Waarom Rechtvaardigheid Een Illusie Is

Hoe een falende overheid je recht op zelfverdediging ontkent (maar zelf niet aarzelt om te schieten)

Beste Lezer,

Wist je dat de overheid het exclusieve recht claimt op geweld – maar keer op keer bewijst dat ze dat monopolie niet aankan? Kijk om je heen: criminaliteit floreert, justitie knuffelt daders, en als brave burger mag je hopen dat je 112 nog haalt voordat iemand je voordeur intrapt.

Maar wees gerust: de overheid belooft beterschap! Geen lijfstraffen, geen executies, geen repressie – alleen een liefdevolle heropvoeding voor criminelen. Dat je ondertussen zelf geen enkele bescherming hebt? Ach, details.

Toch is er een prangende vraag: als de staat faalt in haar kerntaak – het beschermen van burgers – waarom zou jij dan nog ontwapend blijven? En als je zelf de regels van de staat zou overtreden, hoe kun je dan nog aanspraak maken op een ‘eerlijk’ proces? Rechtsgelijkheid, rechtvaardigheid – prachtige woorden, maar vooral handige instrumenten om de massa in toom te houden.

In mijn nieuwste artikel snijd ik deze prikkelende paradoxen aan:
– Waarom de staat het geweldsmonopolie heeft – en waarom ze dat niet verdient.
– Waarom criminele ‘genezing’ een lucratief verdienmodel is, geen werkelijke oplossing.
– Waarom ‘rechtvaardigheid’ en ‘gelijkheid’ vooral retorische trucs zijn, niet werkelijke principes.
– En natuurlijk: waarom jij niet zomaar een wapen mag dragen, maar de overheid wel bommen mag leveren aan oorlogsgebieden.

Benieuwd naar de cynische werkelijkheid achter ons strafrecht en overheidsfalen?

Vriendelijke groet (met een lichte grijns),
Peter Koopman

07 feb. 2025                                         

Tel.: 06 8135 8861

Het falen van de staat en het recht op zelfbewapening 

1. De illusie van veiligheid en de hypocrisie van de staat

Je dochter wordt verkracht en vermoord. De dader, een bekende recidivist, krijgt twaalf jaar en staat na acht jaar weer buiten. Je zoon wordt neergestoken in de metro; de dader krijgt ‘behandeling’, want hij had een moeilijke jeugd.

De boodschap is duidelijk: de staat beschermt je niet. Niet preventief, niet door harde straffen, en zelfs niet door misdadigers permanent uit de samenleving te verwijderen.

Hoe hebben we dit punt bereikt? Waarom worden criminelen behandeld als ‘zieke’ mensen die ‘genezen’ moeten worden? Waarom worden zogeheten ‘mensenrechten’ belangrijker geacht dan de rechten van slachtoffers?

Het antwoord is simpel: de illusie van gelijkheid en rechtvaardigheid, twee concepten die niet bedoeld zijn om de machtelozen te beschermen, maar om hen in toom te houden.

2. Waarom zijn lijfstraffen, executies en medische experimenten op criminelen afgeschaft?

Lijfstraffen en executies waren tot de 18e en 19e eeuw een vanzelfsprekend onderdeel van het strafrecht. Openbare ophangingen, geselingen en radbraken waren niet alleen een afschrikmiddel, maar ook een manier om de morele orde te bevestigen: misdaad werd bestraft, zichtbaar en onherroepelijk.

De afschaffing kwam met de opkomst van het humanisme en de liberale staat. De reden? Niet mededogen, maar een verschuiving in machtsdynamiek. Zoals Foucault (Surveiller et punir) stelt:

“Het doel van de straf verschoof van het lichaam naar de ziel.”

De moderne staat ontdekte dat fysieke straffen opstand konden uitlokken, terwijl subtielere controlemechanismen – gevangenis, reclassering, ‘heropvoeding’ – veel effectiever waren.

Executies? Niet effectief als de staat een arbeidsreserve wil behouden.
Lijfstraffen? Maken de staat tot een zichtbare tiran, terwijl gevangenisstraffen de illusie van rechtvaardigheid geven.
Medische experimenten? Dat zou ‘inhumaan’ zijn, maar een leven lang in een betonnen cel niet? De hypocrisie is duidelijk.

