“De Grote Ficties” – Deel VI – De Macht van het Genot

"De Grote Ficties" – Deel VI - De Macht van het Genot

De liefde? Slechts macht met parfum.

Beste lezer,

Men zegt dat seks om genot draait.
Maar als je even dieper kijkt — voorbij de lakens en het zuchten — blijkt het vooral een demonstratie van invloed.

Wie bepaalt wanneerhoe en met wie, ervaart macht.
En onze hersenen, altijd gretig op zoek naar beloning, hebben dat machtsspel simpelweg hernoemd tot genot.

In mijn nieuwe essay, “De Macht van het Genot – hoe dominantie zich verkleedde als liefde”, fileer ik de romantische mythe: van tedere aanraking tot verkapte machtsgreep.
Niet om te choqueren, maar om de mens even zonder parfum te ruiken — als dier dat genot voelt wanneer het de regie heeft, en extase wanneer het die regie durft los te laten.

Wie denkt dat dit over seks gaat, vergist zich.
Het gaat over beschaving die zichzelf voorliegt.
En over u, mij, en de evolutie die nog altijd de touwtjes trekt.

Hartelijke groet,
Peter Koopman
De Grote Ficties – Deel VI: De Macht van het Genot

Hoe dominantie zich verkleedde als liefde

Er bestaat een hardnekkige illusie in de menselijke soort: dat seks gaat over genot.
In werkelijkheid draait ze om iets heel anders — macht.
Niet de zichtbare, politieke macht van wetten of geld, maar de oeroude macht van wie mag bepalen wat, wanneer, en hoe het lichaam van een ander wordt aangeraakt.

De mens heeft dit biologische spel aangekleed met romantiek, poëzie en parfum, maar onder die culturele laag sluimert hetzelfde mechanisme dat chimpansees, wolven en pauwen aanstuurt: controle over toegang tot het lichaam van de ander.

1. Macht als bron van genot

In evolutionaire zin is macht niets anders dan controle over schaarse middelen: voedsel, territorium, voortplanting. Seksuele toegang is daarvan de biologische jackpot.

Wie bepaalt wanneermet wie en onder welke voorwaarden seksuele handeling plaatsvindt, heeft evolutionaire macht.
Het gevoel van genot dat optreedt bij seksuele dominantie (actief of passief) is een neurologische beloning voor behoud van invloed.

Je hersenen interpreteren seksuele overhand als succes — niet moreel, maar fysiologisch. Dat verklaart waarom zowel mannen als vrouwen opwinding ervaren in contexten waar macht en overgave samenvallen.

Laten we het dier in ons niet mooier maken dan het is: macht geeft genot.
Niet figuurlijk, maar letterlijk. Dopamine, serotonine, testosteron — ze schieten omhoog bij elke ervaring van dominantie of controle.

Wie wint, voelt zich goed.
Wie overwint, ervaart een fysiologische beloning.

Seks is in dat opzicht een biologisch toneel waarin het individu, voor even, de illusie van almacht ervaart: de bevestiging dat men begeerlijk is, invloed heeft, en dat het lichaam van de ander op jouw initiatief reageert.

Zelfs de meest tedere aanraking is, neurobiologisch gezien, een vorm van macht: het vermogen een ander tot respons te bewegen.

Genot is de fysiologische echo van invloed.

2. Van dominantie naar genot: de culturele make-over

In de loop van de beschaving heeft de mens geleerd zijn driften te verpakken. Het gevoel van opwinding bij het aanraken van een erogene zone — is geen lust voor het object, maar erkenning van macht over de situatie.
Niet “ik raak haar aan en dat is fijn”, maar: “ik kan haar aanraken, en ze laat het toe.”

Dat is geen triviaal onderscheid. Het verschil ligt tussen de sensorische handeling en de symbolische toestemming.

De macht zit niet in het aanraken, maar in de toestemming die men denkt te bezitten.
Het is een microtheater van controle en overgave, waar beide partijen spelen met rolverwisseling.
Macht mocht niet langer openlijk worden opgeëist, dus werd ze hervertaald naar een sociaal aanvaardbare code: liefde, passie, verbondenheid.

Maar de hersenen maken dat onderscheid niet.
Dezelfde dopaminestromen die geactiveerd worden bij seksuele verovering, gloeien ook op bij symbolische dominantie: applaus, erkenning, status.
Het verschil is enkel de verpakking.

De cultuur noemt het “romantisch verlangen”, de biologie noemt het “voortplantingsstrategie”.
Beide beschrijven hetzelfde fenomeen: een organisme dat hunkert naar controle over de eigen betekenis in het brein van de ander.

3. Het genot van toestemming

Onze cultuur heeft die rauwe biologie omgekat in het narratief van romantische liefde en wederzijds verlangen.
Wat oorspronkelijk een strijd om dominantie was, is gepoetst tot een verhaal over intimiteit.
Maar onder dat decor draait nog steeds dezelfde motor:

  • Macht → controle → dopamine
  • Overgave → veiligheid → oxytocine

De hersenen maken geen moreel onderscheid tussen het winnen van een wedstrijd, het overtuigen van een publiek, of het beheersen van een lichaam — het zijn variaties van hetzelfde dopaminerge beloningssysteem.

Wat ons werkelijk opwindt, is niet de handeling zelf — het is de toestemming tot invloed.

