De Grote Ficties II

“Doet u even mee met het avondritueel?  (Geen kaarsen nodig, wel een pincode)”

Beste Gelovige van het Heilige Cijfer,

Stelt u zich eens voor: u buigt zich elke ochtend eerbiedig over een klein, verlicht altaar. U fluistert gebeden (“PIN correct, bedrag overmaken?”) en offert 40 uur per week aan een entiteit die u nooit zult aanraken, ruiken of proeven. Toch bepaalt het of u “waardevol” bent.

Goed nieuws! U bent niet alleen. Wij schreven een liefdesbrief (met een vleugje verraad) aan de grootste collectieve fantasie sinds de Kerstman: geld.

– Wat u niet mag missen:

  • Hoe een bankier met een toverstaf (en een Excel-sheet) geld uit lucht maakt. Spoiler: het is minder magisch dan u hoopt.
  • Waarom uw spaarrekening eigenlijk een religieuze belijdenis is. (Hint: “In Rente Vertrouwen We.”)
  • De digitale biechtstoel: waarom elk “ping!”-geluidje uw brein doet denken dat u net een goed mens bent.
  • Hoe u al 30 jaar schulden aflost aan een spook… en waarom de paus daar jaloers op zou zijn.

Lees het artikel als:

  • U ooit heeft gedacht: “Waarom werk ik voor iets dat een stel cryptominers ook gewoon uitvinden?”
  • U wilt weten waarom contant geld het nieuwe ketterij is.
  • U zich afvraagt of uw hypotheek eigenlijk een middeleeuwse aflaat is, maar dan met een lagere rente.

Waarschuwing: Dit stuk bevat geen financieel advies, wel een gezonde dosis realiteitsrelativisme. Verwacht geen rendementsgrafieken, wél een ongemakkelijke lach en de vraag: “Waarom doen we hier eigenlijk allemaal aan mee?”

– Ontdek de catechismus van uw portemonnee:

Met stille verbazing (en een lege portemonnee),
Peter Koopman

Hoogepriester van het Ironisch Instituut voor Financiële Ketterijen

PS. Stuur dit door naar uw bankier. Of niet. Hij weet toch al wat u deze maand hebt uitgegeven.

PPS Vrijwillige donaties worden graag overgemaakt naar: De Kerk van de Heilige Kredietscore (IBAN: NLXX BUNQ 0000 0000 00). Geloof mij, het is voor een goed doel. Net als al het andere.

09 mei. 2025

Tel.: 06 8135 8861


Geïnspireerd door David Graeber’s schuldgebeden, Marx’ kapitaalkalender, en Rutger Bregmans UBI-evangelie. Inclusief een vleugje Harari om u te herinneren dat u ook maar een sapien bent met een betaalapp.

Een aanval op de grootste collectieve hallucinatie ter wereld

“Geld is een overtuiging, geen bezit. Een religie zonder altaar en rituelen, maar mét pinpas en rente. Wie erin gelooft, buigt ervoor. Wie het doorziet, wordt ketter.”

I. Introductie – Homo Economicus: de gelovige consument en zijn digitale heiligdom

Waar religie nog kerken nodig had en de staat gebouwen met vlaggen, daar volstaat geld met een scherm en een geluidje. Eén “ping” en je dopaminecircuit applaudisseert. Eén klik en je krijgt een microdosis bestaanszekerheid. Geen ritueel is zo alledaags, universeel en totaal als de omgang met geld. En niemand weet wat het écht is.

We leven in een wereld waarin geld de almachtige bemiddelaar is tussen verlangen en werkelijkheid. Het lijkt neutraal, objectief, rationeel – een eenvoudig ruilmiddel. Maar in werkelijkheid is geld een sociale constructie met religieuze trekken. Het belichaamt vertrouwen, belooft verlossing (van armoede) en stuurt gedrag op een manier die zelfs godsdienst verbleekt.

