Nieuwe studie bewijst: jouw relatie is een biologisch complot (maar lees eerst dit)
Beste mede-mens (en potentieel toekomstige ex-partner),
Heb je ooit stiekem in je telefoon zitten spieken terwijl je deed alsof je een belangrijk mailtje beantwoordde? Heb je ooit gehyperventileerd omdat je partner net iets te lang over een appje lachtte? Gefeliciteerd! Je bent geen controlfreak – je bent gewoon een prachtig geëvolueerd zoogdier met een slecht werkend brein.
Mijn nieuwste artikel – “Vrije seks, jaloezie en bezit” onthult waarom je relatie eigenlijk een kapot biologisch algoritme is.
– Waarom je amygdala reageert op vreemdgaan alsof er een sabeltandtijger in je bed ligt
– Hoe Tinder ons allemaal heeft veranderd in wanhopige aandelenhandelaren in seksueel kapitaal
– En vooral: waarom “open relaties” vaak gewoon monogamie zijn, maar dan met meer leugens
Dit is geen zelfhulpboek. Dit is een zelfsabotage-handleiding met wetenschappelijke onderbouwing en voldoende cynisme om je volgende date mee te verpesten.
Met existentiële groet,
Peter Koopman
P.S. Deel dit niet met je partner. Tenzij je een goed excuus zoekt voor een ruzie.
31 mrt. 2025
Tel.: 06 8135 8861
Vrije seks, jaloezie en bezit: vrijheid of strategisch zelfbedrog?
(Een cynische ontleding van relationele hypocrisie met wetenschappelijke onderbouwing)
Inleiding: De vrijheid die stikt
Vrijheid is de grootste leugen sinds “Ik kom alleen koffiedrinken“. We fetisjeren haar terwijl we stiekem snakken naar de veiligheid van ketenen. Vrijheid is een vreemd ding. Iedereen wil het, maar zodra je het hebt, begint het te knellen. Net als een te losse broek: in theorie comfortabel, in de praktijk ongemakkelijk. En nergens wordt dat zo duidelijk als in de wereld van seks en relaties. Seksuele bevrijding? Een prachtig concept, totdat je partner daadwerkelijk bevrijd blijkt te zijn – dan transformeert “open relatie” plotseling naar “ik mag, jij huilt in de badkamer”.
We prijzen onszelf om onze vooruitgang. Monogamie is ouderwets, bezitterigheid iets voor boeren en jagers-verzamelaars die hun speer niet wilden delen. Tegenwoordig doen we aan ‘open relaties’, ‘polyamorie’, ‘consensuele non-monogamie’—allemaal termen die suggereren dat we seksueel geëvolueerd zijn. De moderne mens heeft monogamie ingeruild voor een nieuwe catechismus: de vrijheidscultus. Met eigen dogma’s (“Jaloezie is een tekortkoming”), priesters (relatietherapeuten), en een dreigende sociale ban voor wie niet meedoet. Zeg maar eens hardop dat je wél jaloers bent – je bent sneller gecanceld dan een 18e-eeuwse slavenhandelaar. Vrij, rationeel, verlicht. Totdat de partner met iemand anders naar bed gaat. Dán breekt het zweet uit.
Waar komt die jaloezie vandaan? En als we het werkelijk zo vrij bedoelen, waarom voelen we ons dan zo vaak bedrogen, onzeker, of zelfs vervangen? Is vrije seks een daad van ultieme vrijheid of gewoon een nieuwe markteconomie waarin ruilhandel de schijn van wederzijds respect ophoudt?
1. Filosofisch kader: Bezit als postmoderne slavernij 2.0
Bezitsdrang is de kern van het probleem. We bezitten spullen, ideeën en—laten we eerlijk zijn—ook elkaar. Niet letterlijk (hoewel, de geschiedenis liegt er niet om), maar wel emotioneel. “Jij bent van mij” klinkt misschien ouderwets, maar vervang het met een moderne variant als “Wij zijn exclusief” of “Wij zijn primair partners” en het idee blijft hetzelfde: contractueel monogamie-light.
Schopenhauer zou er smakelijk om lachen. Hij begreep het: liefde is moeder natuur’s meest geslaagde phishing-scam. Volgens hem is de menselijke wil een blinde, onstuitbare kracht die ons dwingt te bezitten, te controleren, te grijpen naar wat ons zekerheid biedt. We denken dat we een zielsverbinding ervaren, terwijl we in werkelijkheid geprogrammeerd zijn om genetisch materiaal uit te wisselen. En Sartre? Die voegde toe: “De hel, dat zijn de anderen” – vooral als ze weigeren jouw emotionele eigendom te zijn. Want zodra je hem niet kunt bezitten, wordt hij een bedreiging.
