De Leugen Van Het Socialistisch ‘Eerlijk Verdelen’

De Leugen Van Het Socialistisch ‘Eerlijk Verdelen’

Beste lezer,

Er wordt ons al decennia verteld dat Nederland “te weinig woningen” heeft — alsof de bakstenen plots schaars zijn geworden. Misschien, heel misschien, ligt het probleem niet bij de huizen, maar bij het aantal mensen dat er eentje wil.
Maar dat mag je tegenwoordig niet hardop zeggen, tenzij je graag moreel wordt heringericht.

In mijn nieuwste stuk “De leugen van het socialistisch ‘eerlijk verdelen’” duik ik in het evolutionaire, filosofische en politieke toneelstuk dat we “solidariteit” noemen. Van de leeuw die niet deelt tot de salonsocialist met vloerverwarming — het hele morele theater passeert de revue.

Een waarschuwing vooraf: het stuk bevat sporen van gezond verstand, ironie en licht cynisme. Niet geschikt voor lezers met een allergie voor realiteit.

Lees het hier — en beslis daarna zelf wie er eerlijk deelt: de natuur, of de mens die haar probeert te overtroeven.

Met nuchtere groet,
Peter Koopman

Over de natuurlijke selectie van hypocrisie

Er is al tachtig jaar “woningnood” in Nederland. Dat is op zichzelf al knap: een tekort dat elke kabinetsperiode opnieuw wordt geconstateerd maar nooit opgelost. Volgens politici en planbureaus zijn er “te weinig woningen”. Maar een tekort is geen natuurwet — het is een verhouding. Er zijn niet te weinig huizen; er zijn te veel mensen die er een willen. Koningin Wilhelmina zag het al in de jaren vijftig: Nederland is vol. In de jaren zestig werd het herhaald. Vandaag durft niemand het nog te zeggen, want waarheid is inmiddels onbeleefd geworden.

Toch blijft de politiek de illusie van beheersbaarheid verkopen. We bouwen, verdelen, subsidiëren — en doen alsof de biologie zich laat wegplannen. Want wat de moderne mens vooral niet verdraagt, is het idee dat de natuur oneerlijk is.

De biologische laag – het dier dat moreel speelt

Eerlijkheid is geen biologisch concept. Geen enkel dier verdeelt voedsel omdat het “gelijk” wil zijn. Het deelt, ruilt of rooft, afhankelijk van kans en kracht. In evolutionaire termen is samenwerking slechts een strategie: reciprocal altruism, een berekende ruil van gunsten met overlevingswaarde.

De mens is daar niet boven verheven, slechts verfijnder in zijn camouflage. Hij verpakt zijn egoïsme in moraal en noemt zijn drang tot status “solidariteit”. De sociale ordening — wetten, regels, instituties — is niets anders dan een poging om onze dierlijke strijd te reguleren zonder dat het bloed op straat komt.

De filosofische laag – van Hobbes tot Nietzsche

Thomas Hobbes begreep dit al in de zeventiende eeuw. De mens leeft, schreef hij, in een natuurlijke toestand van angst en competitie: bellum omnium contra omnes — de oorlog van allen tegen allen. Rechtvaardigheid is geen natuurwet, maar een afspraak uit zelfbehoud. Moraal is een noodconstructie tegen chaos.

Friedrich Nietzsche dreef die gedachte tot het uiterste. In zijn Genealogie van de moraal ontmaskerde hij de ethiek van gelijkheid als een list van de zwakken: wie niet kan heersen, verklaart heersen tot zonde. Zo wordt kracht moreel verdacht en nederigheid tot deugd verheven. Socialisme is in die zin geen economische leer, maar een morele strategie — de wraak van de machtelozen in verheven taal.

Zelfs Karl Marx, de profeet van de klasseloze samenleving, schreef geen politieke handleiding maar een seculier evangelie. Zijn paradijs op aarde — zonder bezit, zonder ongelijkheid — is het spiegelbeeld van de christelijke hemel. De arbeider wordt de nieuwe uitverkorene, de partij de nieuwe kerk, en rechtvaardigheid de nieuwe verlossing.