We zeggen dat het een ruilmiddel is. Maar we ruilen geen spullen meer. We ruilen abstracties, verwachtingen, beloftes in code. En we noemen het “waarde”. Geld is geen object. Geld is vertrouwen, gedresseerd tot getal.

Geld is de meest universele fictie die de mens ooit heeft bedacht – sterker dan familie, stam of staat. Het is de onzichtbare wetgever van de moderne wereld. En wij? Wij zijn zijn fanatici.

II. Geld als geloofssysteem. Geld bestaat niet (maar je sterft zonder)

David Graeber toonde aan dat geld niet begon als ruilmiddel, maar als schuld – als morele last. Ooit waren het koeien, kralen, zilverstukken, vrouwen en kinderen. Nu zijn het digitale schuldbekentenissen in banken die geen geld hebben, maar beloven dat ze het kunnen regelen. Banken scheppen geld uit het niets, zolang jij maar blijft geloven.

Geld heeft geen intrinsieke waarde. Een biljet is bedrukt katoen. Een munt is metaal met een getal. En een getal op je bankapp is niets meer dan een belofte. Wat geld kracht geeft, is collectieve overgave. Zoals Searle het zou zeggen: geld is een institutioneel feit – echt omdat we het gezamenlijk zo doen alsof.

Geld is de meest geslaagde religie ter wereld: het is universeel, onzichtbaar, en het vereist volledige overgave. Zelfs atheïsten geloven erin. Iedereen bidt – door te werken. Iedereen offert – door belasting te betalen. Iedereen hoopt – op pensioen, op rendement, op “meer“.

En net als bij de overheid is zijn macht juist zo groot omdat het nergens écht is. Je kunt het niet eten, dragen of liefhebben. En toch regeert het alles: voedsel, kleding, liefde. We sterven niet voor goud, maar voor wat het vertegenwoordigt: status, veiligheid, invloed. Kortom: overlevingsillusie in getallen gegoten.

III. De magie van waardecreatie

De economische catechismus leert dat geld voortkomt uit arbeid en waarde. Maar in realiteit ontstaat geld uit schuld. Banken creëren geld ex nihilo – letterlijk uit het niets – zodra iemand een lening afsluit. En jij? Jij werkt de komende dertig jaar om die belofte waar te maken. Dit systeem berust op permanente schulden, groei en inflatie. Geen wonder dat rust als gevaar wordt gezien.

Hoe meer geld je hebt, hoe minder het waard lijkt – behalve als je het dreigt te verliezen. Geld voedt geen behoefte, maar hunkering. De markt weet dat. Daarom zijn reclames geen informatie, maar emotionele injecties: je bent niet genoeg, totdat je dit koopt. Je bent pas waardevol als je geld vertegenwoordigt.

In dit systeem bestaat armoede niet door een tekort aan middelen, maar door een tekort aan toegang tot ficties. De armen zijn niet “dom” of “lui”, ze zijn uitgesloten van de taal van bezit. Geen kredietscore? Dan besta je niet.

David Graeber noemt het treffend: schulden zijn morele verplichtingen die door macht worden afgedwongen. Wie schulden heeft, is niet vrij. Wie geld bezit, hoeft zich zelden moreel te verantwoorden.

IV. De morele schijnheiligheid van de markt

Geld moet rollen, zeggen we. Maar waarom eigenlijk? Omdat stilstaand geld bedreigend is voor een systeem dat alleen groeit door beweging. Daarom bestaat inflatie: het maakt sparen een zonde. Je moet investeren, consumeren, lenen, werken. Stagnatie is ketterij. De heilige drie-eenheid is: rente, schuld en belasting.

De markt doet alsof ze neutraal is, maar is moreel geladen. Ze beloont competitie, eigendom, en winst. Niet zorg, gemeenschap of duurzaamheid. Economische taal dringt door in alles – zelfs in relaties. We “investeren” in liefde, “rendabel” in vriendschap, “afschrijven” mensen. Wat ooit sociaal was, wordt economisch gescoord.

