De erectie als existentiële bevestiging

De erectie als existentiële bevestiging

De erectie als existentiële bevestiging – waarom seks zelden over liefde gaat

Waarom je volgende erectie niets met liefde te maken heeft (en alles met existentiële angst)

Beste Gelukzoeker,

Laten we eerlijk zijn. Je inbox staat vol met aanbiedingen die je levensgeluk beloven, je libido willen boosten of je leren ‘liefhebben zoals nooit tevoren’.
Maar wat als ik je vertel dat de menselijke seksuele drift — inclusief die op je 73e met nieuwe heup — weinig met liefde te maken heeft, en alles met sterfelijkheid, macht, en een jeugdreflex die weigert te sterven?

In mijn nieuwste essay, “De erectie als existentiële bevestiging – waarom seks zelden over liefde gaat”, ontleed ik de mythes rond onze seksuele moraal met chirurgische precisie, een tikje sadistische wetenschappelijkheid, en een glimlach die net zo oprecht is als een Tinder-profiel.

Wat kun je verwachten?

  • Waarom dankbaarheid en schuld je seksleven verzieken
  • Hoe je libido een Pavloviaanse reflex blijkt
  • Waarom je eigenlijk gewoon een biologische copy-paste-machine bent
  • En ja, waarom zelfs bejaardenseks een evolutionaire paniekaanval is

Kortom: verplichte kost voor iedereen die nog gelooft in de romantiek, of die die illusie eindelijk wil doorprikken met een goed glas cynisme en een vleugje wetenschappelijke ironie.

Durf jij nog met een erectie in de spiegel te kijken?

Met ondeugende groet,
Peter Koopman
— Seksueel realist, existentieel ironicus, en biologisch ontnuchteraar

21 mei. 2025                                     

Tel.: 06 8135 8861

De leugen van de liefde: een erectie als oerverklaring

De mens noemt het liefde. De dichter schrijft er sonnetten over, de filosoof bespiegelt het als zingeving, en de zelfhulpindustrie verkoopt het als het ultieme medicijn tegen existentiële leegte. Maar strip die romantiek tot het skelet van haar biologie, en wat overblijft is dit: een warm lichaam, een hormonale storm, een instinctieve impuls om zich voort te planten voordat de dood arriveert.

We zijn primaten met complex taalgebruik, niets meer. Elke omhelzing is een echo van evolutionaire optimalisatie. Elke ‘ik hou van jou’ een door dopamine aangedreven onderhandeling over toegang, zekerheid, of status. En de erectie? Die is geen uiting van verbondenheid — het is een biologische signaalraket: ik ben vruchtbaar, dominant, en klaar om mijn genen door te geven. Het is een declaration of power, geen bewijs van liefde.

Seks is zelden wederkerig in motivatie. Mannen rapporteren gemiddeld 13 seksuele gedachten per dag, vrouwen 5 (Baumeister & Vohs, 2004), maar de interpretatie van deze driften loopt uiteen als een barokke fuga. Voor de een is het verbinding, voor de ander een vlucht, voor weer een ander een overwinning. En ironisch genoeg, in rust, zonder libido of verliefdheid, lijkt het hele spel absurd. Totdat — als op cue — een geur, een contour of een flits van aandacht het oude script weer activeert.

De waarheid is pijnlijk: we zijn verslaafd aan de illusie van intimiteit, omdat die ons even doet vergeten dat we sterfelijk zijn, alleen, en voortdurend op zoek naar bevestiging. Seks is geen ultiem bewijs van liefde, maar een door de natuur gescripte handeling met als einddoel niets minder dan kopiëren en verdwijnen. Liefde is de marketingafdeling van onze genen.

1. De mens als structureel ontevreden systeem

Onze hersenen zijn niet ontworpen voor tevredenheid. De hedonic treadmill hypothese (Brickman & Campbell, 1971) stelt dat we na elke piekervaring snel terugkeren naar een baseline van verlangen. Voldoening is van korte duur, frustratie is de standaard.

Seks is binnen dit mechanisme een klassiek voorbeeld van wat Antonio Damasio (1994) een somatic marker noemt: een lichamelijke herinnering aan een ‘goede’ toestand die opnieuw nagestreefd moet worden. Alleen… het effect dooft na elke climax sneller uit, en de zoektocht wordt compulsiever.