Maar Foucaults analyse van macht is hier het meest vernietigend: “Kijk hoe vrij we zijn!” roepen we, terwijl we onszelf opsluiten in een kooi van progressieve verwachtingen. Elke “vrijheid” is gewoon een nieuw machtsmiddel. Vroeger was monogamie de norm, nu is het de vrijheid die als dogma wordt opgelegd. Probeer maar eens te zeggen dat je wél jaloers bent—dan ben je plots een bekrompen geest die “nog niet ver genoeg is in zijn ontwikkeling”. De 21e-eeuwse mens mag dan geen slaven meer houden, maar we hebben wel degelijk een emotional labor markt gecreëerd waar we elkaar verhandelen onder het mom van “autonomie”. Vrijheid als sociaal wapen, een progressieve vorm van slavernij waarin je zelf moet bewijzen dat je geen last hebt van ouderwetse gevoelens.
Wetenschappelijke twist:
- Volgens Fisher (1992) zijn we biochemisch geprogrammeerd voor seriële monogamie – wat verklaart waarom we na 4 jaar relatie stiekem naar de buurvrouw staren
- Baumeister & Vohs (2004) tonen aan dat seksuele vrijheid vaak neerkomt op “wie heeft de meeste onderhandelingsmacht”
Want laten we niet vergeten: de drang om te bezitten is niet zomaar een emotie. Het is een erfenis van systemen waarin mensen letterlijk eigendom waren. En wat is een open relatie anders dan een postmoderne plantage, waar iedereen vrijwillig werkt, maar de ongeschreven regels nog steeds dicteren wie er mag oogsten?
2. Neurobiologie: Jaloezie als evolutionaire paniekknop, of hoe ons brein nog steeds denkt dat we slaven houden
Waarom voelen we jaloezie? Omdat ons brein denkt dat we iemands eigenaar zijn. Neurobiologisch gezien is jaloezie een cocktail van stresshormonen en emotionele paniek—alsof je net hebt gemerkt dat je favoriete slaaf is weggelopen. Cortisol en adrenaline overspoelen het systeem, de amygdala schreeuwt DIE IS VAN MIJ! en het rationele brein (wat daar nog van over is) probeert wanhopig te doen alsof je hier helemaal oké mee bent.
Jaloezie is geen emotie – het is een system overload in ons oerbrein. fMRI-scans tonen aan dat dezelfde neurale circuits oplichten bij:
- Het zien van je partner met een ander
- Een levensbedreigende situatie (Buss, 2000)
En laten we de verslavingsfactor niet vergeten: seks triggert dezelfde dopamine-circuits als cocaïne (Fisher, 2004). We zijn letterlijk junkies die jaloers worden als onze dealer iemand anders bevoorraadt.
Klinisch cynisme:
De farmaceutische industrie verdient dubbel:
- SSRI’s voor jaloerse partners
- Viagra voor de vreemdgangers
Een perfect kapitalistisch evenwicht.
Evolutionair gezien is jaloezie logisch: het voorkomt dat je genenlijn uitsterft omdat iemand anders jouw “investering” wegkaapt. In het heersende paradigma willen mannen niet voor andermans kind betalen, vrouwen willen niet dat hun beschermer zijn middelen aan een ander uitgeeft. Maar laten we niet doen alsof dit puur biologie is. Nee, we hebben dit instinct verheven tot een cultuur.
Kijk naar de geschiedenis: slavernij was niet alleen een economisch systeem, maar ook een relationeel model. Meesters bezaten niet alleen lichamen, maar ook loyaliteit, seks, en emotionele afhankelijkheid. En wat doen wij nu? We hebben de kettingen vervangen door beloftes, de zweep door schuldgevoel, en het eigendomsregister door een Instagram-relatiestatus. Maar de dynamiek blijft hetzelfde.
En als jaloezie doorslaat? Dan krijg je geen opstandige slaven meer, maar femicide. Want niets zegt “Ik hou van je” zoals “Als ik je niet kan hebben, krijgt niemand je.”