De werkelijke reden voor de afschaffing is niet moreel, maar politiek: een zachte, subtiele repressie is efficiënter dan openlijk geweld.

3. De illusie van ‘genezing’: criminelen als patiënten, niet als daders

De moderne criminologie beweert dat misdaad geen morele keuze is, maar een ziekte. De verkrachter had ‘een moeilijke jeugd’, de moordenaar was ‘verward’, de terrorist was ‘geradicaliseerd’.

Dit narratief is een overblijfsel van de 19e-eeuwse positivistische criminologie (Lombroso, Ferri), die criminelen als ‘degeneratieve types’ zag. De moderne psychologie heeft deze deterministische visie geherformuleerd:

  • Criminaliteit is een product van de omgeving.
  • Criminelen zijn niet verantwoordelijk, maar ‘slachtoffers’ van hun omstandigheden.
  • Behandeling, niet straf, is de oplossing.

Maar waar is het bewijs? Waarom blijven recidivecijfers hoog, zelfs na ‘behandeling’? Waarom lijken zware criminelen, ondanks therapie en reclassering, keer op keer terug te keren in de criminaliteit?

Omdat dit idee van ‘genezing’ een ideologisch construct is, geen wetenschappelijk feit. Het dient slechts om de massa te sussen en het strafsysteem te verpakken als een ‘correctieproces’, in plaats van een systeem van onderdrukking.

4. Waarom gelijkheid en rechtvaardigheid holle leuzen zijn

De moderne staat claimt gebouwd te zijn op ‘gelijkheid’ en ‘rechtvaardigheid’. Maar dit zijn geen universele waarheden – het zijn politieke instrumenten.

  • Gelijkheid bestaat niet. Mensen verschillen in kracht, intelligentie, ambitie en moreel besef. Alleen de zwakken hebben belang bij het narratief van ‘gelijkheid’, omdat het hen beschermt tegen de sterken.
  • Rechtvaardigheid is een illusie. De wet beschermt niet de zwakkeren, maar de machtigen. Een rijke crimineel komt weg met een boete, een arme diefstalpleger krijgt gevangenisstraf.

Zoals Nietzsche in Zur Genealogie der Moral stelt:

“Moraal is een uitvinding van de slaven om hun meesters te ketenen.”

De staat heeft ‘gerechtigheid’ en ‘mensenrechten’ gecreëerd als een soort sociaal contract om de massa in slaap te sussen.

Denk aan de paradox:

  • De overheid executeert geen seriemoordenaars, maar voert drone-aanvallen uit op vijanden in het buitenland.
  • De politie mag dodelijk geweld gebruiken, maar een burger die zichzelf verdedigt, wordt vervolgd.
  • De crimineel krijgt een ‘tweede kans’, het slachtoffer krijgt levenslang trauma.

Dit systeem is niet bedoeld om rechtvaardig te zijn – het is bedoeld om controleerbaar te zijn.

5. De consequentie: als de staat faalt, moet de burger het recht op zelfverdediging terugnemen

Als de staat weigert criminelen definitief uit de samenleving te verwijderen, en tegelijkertijd burgers verbiedt zichzelf te verdedigen, dan rest slechts één conclusie: het geweldsmonopolie van de staat is niet langer gerechtvaardigd.

Daarom moet de burger:

  • Het recht op zelfverdediging opeisen.
  • Bewapening legaliseren als tegengewicht tegen een falend rechtssysteem.
  • De hypocrisie van de moderne strafstaat doorbreken.

De staat heeft haar plicht opgegeven. Waarom zou de burger haar bevelen nog gehoorzamen?

6. Conclusie: de mythe van de ‘rechtvaardige’ staat ontmaskerd

Rechtvaardigheid is geen universeel principe, maar een machtsinstrument. De moderne staat heeft lijfstraffen en executies afgeschaft, niet omdat het ethisch was, maar omdat het efficiënter was om burgers te pacificeren met een façade van ‘menselijkheid’.

De poging om criminelen te ‘genezen’ is een mislukking, gebaseerd op een ideologisch dogma dat geen empirische basis heeft.

Als de staat weigert criminelen permanent uit te schakelen, dan moet ze haar claim op het geweldsmonopolie opgeven en de burger het recht geven zichzelf te verdedigen.