De werknemer leeft in een paradox: hij produceert waarde, maar krijgt een loon dat zijn afhankelijkheid verlengt. Niet zijn vrijheid. En dat is geen toeval. Het neoliberale denken heeft van de mens een ondernemer van zijn eigen leven gemaakt. Faalt hij? Dan is hij niet zielig, maar inefficiënt.

V. Geld als substituut voor vertrouwen. 

Waarom leren we op school alles over de mitochondriën, maar niets over rente-op-rente, derivaten of de werking van centrale banken? Omdat kennis over geld de mythe bedreigt. Een geïnformeerde burger zou zich afvragen waarom hij eigenlijk werkt voor een entiteit die geld uit lucht creëert. Financiële ongeletterdheid is geen toevallige lacune, maar een strategische blinde vlek. Hoe dommer de massa, hoe stabieler de illusie.

In traditionele samenlevingen vervulde vertrouwen een bindende rol. Je kende de ander. Had een naam, een gezicht. Nu vertrouw je een logo, een rating, een algoritme. Geld vervangt morele cohesie door mechanische zekerheid. Je hoeft niemand te kennen, zolang ze maar kunnen betalen.

De prijs van deze transactie? Verlies van gemeenschap, erosie van betekenis, en eenzaamheid in luxe verpakt.

VI. De digitale tempel: van munt tot microtransactie

Contant geld sterft. Wat blijft is digitaal: traceerbaar, programmeerbaar, voorwaardelijk. Met Central Bank Digital Currencies (CBDC’s) wordt geld niet alleen een rekeneenheid, maar ook een gedragscontrolemechanisme. Je koopgedrag kan gestuurd, beperkt, geëvalueerd worden. Denk: sociale kredietsystemen, maar met een Westers sausje.

Geld is niet langer jouw bezit, maar jouw toegang. En toegang kan worden verleend of ontzegd.

UBI wordt verkocht als een weg naar vrijheid, maar is het ook een nieuwe vorm van afhankelijkheid? Gratis geld klinkt mooi, maar bevestigt het niet juist de centrale positie van geld als voorwaarde voor mens-zijn? Wat als vrijheid niet ligt in méér geld, maar in minder afhankelijkheid ervan?

Rutger Bregman noemt UBI een brug naar een betere samenleving. Maar misschien is het ook een zachte dwang: hou mensen net tevreden genoeg om geen vragen te stellen.

VII. Conclusie – De mens als geldgelovige

We buigen voor een entiteit die we zelf hebben verzonnen. We vereren de representatie in plaats van de realiteit. Zoals kinderen het monopolie-spel serieus nemen, nemen volwassenen hun bankapp bloedernstig.

Misschien is de grootste fictie niet dat geld bestaat, maar dat het neutraal is. “Geld is een bril waarmee je de wereld ziet, maar niet doorziet.

Geld is geen middel. Het is de moderne moraal. De rekenmachine heeft de priester vervangen. En wij, rekenend, vergelijken, accumuleren, plannen en sparen, denken dat we rationeel bezig zijn. In werkelijkheid aanbidden we een god die nooit genoeg vindt.

“Geld bederft niet. Maar het bederft wel mensen.”

Ter legitimatie en inspiratie o.a.:

  • David Graeber – Debt: The First 5000 Years
  • Georg Simmel – The Philosophy of Money
  • Karl Marx – Das Kapital
  • Rutger Bregman – Gratis geld voor iedereen
  • Yuval Noah Harari – Sapiens
  • Mariana Mazzucato – The Value of Everything
  • Michel Foucault – Naissance de la biopolitique
  • Mark Fisher – Capitalist Realism
  • Nassim Nicholas Taleb – Skin in the Game
  • John Searle – The Construction of Social Reality
  • Karl Polanyi – The Great Transformation
  • Slavoj Žižek – Violence, The Sublime Object of Ideology
  • Thomas Piketty – Capital in the Twenty-First Century

Ook interessant voor jou!