Waarom je tweede liefde nooit zo goed was als je eerste (en andere tragische waarheden)
Beste Lezer,
We moeten het even hebben over die ene ervaring in je leven die nooit meer geëvenaard zal worden. Je eerste liefde? Je eerste auto? De eerste keer dat je merkte dat volwassen worden eigenlijk een valstrik is? Hoe dan ook, slecht nieuws: alles wat daarna kwam was slechts een slappe herhaling.
Maar geen zorgen, ik heb me over dit tragische lot gebogen en een essay geschreven waarin ik – met een gezonde dosis ironie en een vleugje cynisme – blootleg waarom je brein je dit flikt. Hoe de eerste keer als een goddelijk moment in je geheugen wordt gegrift, terwijl de rest van je ervaringen het niveau van ‘wel aardig’ nauwelijks overstijgt.
Nieuwsgierig? Bang dat ik gelijk heb? Of gewoon zin in een goede reality check? Lees hier het hele essay en ontdek waarom je altijd achter je eigen staart aan blijft rennen.
Doe er je voordeel mee. Of blijf je leven lang zoeken naar die onbereikbare eerste high.
Veel leesplezier (maar niet té veel, want de eerste keer blijft het beste),
Met ironische groet,
Peter Koopman
29 jan. 2025
Tel.: 06 8135 8861
De Onmogelijkheid van de Tweede Eerste Keer: Een Neurobiologische en Filosofische Beschouwing
Inleiding: De Tweede Ervaring
Ik moet een jaar of veertien zijn geweest toen mijn oma en moeder voor mij een prachtige, veel te dure, zacht nappaleren colbert hadden aangeschaft, die ik vol trots dag en nacht droeg. Op een voor mij traumatisch moment, gevoed door een grenzeloos vertrouwen in de medemens, hing ik mijn jas in een disco in Haarlem-Noord aan de kapstok. Verbaasd en ontredderd was ik toen aan het einde van de avond bleek dat mijn jas met inhoud van eigenaar was veranderd. Als gevolg van deze stommiteit moest ik naar Zandvoort teruglopen omdat mijn buskaart en huissleutels eveneens verdwenen waren. Dit moment van ongekende woede was het moment dat ik besloot mij in vechtsporten te specialiseren.
Ondanks mijn stommiteit waren mijn oma en moeder wederom bereid een nieuwe, exact dezelfde dure jas voor mij aan te schaffen. Het gekke was dat deze nieuwe jas niet het gevoel, de trots en vreugde gaf die de eerste mij had geschonken. Parels voor de zwijnen. Er is geen vervanging voor de eerste ervaring.
Op mijn zestiende verjaardag kreeg ik van mijn moeder en oma – waarvoor ze een lening hadden gesloten en zich krom voor moesten werken – een spiksplinternieuwe witte Puch. Een brommer met hoog stuur en de uitstraling van ‘Living Free And Wild’. Net als al mijn vrienden. Mijn ego ervaarde een enorme boost en ik voelde mij helemaal het mannetje. Elke zaterdag poetsen tot het chroom je verblindde.
Het noodlot wilde dat ik niet lang daarna mijn eerste vrouw ontmoette. In een opwelling van emancipatie en waanzin heb ik haar – na een bezoek aan de bioscoop en het zien van de film Irma la Douce – overgehaald om de terugreis het stuur ter hand te nemen, terwijl ik op de passagiersplek (achterop) plaatsnam. Tot halverwege de Zeeweg ging het uitstekend, waarna mijn dierbare Puch vervolgens total loss om een boom werd gedrapeerd en ik vanwege een kapotte knie een half jaar op bed heb mogen kamperen. Zo’n diepte-investering versterkt uiteraard de band van de relatie.