3. De marktwerking van lust: Tinder als beursvloer
Laten we eens kapitalistisch naar het fenomeen kijken. Vrije seks is gewoon ruilhandel: wat jij mag, mag ik ook. Dat klinkt eerlijk, maar net als in het echte kapitalisme is er geen gelijk speelveld. Sommigen hebben een hogere “seksuele marktwaarde” dan anderen. Een man die een open relatie voorstelt terwijl hij zelf nauwelijks matches heeft, is als een bank zonder geld die beweert dat kapitalisme eerlijk is.
En hoe vrij zijn we écht? Vrije liefde is vaak gewoon een beurs waar ego’s worden verhandeld. “Kijk hoe verlicht ik ben, ik heb geen bezitsdrang!” Maar ondertussen wordt er stiekem bijgehouden wie er meer dates heeft, wie er aantrekkelijkere partners versiert, en wie er stiekem toch wat jaloers is. Het is net als duurzaam leven: je doet het niet alleen voor jezelf, maar vooral om te laten zien hoe moreel superieur je bent.
Seksuele vrijheid is een utopie in een wereld van schaarste. Data onthullen:
- Top 10% mannen krijgt 58% van alle vrouwelijke aandacht (Hitsch et al., 2005)
- Vrouwen swipen slechts op 4,5% van de mannen (Tinder internal data)
Conclusie: “Vrije liefde” is een economie waar de 1% floreert, terwijl de rest doet alsof ze niet willen wat ze toch nooit krijgen.
4. De paradox van keuze: Waarom meer opties = meer eenzaamheid
Barry Schwartz’ paradox of choice wordt pijnlijk duidelijk tussen de lakens: hoe meer opties we hebben, hoe ongelukkiger we worden. Seksueel geldt hetzelfde. Vroeger wist je tenminste waar je aan toe was—één partner, één set problemen. Nu moeten we concurreren met exen, nieuwe liefdes, Tinder-matches en Instagram-DM’s. En laten we eerlijk zijn: niemand is echt vrij. We zijn allemaal slaaf van onze eigen verlangens, angsten, en de druk om niet jaloers over te komen.
- Mensen met 5+ sekspartners zijn minder tevreden dan monogamen (Waite & Joyner, 2001)
- 63% van polyamoreuze relaties kampt met ernstige jaloezie (Sheff, 2014)
Het moderne dilemma: we haten muren, maar kunnen niet tegen oneindige leegte.
5. Macht, angst en de leegte eronder
Jaloezie en bezit zijn geen eenvoudige emoties—het zijn symptomen van een dieper, hongerig vacuüm. Een leegte die schreeuwt om aandacht, om bevestiging, om het onmogelijke: absolute zekerheid in een wereld die per definitie onbeheersbaar is. En wat is de mensheid anders dan een stel angstige primaten die elkaar vasthouden in het donker, terwijl we doen alsof we het licht hebben uitgevonden?
A. Het Onstilbare Verlangen: Honger naar Aandacht als Existentiële Ziekte
We willen geliefd worden. Niet zomaar, niet een beetje—maak als enige. Alsof de adoratie van één persoon ons kan redden van de betekenisloosheid van het bestaan. Maar zoals een verslaafde nooit genoeg krijgt, zo blijft de behoefte aan bevestiging groeien.
- Sociale media als moderne jaloezie-machine: Elke like, elke DM, elke blik van een vreemde wordt een mogelijke bevestiging—of een dreiging. “Waarom kijkt hij naar háár? Waarom reageert hij niet op míjn bericht?” Het is niet anders dan een kind dat gilt om aandacht, alleen dragen we nu volwassen kleren en noemen we het “boundaries”.
- De angst om vervangbaar te zijn: Jaloezie is de paniek van het besef dat je niet uniek bent. Dat je partner net zo goed iemand anders kan aanraken, bewonderen, begeren. En dus eisen we exclusiviteit, niet uit liefde, maar uit wanhoop.
B. Structuur en Controle: Het Leugenachtige Comfort van Beheersbaarheid
Mensen haten chaos. We verafschuwen het idee dat het leven willekeurig is, dat liefde kan verdwijnen zonder waarschuwing. Dus verzinnen we regels: relatie-afspraken, trouwbeloften, “primair partnerschap”. Alsof we met een contract de werkelijkheid kunnen temmen.
- Monogamie als veiligheidssysteem: Het is geen toeval dat traditionele relaties lijken op een economisch verdrag. “Jij belooft mij toegang tot jouw lichaam en emoties, en ik zorg dat je niet alleen hoeft te sterven.” Romantisch? Nee. Pragmatisch.