Het geloof in “eerlijk verdelen” is dus geen rationele overtuiging, maar een theologische reflex: de angst voor willekeur verpakt in morele taal.

De sociaal-politieke laag – van utopie naar subsidie

Wat ooit begon als ideaal is verworden tot industrie. De verzorgingsstaat heeft de moraal geïnstitutionaliseerd. “Eerlijk verdelen” is beleid geworden, en beleid is handel in schuld. Elke ongelijkheid wordt herverpakt als onrecht dat met nieuw beleid moet worden bestreden.

De woningmarkt is daarvan het toonbeeld. Politici beloven meer huizen, meer rechtvaardigheid, meer inclusie — maar zwijgen over bevolkingsdruk, migratie en het dogma van grenzeloze solidariteit. Wie daarop wijst, wordt onfatsoenlijk verklaard. De morele orde duldt geen biologie.

Intussen betaalt de middenklasse de rekening van haar eigen geweten. De werkenden dragen de niet-werkenden, de spaarders de schuldenaars, de verantwoordelijken de slachtoffers. De overheid verdeelt niet om gelijkheid te scheppen, maar om afhankelijkheid te beheren. Hoe meer mensen van haar verdeling leven, hoe groter haar macht.

De moderne salonsocialist belichaamt deze paradox. Hij predikt solidariteit, maar woont riant; hij spreekt over gelijkheid, maar leeft comfortabel gescheiden van de gevolgen ervan. Zijn deugd is goedkoop — symbolisch, tweetbaar, en ruim aftrekbaar van de belasting.

De morele inflatie

Door de eindeloze herhaling van moraal is de waarde ervan verdampt. Solidariteit is een reflex geworden, geen keuze; eerlijkheid een beleidsdoel, geen karaktereigenschap. Morele inflatie treedt op wanneer deugden massaal worden uitgegeven zonder dat ze door gedrag gedekt zijn.

Zo heeft de samenleving geleerd dat het makkelijker is om schuldgevoel te tonen dan verantwoordelijkheid te dragen. Wie een “goede intentie” heeft, hoeft geen resultaat te leveren. En wie wijst op de natuurlijke ongelijkheid van mensen, wordt moreel afgeserveerd — want feiten storen het geloof.

Epiloog – de wet van de leeuw

De natuur kent geen toeslagen, quota of diversiteitscommissies. Ze beloont aanpassing en straft naïviteit. De leeuw vraagt niet om toestemming, hij neemt wat hij nodig heeft. En vreemd genoeg vinden we dat vanzelfsprekend — zolang het niet over onszelf gaat.

De mens daarentegen heeft zijn instinct verpakt in idealen en zijn drang naar macht vermomd als mededogen. Zo werd het socialistische ideaal van eerlijk verdelen niet een overwinning op de natuur, maar een verlengstuk ervan: de sterksten zijn nu zij die de moraal beheersen.

De leugen van het socialistisch verdelen is daarom niet dat het oneerlijk is — maar dat het doet alsof eerlijkheid überhaupt bestaat.

Literatuur en denkkaders

Wie de menselijke soort wil begrijpen, moet lezen alsof hij door lagen sediment graaft: eerst de biologie, dan de filosofie, en ten slotte de politiek — waar al dat geologische afval zich verzamelt in beleid, moraal en collectieve zelfbedrog.

Wie de hier onderstaande werken leest, ontdekt dat de mens niet “beter” wordt, hooguit ingewikkelder in zijn rationalisaties.
De biologische driften blijven, de filosofische vernislagen verschuiven, en het sociaal-politieke theater herschrijft enkel het script — nooit de natuur van de acteurs.

1. De Biologische Onderlaag

Hier begint alles wat wij “gedrag” noemen — met cellen, hormonen en een vleugje dopamine.

·       Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. Penguin Press.
De bijbel van de moderne gedragsbiologie: hoe genen, hersenen, hormonen en cultuur samenwerken in de kunst van het zelfbedrog.

