De Cultuur van Bestuurlijke Onschendbaarheid

De Cultuur van Bestuurlijke Onschendbaarheid

Bestuurders Zonder Geheugen (maar mét macht) – Nieuw leesvoer voor de geestelijk weerbaarden

Beste staatsburger met een actieve herinnering,

Stel je een wereld voor waarin machtige mensen nooit iets fout doen. Niet omdat ze onfeilbaar zijn, maar omdat ze simpelweg nooit iets wetenherinneren of verantwoordelijk zijn.
Klinkt als een slechte satire?
Nee hoor. Welkom in de bestuurscultuur van de Lage Landen.

Lees nu:De Cultuur van Bestuurlijke Onschendbaarheid
(ook bekend als: “hoe je met open ogen de regie verliest aan mensen die het zelf ook even niet meer weten”)

Wat je mag verwachten:

·       De meesterzet genaamd “Ik heb daar geen actieve herinnering aan”: politiek zenboeddhisme in actie.

·       Hoe je als bestuurder macht omhoog kunt centraliseren en schuld omlaag kunt delegeren — zonder dat iemand je lastigvalt met verantwoordelijkheid.

·       Waarom transparantie tegenwoordig een soort performancekunst is, met veel rookmachines en weinig publiek.

·       En hoe incidentmanagement een genre is geworden dat de gemiddelde Netflix-serie laat verbleken qua voorspelbaarheid.

Ben je moe van het gevoel dat je wéér met een kluitje het riet in gestuurd wordt?
Dan is dit artikel jouw GPS naar het moeras van bestuurlijke zelfreiniging — spoiler: de pomp is stuk, en de handleiding ligt bij de Raad van State te verstoffen.

Deel III van de serie over democratisch toneelspel en bestuurlijk mimetheater.
Voor wie het aandurft achter het decor van de “verantwoorde macht” te kijken.

Met institutioneel wantrouwen,
Peter Koopman
Redactie Ongemakkelijk Echt

“Bestuurlijke verantwoordelijkheid anno nu: je weet van niks, doet niks, maar blijft lekker zitten. Lees hoe ‘vergeetachtigheid’ een strategie werd en de burger een decorstuk. Deel III van de serie: klik en slik.”

De Cultuur van Bestuurlijke Onschendbaarheid

(Of: hoe de macht zichzelf van toezicht bevrijdde)

Bestuurlijke onschendbaarheid is geen juridisch recht, maar een gecultiveerde praktijk, een onuitgesproken doctrine waarbij machtsdragers hun verantwoordelijkheid ontlopen met een mengsel van technocratische vaagtaal, systemisch geheugenverlies en politieke loyaliteit.

Zoals een goed getrainde illusionist afleidt met handgebaren, leidt de bestuurder af met procedures, rapporten en commissies. De wet is zelden het probleem — het probleem is dat hij selectief wordt toegepast, dat onderzoeken “intern” plaatsvinden, en dat consequenties zelden of nooit neerdalen op de schouders van degenen die werkelijk aan de touwtjes trekken.

1. “Ik wist het niet” als bestuursstijl

In plaats van verantwoordelijkheid nemen, heeft de moderne bestuurder een stijl ontwikkeld die het midden houdt tussen de ontwijkende schuldbewuste puber en de overwerkte CEO:

“Daar heb ik geen actieve herinnering aan.”

De ware kracht van deze zinsnede — inmiddels een klassieker in Nederlandse politiek — zit hem in zijn juridische vacuüm: je geeft niets toe, je ontkent niets, en je houdt de deur open voor alle interpretaties. Het is het bestuurlijk equivalent van Schrödinger’s schuld: je bent tegelijkertijd verantwoordelijk én niet verantwoordelijk, totdat het rapport verschijnt (en dan nog niet).

2. Verantwoordelijkheid is naar beneden gedelegeerd, macht naar boven geconcentreerd

De topman of -vrouw van een ministerie of uitvoeringsdienst zit er primair om het parlement te sussen en de media af te leiden, niet om beleid te corrigeren of moreel leiderschap te tonen. Fouten worden steevast neergelegd bij “de uitvoering”, een vaag amalgaam van ambtenaren dat — bij voorkeur anoniem — de schuld krijgt.

Het systeem is zó gebouwd dat falen diffuus is, en daardoor onbestrafbaar. De ministeriële verantwoordelijkheid is verworden tot een symbolisch ritueel zonder bijbehorende sanctie.

3. De zelfreinigende macht bestaat niet

Wanneer bestuursorganen falen, vertrouwen ze op onderlinge bescherming: commissies worden bevolkt door bevriende oud-bestuurders, inspecties vallen onder het ministerie zelf, en kritische rapporten verdwijnen in het moeras van procedure en tijd.

Transparantie wordt vervangen door PR, en onafhankelijk toezicht door intern geregelde “reflectie”. De democratische hygiëne is dus afhankelijk van zelfdiscipline — en wie daar nog vertrouwen in heeft, is waarschijnlijk ook nog fan van de tandeloze VN-resoluties.

4. De mediatruc: incidentmanagement als afleidingsmanoeuvre

Zodra er iets misgaat, wordt een ‘incident’ gedefinieerd, liefst zo klein mogelijk. De bijbehorende ‘aanpak’ volgt steevast deze formule:

  • “We nemen dit uiterst serieus.”
  • “Er loopt momenteel een onderzoek.”
  • “We wachten de uitkomsten af.”

De pers, druk met de waan van de dag, loopt achter de woordvoerders aan als eendenkuikens achter moeder. En tegen de tijd dat het rapport verschijnt, is het collectieve geheugen alweer gevuld met andere ophef.

5. Wie kritiek levert, wordt een probleem

Klokkenluiders worden in dit systeem als bedreiging gezien, niet als bondgenoten. Kritische ambtenaren worden kaltgestellt, onafhankelijke denkers genegeerd of weggemasseerd, onderzoeksjournalisten tegengewerkt met juridische intimidatie of informatieblokkades.

Dit is niet uniek voor Nederland, maar onderdeel van een bredere neo-feodale bestuurspraktijk, waarbij loyaliteit boven waarheid staat. Je mag alles zeggen, zolang het niet waar is.

Epiloog: De Plaatsvervanger van het Geweten

In een gezonde democratie is macht gekoppeld aan aansprakelijkheid. In een bestuurlijke cultuur waar verantwoordelijkheid verdampt zodra zij politiek onwenselijk is, groeit de cynicus en sterft het vertrouwen.

De cultuur van bestuurlijke onschendbaarheid is een symptoom van een systeem dat zichzelf belangrijker is gaan vinden dan de burger. De burger is veranderd in een onderdaan met stemrecht, en de bestuurders zijn hofhouding zonder koning — een theatergezelschap dat applaus verwacht, maar weigert op te treden als het script oncomfortabel wordt.

Ook interessant voor jou!