“Waarom je deze mail eigenlijk níét wilt lezen (maar toch gaat doen)”
Beste lezer,
Je hebt vast wel iets beters te doen dan dit. Een koffiezetapparaat uit elkaar halen, bijvoorbeeld. Of eindelijk die sokkenla herindelen op kleurcodering. En toch… hier ben je. Omdat je nieuwsgierig bent. Omdat je denkt: “Misschien staat hier iets wat mijn dag nét iets interessanter maakt dan een gesprek met de plant op mijn bureau.”
Goed nieuws: dat klopt. In het artikel ‘Schoonheid als Trigger’ ontrafelen ik waarom we eigenlijk geil worden van dingen die we niet eens zelf hebben verzonnen (spoiler: Gucci is de nieuwe pauwenstaart, en nee, dat is geen compliment). We hebben het over:
– Waarom je verliefdheid waarschijnlijk gewoon narcisme in een romantisch jasje is (en waarom dat prima is).
– Hoe porno en Instagram ons hebben geleerd om te verlangen naar dingen die we niet willen, maar wel willen willen.
– De diep filosofische vraag: “Als een man in de modder worstelt, is dat dan sport of een stille cry for attention?” (Spoiler: ja.)
Dit alles wordt onderbouwd met wetenschap, een vleugje existentialisme, en een gezonde dosis “waarom kijk ik hier eigenlijk naar?“. Kortom: het is alsof Freud een avondje had doorgebracht met een algoritme en een fles rosé.
Dus, als je nog steeds leest (en dat doe je, want FOMO is sterker dan wilskracht), scrol dan door om te ontdekken waarom je verlangens waarschijnlijk niet van jou zijn – maar waarom dat juist het leukste is.
Met ironische groet,
Peter Koopman
05 apr. 2025
Tel.: 06 8135 8861
Schoonheid als Trigger
De illusie van eigenheid: wie is hier nu echt geil?
Wat we vaak als ‘eigen’ verlangen bestempelen – dat vlammende gevoel dat we zogenaamd zelf ervaren – is in werkelijkheid zelden autonoom. De meeste lust is tweedehands. Afgeleid. Afgekeken. Aangeleerd. De stimuli die ons aanzetten tot verlangen zijn niet willekeurig, noch uniek. Ze zijn cultuurproduct, algoritmisch voorspeld, evolutionair gegoten en sociaal gesanctioneerd. De high heels, de push-up, de bewerkte Instagram-feed: niets is toevallig. Ze activeren eeuwenoude hardware met de nieuwste firmware-updates.
De evolutionair psychologen (Buss, 2003; Miller, 2000) wijzen erop dat seksuele selectie – niet natuurlijke selectie – de ware motor is achter onze meest flamboyante gedragingen. De pauwenstaart, zeg maar, maar dan in een Gucci-jasje. De vrouw als object van projectie, de man als subject van prestatie. Of zoals Desmond Morris het kernachtig stelde: wij zijn een naakte aap met een fetisj voor status en symmetrie. Geen wonder dat we geil worden van lichaamstaal die eigenlijk zegt: Ik kies jou niet, tenzij jij wint van de rest.
En zo worden we verliefd – niet op een ander, maar op wat het hebben van die ander over onszelf zegt. “Zij wil mij → dus ik besta → en misschien ben ik zelfs wat waard.” In die zin is lust geen beweging naar de ander, maar een gesloten circuit van zelfbevestiging. Narcisme vermomd als romantiek. Een bevestiging van ons verlangen naar bestaansrecht in een wereld die dat zelden onvoorwaardelijk geeft.
De culturele smeermiddelen: porno, popcultuur en prestatie
In een cultuur waar seksualiteit alomtegenwoordig is maar zelden persoonlijk, wordt verlangen gerationaliseerd, gecommercialiseerd en in prefab-beelden verpakt. Porno is daarbij niet zozeer de expressie van onze diepste lusten, maar eerder een gestandaardiseerde bibliotheek van verlangens die we hebben afgekeken. De pornificatie van romantiek leidt tot een scriptmatig libido: act 1 = spanning, act 2 = ontkleding, act 3 = climax, fade out.
