Ben jij een freak – of gewoon een toeschouwer?
Beste Lezer,
Goed nieuws: jij bent waarschijnlijk geen uitzonderlijk talent.
Beter nieuws: dat is precies waarom je dit moet lezen.
In mijn nieuwste essay “Talent, Cultuur en de Paradox van de Freak” leg ik uit hoe onze samenleving aan de ene kant predikt dat iedereen kampioen kan worden (als we de spelregels maar genoeg aanpassen), en aan de andere kant de freaks of nature op een voetstuk zetten alsof ze de nieuwe norm zijn.
We hebben Procrustes ingehuurd om iedereen passend te maken, Illich’s waarschuwingen genegeerd en Darwin misbruikt om onze collectieve zelfgenoegzaamheid te rechtvaardigen. Kortom: het is een feest van culturele schizofrenie – en jij bent uitgenodigd.
Lees het essay, lach, fronst je wenkbrauwen en vraag je af:
Lig ik zelf in het bed van Procrustes, of help ik anderen er vrolijk in te duwen?
Met een knipoog en een licht cynische glimlach,
Peter Koopman
Talent, Cultuur en de Paradox van de Freak
Darwin zou glimlachend toekijken als hij zag hoe wij in de moderne samenleving omgaan met talent. Zijn inzicht was glashelder: variatie is de motor van evolutie. Kleine mutaties zijn de dobbelstenen van de natuur – de meeste leveren niets op, sommige zijn zelfs schadelijk, en een enkele keer rolt er een zes: een voordeel. Maar zelfs dat is geen garantie. Het individu moet nog overleven, zich voortplanten en de mutatie doorgeven. Eén slechte winter, één ongelukkige partnerkeuze, één ongeluk met een mammoet en de hele genetische jackpot is weg. Kortom: talent is evolutionair een zeldzaam en fragiel fenomeen.
Wedstrijden als Zoekmachines voor Afwijkingen
Wedstrijden zijn niets anders dan georganiseerde zoekmachines voor genetische en cognitieve afwijkingen. De 100 meter sprint is geen viering van gelijkheid, maar een streng experiment dat slechts een paar lichamen selecteert die de juiste mix van fast-twitch spiervezels, lichaamslengte en neuro-musculaire reflexen hebben. Ook kunst, wetenschap en ondernemerschap zijn zulke selectiemechanismen: wie de grootste afwijking combineert met de juiste context, wint.
Cultuur: Het Grote Verzachtingskussen
Maar hier grijpt cultuur in. Waar de natuur genadeloos is, is cultuur een kussen. We houden de zwakken in leven, soms tegen elke economische of biologische logica in. Dat noemen we beschaving – en het heeft voordelen: ook mutaties die in een “harde” natuur meteen zouden zijn weggefilterd, krijgen een kans om iets bij te dragen. Dyslectische genieën, neurodivergente denkers, fragiele kunstenaars – ze overleven, floreren soms zelfs.
Maar cultuur creëert ook een kunstmatige biotoop. We bouwen stadions, universiteiten en TikTok-platforms om de outliers te laten schitteren. We fokken als het ware niches voor de freaks, en maken hun succes tot spektakel. Omdat aandacht de nieuwe valuta is, wordt de freak niet meer gezien als uitzondering, maar verheven tot norm. En daar gaat het mis: we vergeten dat de freak alleen in deze zorgvuldig ontworpen habitat kan excelleren.
· De topsprinter zonder atletiekbanen en sponsors is gewoon een gast die heel hard kan rennen.
· De filosoof zonder universiteiten is een dorpsgek met een mening.
· De influencer zonder smartphone is een toevallige passant in de supermarkt.
Door hun succes als “natuurlijk” of “navolgbaar” te zien, ontstaat een culturele dwaling: we proberen allemaal freaks te worden. Dat is even vermoeiend als evolutionair onzinnig.
De Paradox van de Gelijkmakerij
Onze cultuur verkoopt een dubbele leugen. Enerzijds wordt gesuggereerd dat iedereen kampioen kan zijn – mits we de regels blijven aanpassen, de drempels verlagen, het speelveld nivelleren. Dit is de grote egalitaire droom: Oprah meets Disney. Anderzijds hunkeren we naar absolute uitzonderingen, naar wereldrecords en superhelden. En zodra die de lat hoger leggen, verwachten we dat de rest zich conformeert.
We passen in onze cultuur liever de omgeving aan dan het individu.
· We ontwerpen paralympische sporten zodat mensen met fysieke beperkingen kunnen excelleren.
· We maken aangepaste leerprogramma’s zodat kinderen met dyslexie hun talenten kunnen ontwikkelen.
· We bouwen digitale infrastructuur zodat hyperintroverte game-nerds toch kunnen floreren (en miljardair worden).
Dat is geen Lamarckiaans “maak-jezelf-beter-door-hard-te-werken”, maar een culturele ingreep die een niche creëert waarin de mutatie kan renderen.
