Aanraken of aanranden? Het hangt er maar vanaf wie kijkt.
Beste lezer,
Er is een dunne lijn tussen troost en misbruik — en meestal ligt die niet bij de hand, maar bij de interpretatie.
In mijn nieuwe essay “Een Worsteling in Gedrag en Interpretatie” ontleed ik de aanraking tot haar zenuwbanen en hypocrisie. Waarom mag een arts wat een artiest niet mag? Waarom eten we zonder gêne de vagina van een koe, maar vallen we collectief flauw bij een misplaatste hand op een dij?
De mens blijkt niet zozeer moreel, als wel semantisch fragiel. Alles draait om de verpakking, het ritueel, het wit van de jas. Zodra dat verdwijnt, verschijnt het dier.
Wie denkt dat dit stuk over Borsato gaat, vergist zich: het gaat over ons allemaal — de interpretatiemachines die we zijn.
Hartelijke groet,
Peter Koopman
(De Grote Ficties – Deel V: De Biotoop van de Lust)
Een Worsteling in Gedrag en Interpretatie
De biologie van aanraking, betekenis en macht
Er is een vreemd verschijnsel in het menselijke gedrag: de aanraking.
Een simpele, fysieke handeling – huid op huid, warmte, druk, zenuwprikkels – die op het ene moment als troostend, op het andere als grensoverschrijdend wordt ervaren. Een klopje op de schouder, een handdruk, een streling — of een greep in het kruis. Het verschil zit niet in de fysica, maar in de semantiek.
Want wat onderscheidt de bemoedigende aanraking van de obscene?
Het antwoord is gênant eenvoudig: context en verwachting.
1. De illusie van intentie
De acteur — de zogenoemde dader — handelt niet in moreel zwart-wit. Hij gokt, anticipeert, interpreteert: een handeling wordt ingezet op basis van de verwachte respons. Dat is neurobiologisch verklaarbaar. Dopamine, het voorspellingshormoon, piekt niet bij de aanraking zelf maar bij de verwachting van een mogelijke beloning.
De aanraking is dus geen daad, maar een gok.
Alleen de necrofiel is consequent: hij verwijdert de onzekerheid van interpretatie volledig. Geen reactie, geen afwijzing, geen schaamte. Het is de klinische controle over betekenis, een macabere vorm van semantische zekerheid.
2. De interpretatie van het slachtoffer
De ontvanger daarentegen reageert niet op de aanraking, maar op de context waarin die plaatsvindt.
Een arts mag betasten wat een buurman niet mag.
Dezelfde beweging, dezelfde anatomie, een compleet andere betekenis.
Het brein van de ontvanger beslist binnen milliseconden — vóór er rationele reflectie mogelijk is — of iets veilig, erotisch of bedreigend is. Dat gebeurt in de amygdala, waar herinnering, angst en seksuele prikkeling samenkomen. Pas daarna construeert de cortex een verhaal: “Het was professioneel.” of “Het was misbruik.”
De interpretatie komt achteraf, maar bepaalt retroactief de moraal van het moment.
3. De sociale choreografie
We noemen dit ‘grensoverschrijding’, maar in werkelijkheid is het een dans van verwachtingen.
De actor zoekt bevestiging, de ontvanger verleent betekenis.
Tussen die twee ligt een niemandsland waar misverstanden, macht en hypocrisie floreren.
De aanraking is het kruispunt van biologie en cultuur,
waar instinct botst met interpretatie.
Goffman noemde dit het sociale theater: ieder mens speelt een rol, met decor, kostuum en script. De witte jas van de arts is geen kledingstuk maar een vrijbrief. Het creëert een symbolische ruimte waarin aanraken mag zonder erotiek. Zodra dat decor wegvalt — bijvoorbeeld in een repetitieruimte, een tourbus of een hotelkamer — verschuift de semantiek. De aanraking wordt verdacht, geladen, moreel hergecodeerd.
4. De hypocrisie van de context
De commotie rond Borsato onthulde precies dit: niet zozeer wat er fysiek gebeurde, maar hoe het publiek het interpreteerde.
In de éne context is de aanraking artistiek, emotioneel, warm; in een andere context is ze grensoverschrijdend, machtmisbruik, pervers.
De biologie is identiek, de interpretatie niet.
De massa heeft een morele behoefte aan verontwaardiging, een ritueel van reiniging. Vandaag Borsato, gisteren Polanski, morgen iemand anders. De hypocrisie schuilt in het feit dat het publiek de lust veroordeelt waar het zelf van leeft — de hele entertainmentindustrie draait immers op subtiel geregisseerde erotiek en hunkering.
5. Aanraking als macht
Foucault zou zeggen: macht is niet datgene wat onderdrukt, maar dat wat betekenis organiseert.
Aanraken is macht omdat het bepaalt wie mag aanraken en wie aangeraakt mag worden.
De dokter, de priester, de artiest — allen handelen binnen symbolische vrijzones waar aanraking tijdelijk gelegitimeerd is. Zodra dat ritueel doorbroken wordt, valt de handeling terug in haar naakte biologische betekenis: contact tussen lichamen met potentiële voortplantingswaarde.
Daarom is de sociale orde zo gevoelig voor aanraking: het legt de illusie van beschaving bloot.
6. De koe en de necrofiel
We eten de vagina van een koe zonder opwinding,
omdat de context dood is.
Er is geen blik, geen wederkerigheid, geen betekenis.
Eten is consumptie zonder interpretatie.
Seks, daarentegen, is interpretatie zonder consumptie (althans, dat is het plan).
De necrofiel verenigt beiden: consumptie zonder interpretatie, macht zonder reactie.
Een extreem, maar evolutionair begrijpelijk eindpunt van het menselijke verlangen naar volledige controle over de betekenis van aanraking.
7. Epiloog – de menselijke ironie
Aanraken is nooit enkel lichamelijk.
Het is een sociaal geladen handeling die constant balanceert tussen zorg en begeerte, tussen macht en verbinding.
De mens leeft in het spanningsveld tussen aanraken om te verbinden en aanraken om te bezitten.
De morele verwarring rond aanraking is dus geen teken van moreel verval, maar van onze structurele afhankelijkheid van context.
Zonder context is aanraking slechts biologie.
Zonder interpretatie is ze zinloos.
Maar mét interpretatie is ze dodelijk complex.
Uiteindelijk is de mens het enige dier dat kan sterven aan een aanraking.
Slotnoot:
De commotie over aanraking zegt minder over de aanraker dan over de beschaving die ze duidt.
Moraal is context, context is macht.
Wie dat ontkent, raakt blind voor de meest menselijke handeling die er is:
het elkaar letterlijk aanraken in betekenis.
Literatuur & verwijzingen
- Barrett, L. F. (2017). How Emotions Are Made: The Secret Life of the Brain. Houghton Mifflin Harcourt.
- Foucault, M. (1976). Histoire de la Sexualité I: La volonté de savoir. Gallimard.
- Goffman, E. (1959). The Presentation of Self in Everyday Life. Anchor Books.
- Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. Penguin.
- Baumeister, R. F., & Leary, M. R. (1995). The need to belong: Desire for interpersonal attachments as a fundamental human motivation. Psychological Bulletin, 117(3), 497–529.
- Dennett, D. (2017). From Bacteria to Bach and Back. Norton.