We herkennen het patroon en haken aan – niet omdat het ons natuurlijk lijkt, maar omdat het ons aangeleerd vertrouwd is. Zoals Goffman al opmerkte: het sociale leven is een toneelstuk. En op het seksuele podium hebben we onze rollen al doorgenomen voordat we überhaupt begrijpen wat verlangen is. Misattributie is daarbij slechts de eerste acte – de rest is sociale choreografie. De vrouw als begeerd object is zelden de vrouw als persoon. Ze is een decorstuk in het mannelijke narratief van zelfverheffing.
De schoonheid van aandacht: meer dan de eindstreep
Er is een fascinerend fenomeen in de wereld van competitie en seksuele aantrekkingskracht: de vrouw begrijpt niets van de buitenspelval, maar alles van de twintig schaars geklede, hardlopende jonge kerels. Ze begrijpt niet waarom twee gespierde, halfnaakte mannen in de modder staan in te beuken, maar er is iets dat haar opwindt. Is het de fysieke kracht, de intensiteit, de bravoure? Nee, het is de aandacht die zij – en iedereen die kijkt – zich bewust is van wat het werkelijk is: zelfdisplay. Mensen rennen rondjes, roeien en zwemmen, maar het doel is nooit echt de eindstreep. Het doel is veel eenvoudiger, maar zelden zo eerlijk uitgesproken: aandacht. Daar zijn ze immers op gekleed.
In de sportwereld, zoals in de mode, in sociale netwerken, en zelfs op de werkvloer, is het spel hetzelfde: zich zichtbaar maken. Het is de perfecte paradox: je zult pas winnen als je gezien wordt, zelfs als de “prijs” van winnen niets meer is dan bevestiging van je aanwezigheid.
Bezit als veiligheid, veiligheid als illusie
De hunkering naar bezit – of het nu om lichamen, aandacht of liefde gaat – is een poging tot controle in een chaotisch systeem. De erotische jaloezie die opkomt bij het zien van een ander met ‘jouw’ object, is geen liefde. Het is territoriumdrang. Alsof een geurspoor of een like op haar foto voldoende was om haar te claimen. Die reactie zegt weinig over haar, en alles over jou: je angst om irrelevant te zijn, om niet gekozen te worden.
Maar wie bezit nastreeft, moet ook bewaken. En wat bewaakt wordt, wordt per definitie onvrij. Vandaar de toxische dynamiek waarin verlangen omslaat in controle, liefde in wantrouwen, en romantiek in surveillance. De jaloerse geliefde is niet bezorgd om haar keuzevrijheid, maar om zijn eigen inwisselbaarheid.
Epiloog: de lust tot begrijpen
Misschien is dat de ware misattributie: niet de verwarring tussen opwinding en aantrekkingskracht, maar de illusie dat we weten waarom we iets of iemand begeren. Alsof verlangen ooit rationeel is. Het brein dat verliefd wordt op zijn eigen verhaal – niet op de ander, maar op het script dat het zichzelf voorhoudt. En zolang die illusie standhoudt, blijven we trouw aan onze driften, maar ontrouw aan de waarheid.
Of zoals Sartre had kunnen zeggen, als hij Tinder had gekend: Je swipe donc je suis.
Aanvullende literatuur en kruisverwijzingen
Zillmann, D. (1983). Transfer of excitation in emotional behavior. In: Social Psychophysiology.
Buss, D. M. (2003). The Evolution of Desire: Strategies of Human Mating. Basic Books.
Miller, G. (2000). The Mating Mind: How Sexual Choice Shaped the Evolution of Human Nature. Anchor.
Morris, D. (1967). The Naked Ape: A Zoologist’s Study of the Human Animal. Jonathan Cape.
Goffman, E. (1959). The Presentation of Self in Everyday Life. Anchor Books.
Baumeister, R. F., & Leary, M. R. (1995). The need to belong: Desire for interpersonal attachments as a fundamental human motivation. Psychological Bulletin, 117(3), 497–529.