Het resultaat: een collectieve cognitieve dissonantie. We nivelleren en verheffen tegelijk. We prediken gelijkheid, maar knielen voor de uitverkorenen. Het gemiddelde individu wordt zo tot middelmatigheid veroordeeld, en tegelijkertijd aangespoord om de uitzondering te worden.
De Ironie
De samenleving applaudisseert voor het succes van de freaks en roept dat het “voor iedereen haalbaar is”, terwijl het in werkelijkheid een soort culturele fokkerij is:
- We zoeken de outliers.
- We geven ze een habitat waarin ze kunnen schitteren.
- We gebruiken hun prestaties als marketing voor een droom die de meesten nooit zullen bereiken.
En omdat aandacht waarde is, wordt de freak niet meer als uitzondering gezien maar als rolmodel – met een samenleving vol teleurgestelde mensen tot gevolg die denken dat ze “gefaald” hebben omdat ze niet in de top 0,1% zitten.
Illich, Variatie en het Bed van Procrustes
Ivan Illich zag dit al: onze instituties zijn machinekamers van conformiteit. De school perst iedereen door hetzelfde curriculum, alsof de norm een deugd is. Maar een organisme is gebaat bij variatie, niet bij conformiteit. Variatie maakt een soort robuust en antifragiel. Taleb zou zeggen: het vergroot de kans dat we als collectief crises overleven.
Hier past de metafoor van het bed van Procrustes perfect: in de Griekse mythe werd iedereen passend gemaakt voor hetzelfde bed – wie te lang was, werd ingekort; wie te kort was, werd opgerekt. Onze samenleving doet precies dat met haar regels, curricula en sociale normen. We verlengen of korten individuen tot ze voldoen aan een cultureel ideaal, en verliezen zo de kracht van echte diversiteit.
De Lamarck-Illusie
Het populaire idee dat iedereen, met genoeg grit en 10.000 uur oefenen, kampioen kan worden, is cultureel troostvoer. Het voelt rechtvaardig, maar het negeert de biologische realiteit: training kan alleen datgene uitbuiten wat er genetisch al is. Wie genetisch voorloopt, profiteert het meest van intensieve training – het Matthew-effect in actie: wie heeft, zal gegeven worden.
Conclusie: De Freak als Culturele Fata Morgana
De paradox is pijnlijk duidelijk: we willen een egalitaire samenleving waarin iedereen “iets kan worden”, maar tegelijkertijd hunkeren we naar de uniciteit van freaks en verheffen we die tot norm. Het organisme is echter gebaat bij vrijheid om te variëren, niet bij dwang tot gelijkheid of de illusie dat iedereen een Usain Bolt of een Elon Musk kan worden.
Door de freak tot rolmodel te maken, creëren we een samenleving die massaal teleurgesteld is in zichzelf – en die, ironisch genoeg, steeds minder ruimte laat voor echte variatie. Want de echte outlier, de werkelijke afwijking, past zelden netjes in de door cultuur gebouwde kooi. Dat is geen pleidooi voor een terugkeer naar de mammoet, maar wel een uitnodiging om eerlijker te zijn over hoe talent werkt: een statistische zeldzaamheid die alleen bloeit in een geschikte biotoop. Misschien moeten we stoppen te doen alsof iedereen dat kan zijn – en variatie opnieuw gaan koesteren, in plaats van nivelleren.
Literatuurlijst & Verwijzingen
Darwin & Evolutionaire Basis
- Darwin, C. (1859). On the Origin of Species. London: John Murray.
- Dawkins, R. (1976). The Selfish Gene. Oxford University Press.
- Ridley, M. (2004). Evolution. Blackwell Publishing.
- Buss, D.M. (2015). Evolutionary Psychology: The New Science of the Mind. Psychology Press.
Filosofische en Sociologische Kritiek
- Illich, I. (1971). Deschooling Society. Harper & Row.
- Illich, I. (1973). Tools for Conviviality. Harper & Row.
- Foucault, M. (1977). Discipline and Punish: The Birth of the Prison. Vintage Books.
- Taleb, N.N. (2010). The Bed of Procrustes: Philosophical and Practical Aphorisms. Random House.
Psychologie & Prestatie
- Kahneman, D. (2011). Thinking, Fast and Slow. Farrar, Straus & Giroux.
- Ericsson, K.A., et al. (1993). The Role of Deliberate Practice in the Acquisition of Expert Performance. Psychological Review, 100(3), 363–406.
- Csikszentmihalyi, M. (1990). Flow: The Psychology of Optimal Experience. Harper & Row.
Cultuur, Sport & Competitie
- Huizinga, J. (1938). Homo Ludens: Proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur. Haarlem: Tjeenk Willink.
- Bourdieu, P. (1984). Distinction: A Social Critique of the Judgement of Taste. Harvard University Press.
- Goffman, E. (1959). The Presentation of Self in Everyday Life. Doubleday Anchor Books.
Metafoor & Kritiek op Gelijkheid
- Nietzsche, F. (1886). Jenseits von Gut und Böse (Beyond Good and Evil).
- Sloterdijk, P. (2009). Du mußt dein Leben ändern. Suhrkamp.