Hoe dom ouders kunnen zijn, werd vervolgens gedemonstreerd door mijn oma en moeder en mijn onverschilligheid voor de moeite die zij moesten getroosten om een dergelijk object te financieren. Opnieuw werd mij een geheel nieuwe Puch ter beschikking gesteld, ditmaal in een kleurenensemble van rood en zwart. Deze brommer heeft nooit het plezier geëvenaard dat ik met de eerste had ervaren. Het was iets vanzelfsprekends, iets gewoons, misschien zelfs iets wat er niet zou moeten zijn. De waarde van weleer was verdwenen en de vervanging leek eerder besmet te zijn met schuld. Blijkbaar is dit niet slechts mijn eigen pech, maar eerder een universeel mechanisme van het brein.
De ervaring – positief of negatief – leert mij dat de emotie die je ervaart bij een eerste keer een krachtiger impact heeft op het brein, die op geen enkele wijze te evenaren is. Alle volgende zijn een verzwakte kopie van de eerste. Het hoogtepunt ligt inderdaad in het verleden. We kunnen proberen met middelen (bijvoorbeeld met drugs of extreme uitdagingen) een vernieuwde rush te beleven, maar dit is achter je eigen staart aan rennen.
Wetenschappelijk gezien heeft deze ‘eerste keer’-ervaring een diepgewortelde neurologische basis. Onze hersenen zijn geëvolueerd om nieuwe en intense prikkels sterker te coderen dan herhaalde ervaringen. Dit fenomeen, bekend als ‘hedonic adaptation’ en de ‘novelty effect’, verklaart waarom de eerste keer altijd de meest intense indruk achterlaat. Latere ervaringen, hoe perfect ze ook gereconstrueerd worden, missen de magie en emotionele impact van de originele belevenis.
Toch is het zinvol om deze stelling kritisch te benaderen. Zijn alle eerste ervaringen werkelijk superieur? Kan herhaling niet juist leiden tot verdieping, verfijning en een ander soort genot? In dit essay zal ik dit fenomeen van verschillende kanten belichten en onderzoeken of we gedoemd zijn tot nostalgische verlangens naar een onbereikbaar verleden of dat er een manier is om nieuwe hoogtes te bereiken zonder de illusie van het eerste keer-effect.
Hier volgt een wetenschappelijke uiteenzetting over neurologie, psychologie en filosofische implicaties van de eerste ervaring.
Het Vergane Hoogtepunt
De eerste kus, de eerste liefde, de eerste overwinning, de eerste nederlaag—allemaal momenten die een onuitwisbare indruk achterlaten. Maar waarom is de tweede keer slechts een zwakke afspiegeling van de eerste? Waarom voelen herhaalde ervaringen vaak als een slappe herhaling, een echo zonder ziel? Is het een neurobiologisch fenomeen, een evolutionaire list, of slechts een tragische illusie van het bewustzijn? Dit essay verkent de onmogelijkheid van de tweede eerste keer door de lens van de moderne neurowetenschappen, psychologie en filosofie.
De Neurowetenschap van de Eerste Ervaring
Neurobiologisch gezien is de eerste keer een symfonie van dopamine, noradrenaline en serotonine—een chemische cocktail die in latere ervaringen nooit dezelfde intensiteit bereikt. Dit komt door het mechanisme van prediction error (Schultz, 2016): het brein beloont ons wanneer een ervaring onverwacht goed uitpakt. Maar zodra een ervaring bekend is, voorspelt het brein de beloning nauwkeuriger en neemt de dopamine-afgifte af.
Kortom: Je wordt niet minder enthousiast omdat de ervaring op zich slechter is, maar omdat je hersenen minder ‘verrast’ zijn en daardoor minder belonen. Dit verklaart waarom de eerste dure jas, de eerste brommer of de eerste liefde een onnavolgbaar hoogtepunt vormen, terwijl de vervanging altijd een bittere nasmaak van déjà vu heeft.
