Politiek of performance? Waarom Den Haag steeds meer op GTST lijkt
Beste toeschouwer van onze representatieve schijndemocratie,
Heeft u recent nog genoten van een Kamerdebat?
Dan bent u óf buitengewoon masochistisch, óf op zoek naar een goede cabaretavond — maar dan zonder humor of inhoud.
In aflevering 10 van onze serie “De Onmacht van de Burger in een Representatieve Schijndemocratie” kijken we deze keer naar het parlement als mediapodium:
“Van politieke representatie naar mediagenieke marketing”
Of: hoe de volksvertegenwoordiger een influencer werd met moties als clickbait.
In deze aflevering:
• Waarom een soundbite van 15 seconden belangrijker is dan de Grondwet.
• Waarom Kamerleden vaker op X zitten dan in de Kamer zelf.
• Hoe verontwaardiging, framing en geregisseerde walk-outs het debat hebben vervangen.
• En waarom de burger vooral toeschouwer is — applaudisserend, scrollend, likend, maar zonder invloed.
Want waar politiek ooit het domein was van inhoud, deliberatie en staatsrechtelijk fatsoen, zijn we nu getuige van:
· Boze monologen in campagnetaal
· Geënsceneerde interrupties met vooraf ingestudeerde mimiek
· En ministers die na een uur debat nog steeds niet weten wat de vraag eigenlijk was (maar wel een fijne post op Instagram kunnen delen van hun ‘stevige optreden’)
In plaats van democratische representatie hebben we politieke personal branding gekregen.
Authenticiteit is tegenwoordig iets dat je repeteert voor de spiegel — met mediatrainer erbij.
Lees het volledige essay en ontdek:
· Waarom de wetgevende macht steeds vaker wordt uitbesteed aan consultants
· Hoe de controlerende taak van de Kamer verandert in het ‘vang de quote’-spel voor RTL Nieuws
· En waarom u als burger vooral niet moet verwachten dat ‘uw stem’ meer doet dan figureren in het volgende partijfilmpje
[Lees aflevering 10: Het parlement als podium]
Niet geschikt voor:
· Wie nog gelooft dat de interruptiemicrofoon bedoeld is voor inhoudelijke scherpte
· Politici die denken dat een TikTok-filter ook op hun integriteit zit
· En burgers die liever niet weten wie er écht aan de touwtjes trekken (spoiler: het zijn niet de Kamerleden)
Geschikt voor:
· Iedereen met een goed gevoel voor ironie
· Mensen die zich afvragen waarom politiek steeds meer op een realityshow lijkt, maar dan zonder de eerlijkheid van een stemronde
· En cynici met een hart voor democratische hygiëne
PS:
Bij dit essay geen make-up, green screen of spindokters.
Alleen de naakte waarheid — met het koordje van de coulissen nog zichtbaar.
En nee, applaus is niet nodig. Een kritische vraag volstaat.
PPS:
We kunnen het decor veranderen, het licht dimmen of het script herschrijven,
maar zolang het publiek blijft klappen voor de show, verandert de inhoud niet.
Met theatrale groet,
Peter Koopman
Auteur, ongevraagd dramaturg van het parlementair theater
Van politieke representatie naar mediagenieke marketing:
Het parlement als podium
In een tijd waarin zichtbaarheid de nieuwe valuta is en clicks, kijkcijfers en opiniepeilingen meer wegen dan inhoud, transformeert het parlement van representatief forum tot mediapodium. Waar ooit volksvertegenwoordiging het fundament was, regeert nu het beeld. Het is niet langer van belang wat je zegt, maar hoe het klinkt in een soundbite van 15 seconden.
De representatieve leugen
De essentie van een parlementair stelsel is dat het de stem van het volk vertaalt naar wetgeving en bestuur. Maar in werkelijkheid speelt het parlement steeds minder die brugfunctie. Volksvertegenwoordigers worden strategen van hun eigen zichtbaarheid. Debatten zijn zelden nog bedoeld om de ander te overtuigen – het zijn geregisseerde toneelstukken voor sociale media. Retoriek vervangt argumentatie; verontwaardiging scoort beter dan nuance.
Wie zich afvraagt waarom de Kamer steeds leger is bij debatten: de rest zit in de wandelgangen met journalisten of op hun telefoon X-posts te liken. De wetgevingsfunctie? Uitbesteed aan ministeries, consultancyfirma’s en lobbyclubs. De controlerende functie? Bedolven onder procedures, kabinetsbrieven en de draaikolk van ambtelijke vaagtaal.