Wie onschuldigen ontwapent en criminelen beschermt, is geen beschermer, maar een medeplichtige.

De staat faalt. De burger moet zichzelf beschermen.

7. De paradox van rechtsgeldigheid in een onrechtvaardig systeem

Er zijn drie mogelijke antwoorden op deze paradox:

1. Het juridische systeem is een machtsmiddel, geen rechtvaardige instantie

De illusie van ‘rechtsgeldigheid’ is gebaseerd op het idee dat wetten een objectieve, morele autoriteit hebben. Maar wetten zijn geen universele waarheden – ze zijn producten van macht en politieke belangen.

  • In een totalitaire staat worden dissidenten vervolgd op basis van ‘wetten’.
  • In een democratie kan een wet vandaag legaal zijn en morgen verboden.
  • Slavernij was ooit legaal; verzet ertegen was ‘crimineel’.

Het feit dat een wet bestaat, betekent niet dat die rechtvaardig is. Wanneer een individu de wetten van de staat verwerpt, erkent hij impliciet dat hij niet op die wetten kan terugvallen ter bescherming. Maar dat is niet inconsistent – het is simpelweg de erkenning dat het rechtssysteem een instrument van controle is, geen universeel moreel kompas.

Of zoals Thrasymachus in Plato’s Politeia stelt:

“Het recht is niets anders dan het belang van de sterkste.”

2. Rechtsgeldigheid is een pragmatisch middel, geen moreel recht

Zelfs als je de staat en haar wetten verwerpt, kun je strategisch gebruikmaken van haar rechtsorde. Dit is geen morele tegenstrijdigheid, maar een pragmatische keuze.

Denk aan criminelen of dissidenten in de geschiedenis:

  • Mafia-bazen en terroristen beroepen zich op ‘mensenrechten’ als ze vervolgd worden.
  • Revolutionairen gebruiken juridische argumenten om hun acties te rechtvaardigen.
  • Staten zelf claimen ‘internationaal recht’ als het hen uitkomt, en negeren het als het in hun nadeel is.

Wie zich tegen de staat keert, hoeft niet naïef te zijn: als het systeem er is, kun je het net zo goed gebruiken wanneer het je uitkomt.

3. Het ultieme argument: macht bepaalt recht, niet andersom

Als je een daad stelt tegen de staat – of dat nu zelfbewapening, burgerlijke ongehoorzaamheid of zelfs een gewelddadige misdaad is – dan is je werkelijke rechtvaardiging niet juridisch, maar machtspolitiek.

  • Als je wint, wordt je daad gelegitimeerd (denk aan revoluties).
  • Als je faalt, word je gestraft – niet omdat je ‘ongelijk’ had, maar omdat je machteloos was.

Dit is het fundamentele realisme dat onder elke juridische en politieke structuur schuilgaat. Wetgeving is niet een kwestie van objectieve rechtvaardigheid, maar van wie de macht heeft om regels te stellen en af te dwingen.

Zoals Carl Schmitt stelde:

“Soeverein is hij die beslist over de uitzondering.”

En zoals Machiavelli in Il Principe benadrukte:

“De wetten zijn slechts zo sterk als de wapens die hen beschermen.”

8. Conclusie: Erken de regels als instrument, niet als absolute waarheid

Wie de staat en haar wetten verwerpt, moet begrijpen dat recht en macht onlosmakelijk verbonden zijn. Dit betekent:

  • Je kunt het systeem verwerpen en er toch strategisch gebruik van maken.
  • Je kunt geen beroep doen op ‘rechtvaardigheid’ als je het systeem als geheel afwijst, maar je kunt wel macht inzetten om je positie te beschermen.
  • Uiteindelijk is de enige echte maatstaf niet ‘wat legaal is’, maar ‘wat je kunt afdwingen’.

Het narratief van rechtvaardigheid en gelijkheid is slechts een controlerend mechanisme. Wie het doorziet, kan het naar zijn hand zetten – of er zich volledig aan onttrekken.

Of, om het cru te zeggen: in het recht geldt niet wie gelijk heeft, maar wie wint.