Filosofische Perspectieven: Van Schopenhauer tot Camus
Schopenhauer zou deze conditionering als bewijs zien voor de wil tot leven—een irrationele kracht die ons dwingt om steeds weer te streven, zonder ooit echte bevrediging te bereiken. De tweede ervaring is zwakker, omdat de eerste slechts een lokmiddel was om je in beweging te krijgen.
Camus zou dit als absurdisme bestempelen: de mens is gedoemd te verlangen naar ervaringen die hij niet kan herhalen. Maar in plaats van zich erbij neer te leggen, moet hij het lot met ironie en rebellie tegemoet treden. De herhaling zelf wordt dan een daad van verzet.
Nietzsche zou de oplossing zien in de amor fati—het liefhebben van wat is. De tweede keer is misschien minder intens, maar door die mindere intensiteit te omarmen, overstijgt men de illusie dat alleen de eerste ervaring telt.
De Evolutionaire Valstrik: Waarom We Onszelf Blijven Foppen
Vanuit een evolutionair perspectief is het logisch dat de eerste keer het meest impactvol is. Nieuwe ervaringen geven ons een overlevingsvoordeel: we leren snel wat belangrijk is en wat we moeten vermijden. Maar zodra iets bekend is, is het brein efficiënter en minder geneigd om kostbare neurochemische middelen te verspillen. Dit verklaart waarom we steeds op zoek gaan naar nieuwe prikkels—variërend van drugs en extreme sporten tot steeds exotischer liefdespartners—maar ook waarom we altijd met een onbevredigd gevoel blijven zitten.
We zijn, met andere woorden, verslaafd aan het najagen van een hoogtepunt dat per definitie achter ons ligt. Dit verklaart waarom sommige mensen zich verliezen in nostalgie, terwijl anderen steeds extremer gedrag vertonen om een nieuwe kick te ervaren.
Kritische Reflectie: Hoe Hiermee Om te Gaan?
Als we accepteren dat de tweede keer nooit de eerste kan evenaren, hebben we twee opties:
- De achtervolging blijven inzetten, wetende dat we onze eigen staart najagen. Dit is het pad van de verslaving, de escapist, de adrenalinejunkie.
- Accepteren dat de herhaling onvermijdelijk is, maar de ervaring zelf herwaarderen. Dit is het pad van de wijsheid, het inzicht dat waarde niet alleen in intensiteit ligt, maar ook in nuance en herinterpretatie.
Misschien moeten we niet rouwen om de verloren eerste keer, maar leren genieten van de complexiteit en diepte van herhaling. Of, om het met een ironische knipoog naar Proust te zeggen: de ware ervaring ligt niet in de ervaring zelf, maar in de herinnering eraan.
Conclusie: Het Onvermijdelijke Spel van de Herhaling
De mens is gedoemd om te herhalen en teleurgesteld te zijn in de zwakte van die herhaling. Dit is geen vloek, maar een kenmerk van het bewustzijn zelf. We moeten niet proberen de eerste keer opnieuw te beleven—dat is de weg naar frustratie en verslaving—maar leren inzien dat de herinnering, hoe bedrieglijk ook, misschien wel de meest waardevolle ervaring is die we hebben.
Slotgedachte:
Misschien is de enige manier om de eerste ervaring te evenaren, om haar nooit te proberen te evenaren. Wie weet, is dat de enige echte overwinning op het tragische brein.
Literatuurlijst
Kahneman, D. (2011). Thinking, Fast and Slow. Farrar, Straus and Giroux.
Schultz, W. (2016). Dopamine reward prediction error coding. Dialogues in Clinical Neuroscience, 18(1), 23-32.
Proust, M. (1913-1927). À la recherche du temps perdu. Gallimard.
Schopenhauer, A. (1818). Die Welt als Wille und Vorstellung. Brockhaus.
Nietzsche, F. (1882). Die fröhliche Wissenschaft. E. W. Fritsch.
Camus, A. (1942). Le Mythe de Sisyphe. Gallimard.