Allostase (McEwen, 1998) – het voortdurend anticiperen en aanpassen aan nieuwe interne en externe spanningen – maakt van de mens een aleostatisch wezen: permanent bezig disbalansen te compenseren. Seksualiteit is daarin geen uitzondering, maar dé illustratie van die drift.

2. Seks als machtsritueel: de fallus als scepter

De erectie is niet alleen een fysiek fenomeen, maar een sociaal geladen signaal. In patriarchale structuren functioneert seksuele potentie als bewijs van mannelijkheid, viriliteit en zelfs morele superioriteit. Impotentie wordt daarom niet enkel medisch, maar existentieel ervaren: als symbolische castratie.

Zoals Foucault (1976) stelde: seksualiteit is een machtsveld. Seks is vaak geen symmetrische uitwisseling, maar een hiërarchisch spel. De partner wordt instrumenteel benaderd — als trofee, als bevestiging, als spiegel van de eigen waarde.

“De moderne man klaagt over impotentie, maar bedoelt onmacht.”

Ernest Becker (1973) zag seksuele verovering als existentiële strategie: een manier om tijdelijk te ontsnappen aan de doodsangst. In seksuele dominantie ligt een illusie van controle, van ik besta.

3. Seks op latere leeftijd: naschokken van de jeugdreflex

Waarom blijven mensen op hoge leeftijd seks najagen? Niet uit voortplantingsdrang — die is biologisch irrelevant na de vruchtbare jaren. Niet uit verbondenheid — die zou zich op andere manieren kunnen uiten. Het antwoord is eenvoudig: seks is een conditionering uit de jeugd, een reflex die niet uitdooft zolang het systeem nog functioneert.

Oudere mannen in het bijzonder blijven zoeken naar seksuele bevestiging omdat hun identiteit ermee verweven is geraakt. De erectie is hun laatste bewijs dat ze nog meedoen, nog potent, nog zichtbaar zijn.

Bij vrouwen is dit vaak subtieler, maar niet afwezig. Onderzoek toont dat seksuele activiteit in de latere levensfasen eerder te maken heeft met het ervaren van vitaliteit dan met intimiteit (Lindau et al., 2007).

4. Dankbaarheid en schuld als morele boeien

De moraal dicteert dat seks wederkerig, dankbaar en liefdevol moet zijn. Maar morele kaders zijn vaak maskers van sociale controle. Schuldgevoel — “ik moet geven, want ik heb ontvangen” — maakt mensen seksueel chantabel.

In plaats van vrije expressie wordt seks een verplicht ritueel van bevestiging. Dankbaarheid wordt een ketting. Seks als morele valuta — in relaties, in religie, in cultuur — maakt de mens tot morele slaaf van zijn biologische illusies.

5. Conclusie: de seksuele mens is een tragikomisch dier

We zijn niet romantisch. We zijn niet vrij. We zijn geconditioneerd, gestuurd, getriggerd, opgejaagd en gecompenseerd. Seks is de surrogaat-oplossing voor ons fundamenteel ongemak met het bestaan. Een moment van genot in een zee van zinloosheid.

Of zoals Schopenhauer zei:

“De geslachtsdaad is het beslissende bedrijf in de tragikomedie van het leven.”

De waarheid is niet sexy. Maar ze is bevrijdend.


Bronnen (selectie):

  • Baumeister, R. & Vohs, K. (2004). Sexual Economics: Sex as Female Resource for Social Exchange.
  • Becker, E. (1973). The Denial of Death.
  • Brickman, P., & Campbell, D. (1971). Hedonic relativism and planning the good society.
  • Damasio, A. (1994). Descartes’ Error: Emotion, Reason and the Human Brain.
  • Foucault, M. (1976). La Volonté de savoir.
  • Lindau, S. T. et al. (2007). A study of sexuality and health among older adults in the United States.
  • McEwen, B. S. (1998). Protective and damaging effects of stress mediators.
  • Schopenhauer, A. (1819). Die Welt als Wille und Vorstellung.

Ook interessant voor jou!