De macht om te mogen beïnvloeden.
Of preciezer: de macht over de grens van de ander.

Daarom voelt een aanraking pas erotisch wanneer ze geladen is met spanning, onzekerheid, ambiguïteit.
Zodra alles “mag”, verdwijnt de prikkel.

De pornografie-industrie leeft van precies dat: de geregisseerde illusie van verboden macht.

De seksuele revolutie heeft veel taboes gesloopt, maar daarmee ook de spanning die macht verleent aan verlangen.
Een volledig bevrijde seksualiteit is neurologisch gezien even saai als een dictatuur zonder vijanden.

4. De macht van overgave

De moderne mens schermt graag met gelijkwaardigheid in seksualiteit, maar in werkelijkheid is elke seksuele interactie een subtiele machtsbalans in beweging.
Zelfs in tederheid schuilt een hiërarchie: wie geeft, bepaalt; wie ontvangt, bevestigt.

Het zogenaamd passieve genieten is vaak het ultieme bewijs van macht — de macht om ontvangen te worden, begeerd te zijn, betekenis te dragen voor het verlangen van de ander.

De ironie: ook de passieve partij geniet van macht — de macht van ontvankelijkheid.
Wie begeerd wordt, wie “verleid” wordt, heeft de macht betekenis te verlenen aan het verlangen van de ander.

De schijnbare overgave is vaak een vorm van geregisseerde controle:
“Jij mag mij gebruiken, omdat ík dat toelaat.”

Daarom kan seks tegelijk bevrijdend en vernederend zijn, afhankelijk van wie het frame controleert.

In die zin is zelfs onderwerping een machtspositie.
Het is de omgekeerde zijde van dezelfde medaille: invloed uitoefenen door te laten beïnvloeden.

Elke seksuele handeling is een dialectiek van macht:
geven om te beheersen, ontvangen om te bepalen.

5. Macht als erotisch residu

Foucault zag seksualiteit niet als bevrijding, maar als dispositief van macht: een systeem dat lichamen organiseert, disciplineert en categoriseert.

Liefde is daarin het perfecte afweermechanisme van de cultuur: het geeft het individu het gevoel vrij te kiezen, terwijl het ondertussen precies dat doet wat het evolutionair hoort te doen — zijn genen of zijn status veiligstellen.

Het genot dat wij voelen, is dus geen biologische bonus, maar een culturele hercodering van dominantie.
Wat ooit brute hiërarchie was, is nu de zachte taal van affectie.
De macht is gebleven, ze is enkel esthetisch geworden.

6. Genot als hersenbedrog

De hersenen liegen elegant. Genot is de culturele vertekening van macht.
Wat ooit over dominantie ging, is herverpakt als emotionele intimiteit — maar het brein kent het verschil niet. Ze vertalen macht in genot, zodat we niet hoeven erkennen wat ons werkelijk drijft.

Lust is een energetische transmutatie van controle: de fysieke bekroning van het psychologische verlangen om te heersen— al is het maar voor een moment, in een bed, in een ademtocht.

Het lichaam volgt zijn eigen archaïsche logica:

Aanraking = invloed, invloed = controle, controle = veiligheid, veiligheid = genot.

Daarom kan genot ook pijn zijn, vernedering erotisch worden, overgave extatisch.
De hersenen herkennen enkel de intensiteit, niet de moraal.

Sapolsky schreef: “Pleasure is the brain’s way of rewarding you for doing something evolutionarily useful — even if you have no idea why.”

Precies. De mens weet niet waarom het lekker is, maar zijn genen wel.

De beschaving heeft dat schema niet afgeschaft, enkel aangekleed.
We noemen het liefde, maar het blijft een vorm van energie-uitwisseling met hiërarchie als ondertoon.

7. Epiloog – de verlichte roofdiermens

De moderne mens gelooft vrij te zijn, maar leeft nog steeds volgens het oude script van jacht en paring.
We hebben enkel de arena verplaatst van de steppe naar het bed, van fysieke naar semantische macht.
Onze woorden, blikken en aanrakingen zijn verfijnde wapens geworden in het eeuwenoude spel van dominantie en afhankelijkheid. Liefde is macht die zichzelf niet meer herkent.

Genot is het applaus dat de hersenen geven aan hun eigen illusie.

De mens is het enige dier dat zich schaamt voor zijn biologische consistentie.

We rationaliseren onze drift tot een nobel gevoel, terwijl onze hersenstam allang weet:

“Dit voelt goed omdat ik hier de regie heb.”

En zelfs wanneer we die regie ogenschijnlijk afstaan, doen we dat vrijwillig — want gecontroleerde overgave is óók macht.

Slotnoot

Wat we genot noemen, is macht die door beschaving verteerd is, maar nooit verteerd wórdt.
De mens blijft een roofdier dat geleerd heeft zijn tanden te poetsen.

Literatuur & verwijzingen

  • Foucault, M. (1976). Histoire de la Sexualité I: La volonté de savoir. Gallimard.
  • Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. Penguin.
  • Bataille, G. (1957). L’Érotisme. Les Éditions de Minuit.
  • De Waal, F. (2007). Chimpanzee Politics. Johns Hopkins University Press.
  • Baumeister, R. F. (2001). Meanings of Life. Guilford Press.
  • Nietzsche, F. (1886). Jenseits von Gut und Böse.

Ook interessant voor jou!