“Verveling: waarom je bank, je brein en je liefdesleven tegen je samenzweeren”
Beste lezer,
Heb je ooit met een leeg hoofd naar je plant zitten staren, in de hoop dat die eindelijk iets interessants terugzegt? Gefeliciteerd. Je bent niet lui, je bent evolutionair verward.
In “Vervelingsbestrijding als Angstreductie: de Homo Ludens als Neurotisch Overlevingsmechanisme” ontrafelen we waarom:
- Je bank een complot smeedt (hij lokt je naar een staat van vegetatieve gelukzaligheid, tot je beseft dat je nog maar 37 uur achter elkaar The Office hebt gekeken).
- Vissen eigenlijk meditatief gokken is (en waarom Tinder, crypto en de Hollandse Lotto allemaal hetzelfde trucje gebruiken).
- Seks eigenlijk “biologisch repetitief werk” is – maar gelukkig hebben we er frivole hoedjes en Spotify-playlists overheen gegooid.
Dit artikel is een anti-verveelpil: het maakt je bewust van je eigen absurditeit, zodat je voortaan met trots kunt zeggen: “Ik scroll niet zomaar door Instagram. Ik overleef.
Scrold door en ontdek waarom Nietzsche, je jachthond en die collega die altijd basejump-verhalen vertelt, eigenlijk hetzelfde probleem hebben.
Met een knipoog en een licht existentiële huiver,
Peter Koopman
08 apr. 2025
Tel.: 06 8135 8861
PS: Stilstaan is achteruitgaan. Maar dit artikel lezen telt als mentale parkour.
”Vervelingsbestrijding als Angstreductie: de Homo Ludens als Neurotisch Overlevingsmechanisme”.
1. Verveling is geen luxeprobleem, maar een evolutionaire paradox
Verveling is het psychische bijproduct van een brein dat is geëvolueerd om continu signalen te zoeken van verandering. In een natuurlijke context betekent verandering: voedsel, roofdieren, partnerpotentieel of statusbedreiging. Maar in een gesettelde cultuur, waar alles ogenschijnlijk ‘veilig’ is, slaat dat detectiesysteem op hol. Er is te weinig om écht op te reageren, en dus komt het brein in een staat van onderprikkeling: verveling.
Vergelijk het met een jachthond opgesloten in een flat. Hij zal zijn tanden in je meubels zetten, niet uit baldadigheid, maar uit instinctieve wanhoop.
2. Toeval als copingstrategie
De visser is hier de metafoor van de mens die de controle wil uitbesteden aan het toeval. De haak, het aas, de plek… allemaal symbolen voor de illusie van invloed. Maar het is niets anders dan georganiseerde onzekerheid — entertainment verpakt als vaardigheid. Zodra het lukt, wordt de dobber van het toeval geclaimd als talent.
Dit verklaart ook de fascinatie voor gokken, liefde, Tinder, en crypto: “Misschien win ik dit keer wél.” Dat is geen rationaliteit, dat is Pavlov met een dosis serotonine.
3. Seks, sport en andere maskers van de dood
De “verkleedpartijen” in seks zijn prachtig voorbeeld van hoe de biologie wordt verbloemd door cultuur. Seks als handeling is biologisch gezien saai repetitief werk — ‘copulatory mechanics’ — maar de mens versiert het met muziek, geur, rolverdeling, dominantie/submissie, en romantische illusie. Niet omdat het moet, maar omdat we anders bewustworden van de zinloosheid van herhaling.
Zie hier het succes van OnlyFans, roleplay, en erotische films: de verpakking is het genot, niet de daad zelf. We willen niet neuken, we willen betekenisvol neuken.
4. Beweging = leven, stilstand = dood
De reden waarom mensen uit vliegtuigen springen, ultramarathons lopen of in de file staan naar de top van de Mont Blanc, is geen liefde voor de natuur — het is een primitief protest tegen het idee dat alles al bepaald is. Beweging = illusie van controle.
Stilstaan is reflectie. En reflectie leidt tot inzicht. En inzicht leidt tot existentiële paniek. Dus rennen we liever.
5. Cultuur als camouflage
Cultuur maskeert de natuur. We gebruiken regels, normen, symbolen en systemen om ons dier-zijn te overschreeuwen. Maar hoe meer lagen we aanbrengen, hoe verder we verwijderd raken van onze biologische kern. En dus worden we neurotischer, afhankelijker van prikkels, verslaafder aan bevestiging en afwisseling.
We denken dat we vrij zijn, maar we zijn slaaf van het verlangen naar afwisseling. Verveling is dan geen symptoom, maar een signaal van afgesneden zijn van de natuur.
Afsluitende kritische noot:
De mens leeft zijn leven niet, hij leidt het af. Afleiding als bestaansvoorwaarde. En het ergste? Wie zich onttrekt aan die prikkelverslaving – de sobere, contemplatieve einzelgänger – wordt verdacht. Als afwijkend. Als verveeld. Terwijl hij misschien als enige de angst recht in de ogen kijkt.
Enkele aansluitende referenties en auteurs:
Goffman – The Presentation of Self in Everyday Life: zelfs verveling wordt gespeeld
Nietzsche: “Men verdrijft de tijd om niet door haar verdreven te worden.” (De vrolijke wetenschap)
Pascal: “Alle ellende van de mens komt voort uit zijn onvermogen rustig in een kamer te zitten.”
Byung-Chul Han – De vermoeide samenleving en De plicht tot transparantie (over het overprikkelde, doorzichtige ik)
Georges Bataille – La part maudite: het excessieve, nutteloze als noodzakelijk
Desmond Morris – The Naked Ape: de mens als biologisch wezen vermomd in cultuur
Zygmunt Bauman – Liquid Modernity: alles moet vloeibaar, veranderlijk, want stabiliteit is saai
Daniel Kahneman – Thinking Fast and Slow: het brein zoekt snelle bevrediging van voorspelbaarheid én verrassing