of ze bruikbaar is. Zoals een metrokaart: geen representatie van de stad, maar een gids die voorkomt dat je verdwaalt.
Het brein blijkt niet de regisseur, maar de marketeer van een toneelstuk waarin wij figureren. Het verkoopt ons verwachtingen, logica en causaliteit alsof het de realiteit zelf is. En wij kopen het gretig, omdat de alternatieve optie – chaos – ondraaglijk is.
Cynische slotnoot: de mens is een toneelpop die denkt de dramaturg te zijn. We leven in een theater van rationaliteit, waar het doek nooit omhooggaat en we de coulissen nooit zullen zien. En dat is waarschijnlijk maar goed ook. Want zonder decor, zonder logica, zouden we niet eens weten waar we naartoe moeten lopen.
Appendix: Breinbrekers voor Apen met een Grote Hersenschors
Ik heb het essay afgesloten met de constatering dat rationaliteit een nuttige illusie is — een soort IKEA-handleiding van de werkelijkheid. Maar er zijn fenomenen die zelfs die handleiding aan flarden scheuren. Hier volgt een kleine verzameling van zulke breinbrekers, als aanvulling, toetje, of martelwerktuig voor wie dacht dat hij de werkelijkheid al begreep.
1. Het uitdijen van het heelal
De klassieke hersenkraker. Het universum dijt uit, maar niet in iets anders: er is geen “buiten”. Het is de ruimte zelf die oprekt, alsof je liniaal langzaam langer wordt terwijl je probeert te meten. Er is geen centrum, geen rand, en toch een groei. Probeer dat eens zonder ballonmetafoor te voelen. Je brein kortsluit, en terecht.
2. Tijdsdilatatie (Einstein in slow motion)
Vlieg bijna met de lichtsnelheid en jouw tijd loopt trager. Jouw reis voelt kort, de thuisblijver ziet decennia voorbijgaan. Beide hebben gelijk, want tijd is relatief. Conclusie: er is geen universele klok. En toch kijken we allemaal obsessief op ons horloge alsof dat wél zo is.
3. Kwantumverstrengeling: kosmische telepathie
Twee deeltjes die ooit samen waren, gedragen zich synchroon, al zitten er miljarden lichtjaren tussen. Als de één “links” is, is de ander “rechts”, instantaan. Einstein noemde het “spukhafte Fernwirkung” — spookachtige werking op afstand. Het druist in tegen alles wat we onder “oorzaak en gevolg” verstaan. Maar experimenten bevestigen het keer op keer.
4. Bewustzijn: de binnenkant van knetterende neuronen
Hersenen zijn elektrochemische stormen. Maar hoe wordt dat vonkenfestijn ervaren? Waarom is er een “ik” die kijkt, voelt, hoort? Filosofen noemen dit het “hard problem of consciousness”. Wij kunnen het brein in kaart brengen, maar het blijft alsof je de bedrading van een radio analyseert en toch nooit hoort waarom daar muziek uitkomt.
5. Oneindigheid: kopieën van uzelf in een universum zonder rand
Als de kosmos oneindig is, dan bestaat elke configuratie van materie ergens opnieuw. Uw doppelgänger, exact gelijk, leest ditzelfde essay, in een andere hoek van de oneindigheid. En niet één keer, maar eindeloos vaak. Lekker slapen zo meteen.
6. Het niets vóór de oerknal
“Wat was er vóór de oerknal?” is waarschijnlijk een onzinnige vraag. Tijd zelf ontstond pas met die knal. “Voor” bestaat dus niet. Ons brein haat dit, want causaliteit is ons houvast. Maar misschien is dat houvast niet meer dan een illusie van een aap die graag een begin en een einde wil.
7. De simulatiehypothese: wie draait dit programma?
Als ons universum een rekenmodel is, dan moet het ergens draaien. Maar waar? En wie onderhoudt de servers? Als dat waar is, dan zijn al onze filosofische systemen niet meer dan gebruikershandleidingen van een spelconsole. Misschien leest er nu een entiteit mee zoals wij naar een Netflix-serie kijken.
Slotnoot
Dit zijn geen exotische complotten of sciencefiction. Het zijn bloedserieuze ideeën van fysici, filosofen en neurowetenschappers. Maar voor ons apenbrein blijven het ballonnetjes die knappen zodra we ze vastpakken. Wat rest is verwondering, ironie en het besef dat ons verstand vooral geschikt is voor treinen halen, bessen plukken en belastingformulieren invullen — maar hopeloos tekortschiet bij het doorgronden van de kosmos.
Literatuurselectie
- Barrett, L. F. (2017). How Emotions Are Made: The Secret Life of the Brain. Houghton Mifflin Harcourt.
- Hoffman, D. (2019). The Case Against Reality: Why Evolution Hid the Truth from Our Eyes. W.W. Norton.
- Kahneman, D. (2011). Thinking, Fast and Slow. Farrar, Straus and Giroux.
- Goffman, E. (1956). The Presentation of Self in Everyday Life. Anchor.
- Nagel, T. (1974). “What Is It Like to Be a Bat?” The Philosophical Review.
- Wigner, E. (1960). “The Unreasonable Effectiveness of Mathematics in the Natural Sciences.” Communications on Pure and Applied Mathematics.
- Gazzaniga, M. (2011). Who’s in Charge? Free Will and the Science of the Brain. Harper.
- Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. Penguin.
- Laozi. Tao Te Ching.
- Nagarjuna. Mulamadhyamakakarika.