Literatuurlijst

1. Politieke filosofie en de staat

  • Foucault, M. (1975).Surveiller et punir: Naissance de la prison. Gallimard.
    • Analyse van de overgang van fysieke straffen naar disciplinaire controlemechanismen.
  • Schmitt, C. (1922).Politische Theologie: Vier Kapitel zur Lehre von der Souveränität. Duncker & Humblot.
    • Definitie van soevereiniteit als degene die beslist over de uitzondering, fundamenteel voor machtsanalyse.
  • Machiavelli, N. (1532).Il Principe.
    • De realistische benadering van macht en wetgeving, waarbij recht slechts een instrument is van de heerser.
  • Hobbes, T. (1651).Leviathan.
    • De basis voor het concept van het geweldsmonopolie van de staat en de rechtvaardiging van controle.

2. Criminologie en strafrecht

  • Lombroso, C. (1876).L’uomo delinquente. Hoepli.
    • Theorie van de ‘geboren crimineel’ en de pseudo-wetenschappelijke benadering van crimineel gedrag.
  • Beccaria, C. (1764).Dei delitti e delle pene.
    • Kritiek op lijfstraffen en pleidooi voor proportionele straffen, invloedrijk in de afschaffing van executies.
  • Garland, D. (2001).The Culture of Control: Crime and Social Order in Contemporary Society. University of Chicago Press.
    • Hoe moderne staten straf en toezicht gebruiken als sociale controlemechanismen.
  • Christie, N. (1981).Limits to Pain: The Role of Punishment in Penal Policy. Wipf & Stock.
    • Onderzoek naar de grenzen van pijn en straf als sociaal en juridisch concept.

3. Filosofie van rechtvaardigheid en macht

  • Nietzsche, F. (1887).Zur Genealogie der Moral.
    • Kritiek op moraliteit als een slavenmoraal die de zwakken dient, toepasbaar op strafrecht en gelijkheidsideologieën.
  • Thrasymachus (zoals geciteerd in Plato’s Politeia).
    • De klassieke stelling dat recht niets anders is dan het belang van de sterkste.
  • Derrida, J. (1992).Force of Law: The ‘Mystical Foundation of Authority’.
    • De instabiliteit van juridische systemen en de paradoxen van rechtvaardigheid.
  • Kelsen, H. (1945).General Theory of Law and State. Harvard University Press.
    • Rechtspositivisme en de autonomie van recht ten opzichte van moraal.

4. Geweld, bewapening en zelfverdediging

  • Weber, M. (1919).Politik als Beruf.
    • Definitie van de staat als die entiteit die het monopolie op legitiem geweld bezit.
  • Malcolm, J. (1996).To Keep and Bear Arms: The Origins of an Anglo-American Right. Harvard University Press.
    • Historische analyse van het recht op bewapening als bescherming tegen een falende staat.
  • Harcourt, B. (2001).Illusion of Order: The False Promise of Broken Windows Policing. Harvard University Press.
    • Kritiek op het idee dat repressieve controle leidt tot veiligheid.

Aanvullende Literatuurlijst

1. Democratische erosie en justitieel beleid

  • Honingh, M., & Van Ham, C. (2024). Verkenning en verdieping democratische erosie en respons in Nederland. Kennis Openbaar Bestuur. 

kennisopenbaarbestuur.nl

  • Dit rapport onderzoekt de tekenen van democratische erosie in Nederland en bespreekt de implicaties voor het justitiële beleid.
  • Adviescommissie Versterking Weerbaarheid Democratische Rechtsorde. (2023). Koester de democratie!

zoek.officielebekendmakingen.nl

  • Een analyse van de huidige bedreigingen voor de democratie in Nederland en aanbevelingen voor versterking van de rechtsorde.

2. Geweldsmonopolie en burgerbewapening

  • Wikipedia. Geweldsmonopolie.

nl.wikipedia.org

  • Een overzicht van het concept geweldsmonopolie, zoals geïntroduceerd door Max Weber, en de implicaties ervan voor de moderne staat.
  • Nozick, R. (1974).Anarchy, State, and Utopia. Basic Books.
    • Hoewel niet recent, biedt Nozick’s werk een diepgaande filosofische analyse van de rol van de staat en het geweldsmonopolie, relevant voor discussies over burgerbewapening.

Ook interessant voor jou!