Politiek als imagobeheer
Politici zijn merken geworden. Ze dragen niet langer partijstandpunten uit, maar persoonlijke proposities. Een mediatraining is tegenwoordig belangrijker dan kennis van het staatsrecht. Authenticiteit is geënsceneerd; boosheid is gesimuleerd; empathie wordt getimed. Men spreekt niet met kiezers, maar tot volgers. De inhoud wordt vervormd tot consumptieklare identiteitssnacks.
De opkomst van nieuwe media heeft de behoefte aan directe communicatie vergroot, maar ook de snelheid en oppervlakkigheid ervan versterkt. Waar Thorbecke nog sprak over “de onafhankelijkheid van oordeel”, geldt nu: wat zegt je algoritme?
Parlement als theaterzaal
Het parlement is in veel gevallen decor geworden – geen arena van botsende ideeën, maar van gecalculeerde optredens. Denk aan “de interruptiemicrofoon” als permanente spotlichtplek. Vaste regiepunten: het snerende openingswoord, de geveinsde verontwaardiging, de geplande walk-out. Parlementariërs weten precies wanneer de camera draait. Wie de 8-uur-journaalscore haalt, wint.
Ondertussen verarmt het publieke debat. Rechtdoende argumenten maken plaats voor framing, virtue signalling, strawman-tactieken, en emotionele bespeelbaarheid. Niet het beste idee, maar het meest virale moment wint.
Kiezers als publiek
In plaats van burgers als kritische mede-eigenaren van het publieke domein, worden ze getransformeerd tot publiek. Applauderend, likend, boos reagerend, maar uiteindelijk passief. Democratie wordt verward met stemgedrag, niet met betrokkenheid. De burger als consument van politiek, niet als participant.
Wie daar de schuld van draagt, is niet eenduidig: media versterken de spektakelpolitiek, politici spelen het spel, en het publiek verslaaft aan snelle dopamine. De resulterende kloof tussen burger en beleid is geen toeval, maar gevolg van deze gezamenlijke choreografie.
Gevolgen: inhoudsverarming en wantrouwen
Deze verschuiving naar spektakeldemocratie ondermijnt het vertrouwen in de politiek op twee manieren. Ten eerste: inhoudsverarming. Serieuze, complexe kwesties laten zich niet reduceren tot one-liners. Wie nuance verliest, verliest grip op de werkelijkheid. Ten tweede: wantrouwen. De kiezer voelt dat er toneel gespeeld wordt – en wendt zich af. Niet uit domheid, maar uit doorgrond wanbegrip.
Het cynisme dat volgt is functioneel: als bescherming tegen teleurstelling. Maar het leidt tot apathie, en dat voedt weer het spektakel – een self-fulfilling failure.
Kritische beschouwing
De mediagenieke marketinglogica past slecht bij de tragere, deliberatieve aard van wetgeving en bestuurlijke controle. De vraag is: hoe terug te keren naar een parlementaire cultuur waar representatie boven reputatie staat?
Mogelijke correctiemechanismen:
- Mediadiscipline: Journalistiek moet zich niet beperken tot ‘quotes vangen’, maar structureren, doorvragen, nuanceren. Een debat hoeft niet viral te gaan om waardevol te zijn.
- Institutionele herwaardering: Geef commissiewerk, onderzoeksjournalistiek en rapportages gewicht, niet enkel Kamerdebatten met showelementen.
- Democratische hygiëne: Verkiesbaarheid koppelen aan aantoonbare kennis, ervaring of inhoudelijke verdienste zou het populisme kunnen temperen.
- Digitale geletterdheid: Een mediawijs publiek doorziet makkelijker de performativiteit en kan vragen stellen voorbij de show.
Tot slot, als het parlement een podium is geworden, dan moeten wij ons afvragen: zijn wij het publiek, de regisseurs of de producenten? Of worden we gewoon voor de gek gehouden met een show die ons bezig moet houden terwijl elders de echte beslissingen worden genomen?
Literatuur en verwijzingen
- Postman, N. (1985). Amusing Ourselves to Death: Public Discourse in the Age of Show Business.
- Müller, J-W. (2016). What is Populism?
- Van Reybrouck, D. (2013). Tegen Verkiezingen.
- Runciman, D. (2013). The Confidence Trap.
- Luyendijk, J. (2021). De zeven vinkjes – als casus over mediapersoonlijkheden.
- Habermas, J. (1989). The Structural Transformation of the Public Sphere.