·       Dawkins, R. (1976). The Selfish Gene. Oxford University Press.
De onverbiddelijke logica van evolutie: samenwerking bestaat bij gratie van genetisch opportunisme.

·       De Waal, F. (2009). The Age of Empathy. Harmony Books.
Empathie bestaat, maar vooral als sociaal smeermiddel. Evolutionair handig, moreel overschat.

·       Morris, D. (1967). The Naked Ape. Jonathan Cape.
De oerversie van wat vandaag ‘human ethology’ heet: de mens als veredelde aap met een dure garderobe.

2. Het Filosofisch Fundament

Zonder illusies geen beschaving. Deze denkers krabden de verflaag van de menselijke verhevenheid af.

·       Nietzsche, F. (1887). Zur Genealogie der Moral. C. G. Naumann.
De dissectie van onze morele reflexen — een aanklacht tegen de kudde die zich goed waant.

·       Hobbes, T. (1651). Leviathan.
De oeranalyse van angst als lijm van de samenleving: orde uit vrees, niet uit deugd.

·       Schopenhauer, A. (1819). Die Welt als Wille und Vorstellung. Brockhaus.
De wereld als expressie van een blinde drang — en de mens als toevallig vehikel van de wil.

·       Arendt, H. (1951). The Origins of Totalitarianism. Harcourt.
Over hoe angst, banaliteit en bureaucratie samensmelten tot gehoorzaamheid.

·       Foucault, M. (1975). Surveiller et Punir. Gallimard.
Macht is geen knuppel maar een structuur. Wie denkt vrij te zijn, is meestal goed gedresseerd.

·       Camus, A. (1942). Le Mythe de Sisyphe. Gallimard.
De held van de absurdist lacht terwijl hij de steen opnieuw omhoog duwt. Filosofisch optimisme in wanhoopsvorm.

3. De Sociaal-Politieke Vertaling

Hier wordt de menselijke biologie vermomd als beleid, en filosofie als PR.

·       Graeber, D. (2011). Debt: The First 5,000 Years. Melville House.
De geschiedenis van macht in de vorm van schuld. Wie moreel zegt, bedoelt vaak economisch.

·       Graeber, D. & Wengrow, D. (2021). The Dawn of Everything. Allen Lane.
Een herziening van ons hele beschavingsverhaal — met de mens als creatieve maar grillige anarchist.

·       Han, B.-C. (2010). Müdigkeitsgesellschaft. Matthes & Seitz.
De moderne mens is geen slaaf meer, maar freelancer in zelfuitbuiting.

·       Zuboff, S. (2019). The Age of Surveillance Capitalism. PublicAffairs.
Macht anno nu: wie jou kent, hoeft je niet te dwingen.

·       Pinker, S. (2011). The Better Angels of Our Nature. Viking.
De optimistische tegenstem — of de intellectuele variant van “het komt allemaal goed, echt waar.”

·       Harari, Y. N. (2014). Sapiens: A Brief History of Humankind. Harvill Secker.
De bestseller die laat zien dat fictie, geld en macht dezelfde neurochemische wortel delen.

·       Žižek, S. (2012). The Year of Dreaming Dangerously. Verso.
Cynische maar verhelderende analyse van ideologie als entertainmentsport.

4. De Brugdenkers

Zij verbinden biologie, filosofie en samenleving — en tonen dat chaos zelden per ongeluk ontstaat.

·       Taleb, N. N. (2012). Antifragile: Things That Gain from Disorder. Random House.
Systemen die sterker worden van crisis. Mensen helaas niet.

·       Dennett, D. (1991). Consciousness Explained. Little, Brown.
Over hoe het brein zichzelf voorliegt met overtuigende precisie.

·       Fromm, E. (1941). Escape from Freedom. Farrar & Rinehart.
Over de merkwaardige menselijke neiging om vrijheid te vrezen zodra ze werkelijkheid wordt.

Ook interessant voor jou!