Een tweede kans? Liever niet.
Een opiniestuk voor wie liever niet wakker blijft slapen.
Hallo potentieel slachtoffer,
Bij deze stuur ik u een opiniestuk toe dat met alle zachte nuance van een brandblusser op een luciferhoofd ingaat tegen het dogma van de ‘tweede kans’. U weet wel — die moreel verpakte vrijbrief waarmee gesubsidieerde weldenkers zichzelf in stand houden en de samenleving dagelijks een dolk in de rug planten.
Titel:
De tweede kans: De kikker, de schorpioen en de goedgesubsidieerde illusie.
Het stuk is geschreven in een stijl die ergens tussen Pat Condell, Dalrymple en een vermoeide strafrechter in ligt. Doel: het doorprikken van de welbekende clichés die ons maatschappelijk debat hebben verlamd tot een feelgood-ritueel voor mensen met identiteitscrisis, morele overschotten en een vast contract bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Voor wie is dit bedoeld?
Voor de lezer die niet begint te hyperventileren bij het woord “schuld”, die begrijpt dat een mes niet geneest door het bot te aaien, en die zich afvraagt waarom het slachtoffer in dit land structureel geen lobby heeft — behalve wanneer het in een Netflixdocu past.
Het essay eindigt met een messcherpe literatuurlijst. Geen woke-blabla, maar werk van mensen die daadwerkelijk onderzoek doen naar gedrag, geweld en de onherroepelijkheid van karakter. Kortom: dit is geen stuk voor de opinierubriek van Libelle.
Waarom dit nu?
Omdat we collectief zijn gaan geloven dat het kwaad heropvoedbaar is. Omdat we blijven investeren in daders, met rendement dat zelfs Bernie Madoff ongeloofwaardig zou vinden. En omdat er genoeg mensen zijn die dat niet hardop durven zeggen — dus doe ik het maar.
Laat me weten of dit iets is voor plaatsing. Of op z’n minst om bij het vrijdagmiddagoverleg voor opgetrokken wenkbrauwen en ongemakkelijke stiltes te zorgen.
Hartelijke groet,
Peter Koopman
Schrijver, sportdocent, mensbeeldontleder, moreel hersteld desillusioneur
zzzzzzzz
De tweede kans
De kikker, de schorpioen en de goedgesubsidieerde illusie
“Het ligt in mijn aard,” zei de schorpioen, net voordat hij de kikker die hem hielp oversteken dodelijk stak.
We hebben een nieuwe religie. Ze heet Vergeving. Haar heiligen zijn sociaal werkers, haar priesters psychiaters, en haar dogma’s worden betaald met uw belastinggeld. De liturgie is eenvoudig: “Iedereen verdient een tweede kans.” En net als bij alle geloofssystemen geldt: hoe minder bewijs, hoe groter de overtuiging.
Het klinkt edel, hoopgevend, menslievend. Een misdadiger is immers ook een mens, nietwaar? Hij verdient een kans om terug te keren in de samenleving die hij, toegegeven, eerder genadeloos heeft opengescheurd. Hij verdient therapie, begeleiding, re-integratie. Geen wraak, maar zorg. Want anders zijn “we net zo erg als hij”.
Wat een troostrijke gedachte. Voor wie precies?
De schaduwzijde van de empathie-industrie
In de praktijk betekent het dat slachtoffers — ja, die bestaan nog, al zijn ze inmiddels een politiek onhandige bijzaak geworden — vergeten worden. Vervelend volk, met hun trauma’s en hun roep om gerechtigheid. Remmen de vooruitgang van de behandeling. Wat ze willen — vergelding, herkenning, erkenning — past niet in het herstelgerichte sjabloon van de therapeutische staat.
De dader daarentegen? Die krijgt een team. Behandeling. Kunsttherapie. Weekendverloven. Stageplaatsen. En, laten we vooral niet vergeten: een regiment goedbetaalde professionals die allen uit naam van ‘herstel’ hun boterham beleggen met empathie op subsidie.
Noem het gerust een industrietak: de tweede-kans-industrie. Goed voor werkgelegenheid, onderzoeksbudgetten, morele status én warme TED-talks op conferenties over “restorative justice”.
TBS: toneelspelers in gevangenschap
Voor het oog van de camera, de commissie of de toetsingsraad zijn deze mensen “bezig met herstel”. Wat ze leren, is hoe het toneelstuk gespeeld wordt. Ze internaliseren niet het morele kompas, maar het script. Wie zich sociaal wenselijk uitdrukt, mag naar buiten. Wie toegeeft, reflecteert, en zijn trauma van vroeger mooi weet in te kleuren, krijgt kansen.
Erving Goffman zou gniffelend applaudisseren: front stage behaviour is alles wat telt. En in een systeem dat waarachtigheid niet kan meten, maar alleen de juiste woorden en gezichtsuitdrukking beloont, overleven niet de besten — maar de besten in manipulatie.
Recidive als statistische verdwijntruc
Men schermt graag met recidivecijfers. “Kijk, maar een klein percentage pleegt opnieuw een ernstig delict.” Wat men vergeet te melden: veel recidive blijft onopgemerkt, of wordt geherclassificeerd. En wie eenmaal heeft geleerd hoe het spel gespeeld wordt, is de volgende keer voorzichtiger.
Het is als zeggen dat een getrainde inbreker zelden wordt betrapt — een bewijs van succes, niet van onschuld.
