Onderwerp: “Seks, verveling en existentiële leegte – een drieluik waar je niet op zat te wachten”
Beste bewonderaar van moderne kunst,
Heb je ooit midden in een… ahem… intiem moment… plotseling gedacht: “Waarom doe ik dit eigenlijk? Is dit echt plezier, of gewoon een hoogstaande afleiding van mijn onvermijdelijke sterfelijkheid?” Nee? Alleen wij dan.
Gelukkig is er ‘Deel II: Vervelingsbestrijding als angstreductie – Seksualiteit als Surrogaat’, een artikel dat met messcherpe ironie ontrafelt waarom we onszelf zo graag in bedwelmende hersenchemie baden.
Van porno-geïndoctrineerde choreografieën tot spirituele verkleedpartijen (ja, tantra, wij kijken naar jou) – het stuk fileert onze collectieve neiging om lust te verheffen tot levensreddend ritueel. Met als bonus: de pijnlijke conclusie dat we misschien gewoon bang zijn voor stilte. En voor spiegels. En voor onszelf.
(Waarschuwing: na dit artikel kijk je anders naar je volgende date, vrijpartij of eenzaam uur in de badkamer. Maar hey, bewustwording is een gave. Of een vloek.)
Met een knipoog en een existentiële zucht,
Peter Koopman
09 apr. 2025
Tel.: 06 8135 8861
PS: Geen zorgen, morgen kun je gewoon weer doen alsof alles normaal is. Tot dan wacht de leegte. Geduldig. In bed. Naast je.
“Lust als auditieve ruis tegen de stilte in onszelf” – lees het en huiver/lach/herken en knik.
———————————
Vervelingsbestrijding als angstreductie –
Seksualiteit als Surrogaat
Wanneer de geest begint te krabben aan het behang van de verveling, reiken we automatisch naar het oudste verdovingsmiddel dat de evolutie ons gaf: seks. Niet als voortplantingsdrang, maar als ritueel tegen zinloosheid. In een tijdperk waarin overleven niet langer de primaire zorg is, wordt verlangen herverpakt als levensinvulling. En zo schuiven we onze leegte onder de lakens, in de hoop dat aanraking betekenis ademt.
Maar seks is zelden alleen seks. Het is theater. Het is een performance met rollen, attributen, scripts en climax als verplichte apotheose. Het is rollenspel — de dominante, de onderdanige, de verleidster, de ontdekkingsreiziger, de tantrische tempeldanser. Het is het carnaval van de huid, bedoeld om te vergeten dat we vaak helemaal niets voelen. Lust als auditieve ruis tegen de stilte in onszelf.
De moderne seksualiteit is geen wild dier meer, maar een georkestreerde choreografie, ingeprent door porno, algoritmes en ‘intimacy coaches’. We bedrijven de liefde zoals we een gerecht serveren: gelikt gepresenteerd, keurig afgemeten, smaakvol opgeleukt met oliën, speeltjes, gadgets en ‘communicatie’. Maar wat als de hele show slechts een vermomming is voor de angst dat intimiteit ons confronteert met wie we werkelijk zijn?
Niet voor niets floreert de zogenaamde ‘novelty-seeking’ in langdurige relaties. Vreemdgaan is zelden een teken van moreel verval, maar een wanhopige poging om iets te voelen. De ander – de nieuwe – is niet per se aantrekkelijker, maar belichaamt de mogelijkheid van een ander narratief. Een andere jij. Even geen sleur, geen spiegel, geen stilte. De affaire is dan niet met die ander, maar met je eigen hunkerend zelfbeeld.
Zelfs romantiek, zogenaamd het hogere, transcendente doel van de seksualiteit, is in wezen de camouflagetechniek van onze angst voor alledaagsheid. Liefde als betovering werkt alleen als we het gewone kunnen ontkennen. Rozenblaadjes en slow jams verbergen dat het uiteindelijk gewoon twee dierenlichamen zijn die tegen elkaar schuren in een tijdelijk contract van wederzijdse projectie.
In essentie is seksualiteit in de moderne wereld vaak een uitgestelde paniekaanval. Het orgasme als resetknop. Een korte, chemisch gedreven illusie van controleverlies — ironisch genoeg, precies datgene wat we in het dagelijks leven angstvallig vermijden. De ironie is pijnlijk: we organiseren seksuele escapades met dezelfde neurotische planning als ons pensioen. Spontaniteit als product.
En dan zijn er nog de spirituele verkleedpartijen — tantra, slow sex, energetisch vrijen. Allemaal pogingen om seks opnieuw te betoveren, om er weer ‘iets’ in te leggen dat ooit vanzelf sprak. Maar ook hier: een surrogaatritueel, zorgvuldig geregisseerd, keurig gefaciliteerd in retraitevorm. En altijd die onderliggende hunkering: voel íets. Word íets. Ontsnap aan niets.
Misschien moeten we seks niet meer idealiseren als mystiek, maar erkennen als een primitief ritueel tegen existentiële leegte. Geen veroordeling, wel ontmaskering. Seks als zingeving werkt – net zoals wijn, snelheid of religie. Maar het werkt kort. En het is verslavend. Want zolang we het gebruiken om iets niet te voelen – namelijk onze onbedekte bestaansangst – blijft het een functioneel rookgordijn. En de leegte? Die wacht geduldig. In bed. Naast ons. Als we klaar zijn.