De liefde? De duurste illusie op aarde.
Beste lezer,
We blijven het maar liefde noemen, terwijl het in wezen een handelsverdrag is:
een ruil van aandacht, zekerheid en dopamine, zorgvuldig verpakt in romantiek.
In mijn nieuwe essay “De Liefde als Economie van Aandacht” ontleed ik de biologische en psychologische logica van dit bedrog.
Waarom we niet liefhebben om te verbinden, maar aandacht zoeken om niet te verdwijnen.
Waarom we eerder verslaafd zijn aan zien en gezien worden dan aan de ander zelf.
Helen Fisher gaf ons de chemie, Esther Perel de paradox, Foucault de macht —
ik voeg er slechts een glimlach en een spiegel aan toe.
Hartelijke groet,
Peter Koopman
De Grote Ficties – Deel VII: De Liefde als Economie van Aandacht
De Liefde als Economie van Aandacht
Hoe de mens betekenis koopt met blik en bevestiging
Liefde is een prachtig woord voor een lelijk mechanisme.
We gebruiken het om iets verhevens te beschrijven, maar onder de romantische retoriek ligt een koud biologisch en psychologisch systeem: een ruilhandel in aandacht, zekerheid en dopaminestoten.
Wie “ik hou van jou” zegt, bedoelt meestal: “Zie mij. Bevestig dat ik besta.”
1. De biologische leugen – Helen Fisher’s chemie van de verslaving
Helen Fisher heeft het romantisch universum al jaren ontdaan van zijn poëzie.
Volgens haar is liefde geen emotie, maar een drijfveer, net als honger of dorst.
Het brein produceert een zorgvuldig samengestelde chemische cocktail van dopamine (beloning), norepinefrine (opwinding) en oxytocine (binding).
Verliefdheid is, kortom, een biochemische wurggreep: een evolutionaire list om twee organismen lang genoeg bij elkaar te houden om genen uit te wisselen.
Neurologisch gezien lijkt de hersenactiviteit van een verliefde opvallend op die van een cocaïneverslaafde.
Het verlangen is intens, obsessief, irrationeel, en verdwijnt zodra de behoefte bevredigd is.
Liefde is geen rust, maar onrust met een positief marketingverhaal.
We zijn niet verliefd omdat we iemand vinden, maar omdat ons brein een reden zoekt om dopamine te blijven produceren.
2. Esther Perel – De paradox van nabijheid
Esther Perel legt de vinger op de zere plek van de moderne relatie: de mens wil tegelijk zekerheid en verlangen.
We willen een thuis én avontuur, voorspelbaarheid én spanning.
Maar verlangen leeft van afstand; het sterft aan nabijheid.
We zeggen dat we liefde zoeken, maar in werkelijkheid zoeken we bewondering — de blik van de ander die zegt: “Jij bent het waard om gezien te worden.”
Daarom bestaan datingapps, Instagram en relatietherapeuten: niet om liefde te herstellen, maar om de aandachtstroomgaande te houden.
De moderne liefde is geen intimiteit, maar een onderhoudscontract voor zelfwaarde.
3. Rik van Lunsen – Seks als communicatie van erkenning
De Nederlandse seksuoloog Rik van Lunsen merkte eens op: “Seks is zelden over seks.”
Het is een taal van waardering, status, troost of bevestiging.
De vraag “vind je me lekker?” is geen erotische, maar een existentiële vraag.
Ze betekent: “Ben ik nog zichtbaar?”
In die zin is elke seksuele relatie een micro-economie van aandacht:
- Wie kijkt naar wie,
- Wie raakt wie aan,
- Wie mag bepalen wanneer het ophoudt.
De seksuele daad is de fysieke vorm van de fundamentele menselijke behoefte: gezien worden.
En dat geldt evengoed voor liefde.
4. Foucault – Liefde als elegant machtssysteem
Foucault zou er smakelijk om glimlachen: liefde is geen bevrijding, maar een systeem van machtsuitwisseling.
Ze disciplineert via wederzijdse afhankelijkheid.
Wie liefheeft, onderwerpt zich vrijwillig aan de interpretatie van de ander.
De geliefde wordt rechter over je waarde.
De paradox: we zoeken in liefde vrijheid, maar vinden binding; we zoeken gelijkheid, maar creëren hiërarchie.
Liefde is macht die we vrijwillig inleveren, in ruil voor de illusie van betekenis.
De liefde is de meest verfijnde vorm van zelfgekozen gehoorzaamheid.
5. De aandachtseconomie van het hart
In evolutionaire termen is aandacht de zeldzaamste bron.
Wat schaars is, krijgt waarde.
Wie aandacht krijgt, bestaat.
Wie haar verliest, verdwijnt symbolisch — en dat noemen we liefdesverdriet.
De moderne mens leeft in een permanente dopamine-economie:
- Je stuurt een bericht en wacht op respons;
- Je post een foto en telt de likes;
- Je geeft aandacht in de hoop haar terug te kopen.
De liefde is zo verworden tot een markt van existentiële erkenning.
Zelfs onze rouw, ons verlangen en ons gemis zijn afhankelijk van digitale bevestiging.
6. De tragedie van wederkerigheid
Liefde is geen balans, maar een oneindige slingerbeweging tussen hoop en ontgoocheling.
Ze kan slechts bestaan zolang er ongelijkheid is.
Zodra twee mensen elkaar volledig bezitten, verdwijnt het verlangen.
De een kijkt, de ander straalt; de een verlangt, de ander bepaalt.
Evenwicht is dodelijk voor passie, maar noodzakelijk voor rust.
Daarom is de liefde een cyclus van korte pieken en lange perioden van gewenning — een verslaving die zichzelf telkens opnieuw uitvindt via conflict, afstand of nieuw publiek.
7. Epiloog – De mens als aandachtseter
We denken dat we liefhebben om te verbinden, maar in werkelijkheid consumeren we elkaar om bevestigd te worden.
Liefde is het theater waarin twee organismen elkaars bestaansrecht bewijzen met woorden, blikken en aanrakingen.
Het is een toneelstuk dat de natuur schreef, en dat wij met eindeloze variaties blijven opvoeren.
Liefde is niet het tegendeel van egoïsme, maar haar elegantste camouflage.
Literatuur & verwijzingen
- Fisher, H. (2004). Why We Love: The Nature and Chemistry of Romantic Love. Henry Holt.
- Perel, E. (2006). Mating in Captivity. HarperCollins.
- Foucault, M. (1976). Histoire de la Sexualité I: La volonté de savoir. Gallimard.
- Van Lunsen, R. (2019). Seks: Alles wat je wilt weten maar nooit durfde vragen. Spectrum.
- Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. Penguin.
- Baumeister, R. F. (2001). Meanings of Life. Guilford Press.
Slotnoot:
De liefde is geen mystiek gevoel, maar een sociaal uitwisselingsmechanisme.
Ze laat twee ego’s elkaars leegte vullen met blik, aandacht en betekenis — net lang genoeg om niet te hoeven nadenken over hun eigen vergankelijkheid.