En wanneer er dan weer eentje toeslaat, volgt het bekende riedeltje: incident, uitzonderlijk, jammer, maar het systeem werkt. Niemand vraagt zich af: wat als dit geen fout is van het systeem, maar juist een product ervan?
De vergeten partij: het slachtoffer
Wat zegt u tegen het meisje dat haar gezicht voor altijd achter littekens verbergt? Tegen de ouders van een verkrachte en vermoorde zoon? “Geeft u de dader nog een kans, het is zo’n vriendelijke jongen geworden”? Ziet u het al, het schoolreisje langs de cel waar de moordenaar van je dochter werkt aan zijn “hobbyprojecten”? Het is werkelijk ontroerend.
Wat slachtoffers krijgen is stilte. Of erger: de morele druk om te vergeven. Want vergeving is een deugd. En wie dat niet kan, blijft “hangen in de haat”. Een tweede klap, dit keer uit de mond van psychologen met zachte stemmen en maandlonen boven modaal.
Waarom niet gewoon Damiens?
In Foucault’s Surveiller et punir lezen we over de executie van Damiens, een man die publiekelijk werd gevierendeeld wegens een aanslag op de koning. De barbaarse beelden van zijn lijden dienen bij uitstek als afschrikking. Onmenselijk, natuurlijk. Maar het werkte. De boodschap was helder: je raakt aan het fundament, dan breekt het fundament jou.
Vandaag is straf ontdaan van afschrikking, van vergelding, van symboliek. Ze is administratief, therapeutisch, contextueel. Alsof misdaad een misverstand is dat je met voldoende narratief weer rechtpraat. Maar misschien — en ik weet dat dit vloeken in de kerk is — zijn sommige mensen niet te corrigeren. Misschien is het kwaad niet te coachen.
Tot slot: waar ligt jouw grens?
Iedereen verdient een tweede kans. Tot je buurman je dochter verkracht. Tot de “gerehabiliteerde” moordenaar een wandelroute langs jouw huis krijgt toegewezen. Tot de praatjes van humanistische professionals overgaan in stilzwijgen — als je vraagt wie verantwoordelijk is.
Laat je dus niet foppen door woorden als ‘herstel’, ‘ontwikkeling’, of ‘persoonlijke groei’. Vraag: wie betaalt de prijs voor dat tweede kansje? En als je het antwoord niet weet: kijk dan in de spiegel, of in de ogen van een slachtoffer. Die kans krijg je maar één keer.
Literatuurlijst – of: het arsenaal tegen de tweede-kans-doctrine
1. Biologie en de onverbeterlijke aard van het kwaad
- Robert D. Hare – Without Conscience: The Disturbing World of the Psychopaths Among Us
→ Dé standaard over psychopaten: charmant, slim en moreel dood.
“Je kunt er niet mee onderhandelen, alleen mee afspreken hoe laat je sterft.” - Adrian Raine – The Anatomy of Violence: The Biological Roots of Crime
→ Van prefrontale cortex tot MAOA-gen: het kwaad heeft een anatomie.
“Niet iedereen is te kneden. Sommigen zijn gegoten.”
2. Psychologie van misleiding, zelfrechtvaardiging en manipulatie
- Sykes & Matza – Techniques of Neutralization
→ Hoe delinquenten zichzelf verhaaltjes vertellen om alles goed te praten.
“Het was niet mijn schuld – ik had een moeilijke jeugd, uw eer.” - Roy Baumeister – Evil: Inside Human Violence and Cruelty
→ Waarom mensen kwaad doen en er nog een goed gevoel bij krijgen ook.
“De dader ziet zichzelf zelden als de slechterik.”
3. Sociologisch toneel: de presentatie van een ‘genezen’ ik
- Erving Goffman – The Presentation of Self in Everyday Life
→ De meester van de sociale schijnvertoning. Lezen is begrijpen hoe TBS werkt.
“Je bent wie je overtuigend kunt spelen.” - Michel Foucault – Surveiller et punir: Naissance de la prison
→ Macht, straf en de hypocrisie van ‘correctie’. Damiens als vergeten les.
“We straffen niet meer om te straffen, we herstructureren het subject.”
4. Systeemkritiek en de gesubsidieerde empathie-industrie
- Theodore Dalrymple – Life at the Bottom
→ Een arts in de onderklasse over de morele zwakte van het systeem.
“Empathie zonder oordeel is medeplichtigheid.” - Stanley Cohen – States of Denial
→ Over collectieve blindheid en morele desinteresse.
“Als we het niet zien, hoeven we niets te doen.” - Frank Wetz – Die Illusion der zweiten Chance
→ Duitse filosofische kritiek op tweede-kans-romantiek.
“De daders lachen. De slachtoffers sterven in stilte.”
5. Over trauma en de vergeten stem van het slachtoffer
- Judith L. Herman – Trauma and Recovery
→ De psychologische nasleep van geweld en hoe het systeem faalt.
“Voor de dader is het voorbij. Voor het slachtoffer begint het dan pas.”
6. Over orde, grenzen en de illusie van morele superioriteit
- Jordan B. Peterson – 12 Rules for Life
→ Helder betoog voor verantwoordelijkheid en morele volwassenheid.
“Genade zonder grens is zwakte vermomd als deugd.”
Bonus voor de harde lezer:
- Christopher Lasch – The Culture of Narcissism
→ De maatschappij die liever zichzelf spaart dan haar principes.
“Zelfverheerlijking vermomt zich als medemenselijkheid.”