- Open relaties als schijncontrole: Zelfs “vrije” liefde heeft regels. Je mag seks met anderen, maar geen verliefdheid. Je mag flirten, maar niet vaker dan ik. Het is een illusie van vrijheid binnen een kooi van afspraken—want zonder die kooi voelen we ons blootgesteld aan de willekeur van het universum.
C. De Wil tot Macht: Jaloezie als Narcistische Wondermiddel
Nietzsche wist het al: alles wat we doen, is een uiting van de wil tot macht. En wat is jaloezie anders dan de woede van een godje dat merkt dat zijn aanbidders afdwalen?
- Jaloezie als statusbewaker: Als je partner met een ander slaapt, daalt jouw waarde in de relationele markt. En dat pikken we niet. We eisen een monopolie op hun verlangen, omdat ons ego anders instort.
- Controle als substituut voor echte macht: Wie geen invloed heeft op de wereld, gaat maar thuis de baas spelen. Vandaar dat gefrustreerde managers vaak tirannieke partners zijn—en waarom huiselijk geweld floreert in samenlevingen waar mensen zich anders machteloos voelen.
Nietzsches Wille zur Macht verklaart de harde waarheid: we willen niet geliefd zijn – we willen onvervangbaar zijn. Onderzoek toont:
- Mensen met lage eigenwaarde tonen meer jaloezie (White & Mullen, 1989)
- Therapeuten melden: “Open relaties” werken vaak alleen als statusspel
De kern: we zijn evolutionair geprogrammeerd om te bezitten, sociaal geprogrammeerd om te doen alsof we dat niet doen, en emotioneel geprogrammeerd om daaronder te lijden.
6. Vrijheid als ultieme leugen
Zijn vrije relaties een overwinning op jaloezie? Of gewoon een nieuwe manier om te doen alsof we geen slavenhouders meer zijn, terwijl we stiekem nog steeds iemands emotionele eigendomsakte willen tekenen?
Misschien is de enige echte vrijheid het toegeven dat we nooit helemaal vrij zullen zijn. Dat jaloezie niet iets is om te overwinnen, maar om te erkennen—als de prijs van verlangen in een wereld die nog steeds draait om bezit.
En dus blijven we doen alsof. Alsof we geloven in vrijheid. Alsof we geen eigenaren zijn. Alsof we niet stiekem hopen dat die ander toch een beetje van ons is.
Het zij zo. Maar laten we dan tenminste cynisch genoeg zijn om te lachen om onszelf.
Conclusie: De gevangenis van onze eigen verlangens
We zijn aapjes die doen alsof we goden zijn, terwijl we stiekem snakken naar iemand die ons vertelt waar we thuishoren. De enige echte bevrijding? Erkennen dat vrijheid een illusie is – en dat jaloezie de prijs is voor het spelen van het spel.
Of, zoals Camus zou zeggen: “We moeten ons voorstellen dat Sisyphus gelukkig is terwijl hij zijn jaloerse partner troost.”
Jaloezie is geen foutje in het systeem. Het ís het systeem. Een perfecte storm van angst, machtshonger en de kinderlijke weigering om te accepteren dat niemand ooit volledig van iemand anders kan zijn.
Dus blijven we hongeren. Naar aandacht, naar controle, naar de illusie dat we iets—iemand—echt kunnen bezitten. En misschien is de enige waarheid wel deze:
We zijn niet jaloers omdat we liefhebben. We zijn jaloers omdat we niet kunnen accepteren dat liefde nooit een garantie is—en dat wij nooit de goden zullen zijn van een ander mens.
En dus knuffelen we onze bezitsdrang maar stevig vast, alsof het een reddingsboei is. Terwijl het eigenlijk een anker is. Maar hey—zinken voelt tenminste alsof je ergens bij hoort.
Literatuurlijst
- Buss, D.M. (2000). The Dangerous Passion: Why Jealousy Is as Necessary as Love and Sex
- Fisher, H. (1992). Anatomy of Love; (2004). Why We Love
- Foucault, M. (1976). The History of Sexuality
- Hitsch, G.J. et al. (2005). “What Makes You Click?”
- Nietzsche, F. (1883). Thus Spoke Zarathustra
- Schwartz, B. (2004). The Paradox of Choice
- White & Mullen (1989). Jealousy: Theory, Research, and Clinical Strategies