Waarom je absoluut niet moet lezen… tenzij je het echt wilt.
Beste Lezer,
Heb je ooit je ogen over een tekst laten glijden, je best gedaan om te begrijpen, maar stiekem het gevoel gehad dat de woorden een eigen leven leidden? Nou, welkom in mijn wereld! Als je denkt dat lezen makkelijk is, denk dan nog maar eens goed na. Want, ik moet je vertellen, het is niet de tekst die moeilijk is, het is jij – althans, volgens de wereld van dyslexie, waar ik mijn toevlucht in heb gevonden.
In mijn nieuwste artikel (dat je natuurlijk absoluut niet wilt missen), bespreek ik het fenomeen van leesblindheid en hoe ik mijn “aangeboren domheid” inmiddels beschouw als een briljante verrijking van mijn leven. Want wie heeft er nu geen plezier in het lezen van een tekst die je ergens anders naartoe leidt dan waar je dacht dat je heen wilde? Hoe dan ook, ik geef een frisse blik op dyslexie, cultuur, en het rare fenomeen van conformiteit in onze maatschappij. Het heeft alles: verwondering, verbazing, en een heel klein beetje cynisme.
Dus, als je geïnteresseerd bent in het ontdekken hoe dyslexie kan leiden tot filosofische inzichten en cultuurkritiek (ja, echt waar!), dan is dit je kans. De tekst is geschreven met de subtiele ironie van iemand die te veel leest en te weinig zegt, maar oh, zo blij is met elke letter die wel goed gelezen wordt.
En voor de liefhebbers van een beetje maatschappijkritiek: dit artikel biedt een verfrissende kijk op hoe afwijkingen niet als problemen, maar als potentiële innovaties kunnen worden gezien. Je zult zeker glimlachen, of je nu dyslectisch bent of niet (en zelfs als je dat niet bent, is de humor universeel).
Dus, neem even de tijd om het te lezen. Of niet. Zoals je wilt. Maar geloof me, je zult het misschien wel grappig vinden. Of misschien niet. Wie weet.
Klik hier voor het artikel – als je durft!
Met een ironische glimlach,
Peter Koopman
P.S. Mocht je je afvragen of het wel de moeite waard is om te lezen, de kans is groot dat je het toch wel gaat doen. Want lezen is natuurlijk altijd de oplossing, of misschien ook niet.
14 jan. 2025 Tel.: 06 8135 8861
Leesblindheid: Een Verrijking Of Beperking?
Al sinds mijn jeugd ben ik gefascineerd door taal. De mogelijkheid om klanken betekenis te geven, van tekens begrippen te maken en gedachten over te brengen is voor mij een wonder. De manier waarop anderen, door middel van gesproken of geschreven tekst, uiting geven aan hun gevoelens, beschouw ik als ware kunst.
Met enige terughoudendheid zou ik kunnen stellen dat ik gemiddeld genomen te weinig lees dan goed voor me is en te veel om er echt iets verstandigs over te kunnen zeggen. Het gaat immers niet om de boeken die ik heb gelezen, maar om de muren vol boeken die ik niet heb gelezen. Bovendien is het bereik van wat ik lees bijzonder beperkt. Ik richt mij met name op de menskunde, gedragswetenschappen, altijd met de vraag: Waarom doe ik dit? En te vaak in retrospectief!
Toch gaat lezen, ondanks mijn fascinatie, niet gemakkelijk. Vaak lees ik in zinnen iets wat daar helemaal niet staat. Leesblindheid is de diagnose. Vroeger werd mij simpelweg te kennen gegeven dat ik dom was, maar nu hebben ze er een woord voor bedacht: dyslexie. Met deze aandoening mag je vooralsnog niet parkeren op een gehandicaptenplek.
Piet Vroon (Tussenlingen, 1978) maakt een onderscheid tussen twee vormen van dyslexie:
- Perifere dyslexie: Deze vorm heeft te maken met problemen in de visuele herkenning van letters en woorden. Mensen met perifere dyslexie hebben moeite met het zien en onderscheiden van letters, waardoor ze problemen ondervinden bij het lezen van woorden. Het probleem ligt hier in de verwerking van visuele informatie.
- Centrale dyslexie: Dit type dyslexie betreft de verwerking van taal in de hersenen. Hoewel letters en woorden visueel goed herkend kunnen worden, ontstaan er problemen bij het begrijpen, onthouden en omzetten van deze visuele input naar betekenisvolle taal.
Vroon’s onderscheid benadrukt dat dyslexie niet één uniforme stoornis is, maar dat het verschillende oorzaken en manifestaties kent, afhankelijk van welk deel van het leesproces verstoord is.
Zelf zie ik deze “aangeboren domheid” niet langer als een beperking, maar als een verrijking. Een deviatie in de soort. De bedrading in mijn hoofd lijkt net iets anders te zijn, wat mijn blik op de wereld meer één van verwondering maakt dan van vanzelfsprekendheid. Soms zie ik of zoek ik andere manieren om dingen passend voor mij te maken, en dat is soms verrassend effectief.
Het individu versus de maatschappij
De vanzelfsprekendheid waarmee afwijkingen worden gecorrigeerd en in een normatieve mal worden gedrukt, is tekenend voor onze cultuur. Statistisch normaal betekent immers niets meer dan dat iets vaker voorkomt dan 51% (Buytendijk). Onderwijs is vaak gereduceerd tot het vullen van holle vaten, terwijl kinderen met een aangeboren bewegingsdrang en nieuwsgierigheid in banken worden gezet en gedwongen stil te zitten en hun mond te houden, zodat ze kunnen luisteren naar saaie verhalen (Illich, Taleb).
Het organisme streeft naar overleven en zoekt daarbij de weg van de minste weerstand – zoals water altijd naar het laagste punt stroomt. Inclusie lijkt een nobel streven, maar in werkelijkheid is het vaak een overlevingsstrategie die door machtige instituties wordt opgelegd. Uniformiteit is efficiënt en productief, maar elke afwijking wordt meteen economisch gemonetariseerd. Zodra je BMI boven de norm uitkomt, krijg je een afvaltraject aangeboden om er weer bij te horen.
Zo ontstaat een maatschappij waarin afwijkingen niet worden gevierd als bron van innovatie, maar als problemen die opgelost moeten worden. Het probleem is echter niet de afwijking, maar de dwang tot conformiteit. Dyslexie is tegenwoordig geen persoonlijk obstakel meer, maar een nieuwe markt voor therapieën, begeleiding en hulpmiddelen.
Cultuur speelt hierin een knedende rol. Zij vormt het individu door een constante stroom van verwachtingen, normen en gedragingen op te leggen. Wie niet in de mal past, wordt gezien als afwijkend, terwijl afwijkingen juist de motor van verandering kunnen zijn. Cultuur creëert een systeem waarin afwijking zowel nodig is als onderdrukt wordt. Wat vandaag een probleem is, wordt morgen een verdienmodel. Denk bijvoorbeeld aan obesitas, angststoornissen of concentratieproblemen: er is altijd wel een traject, een pil of een cursus om je aan te passen aan de norm. Dit mechanisme maakt duidelijk dat cultuur niet alleen vormt, maar ook verstikt. Het individu is geen autonoom wezen, maar een product van de krachten die het proberen te kneden naar een statistisch gemiddelde.
Slot
En zo, beste lezer, hebben we de wonderen van dyslexie verkend. Een aandoening die ooit werd gezien als een persoonlijke beperking, maar die nu een rijke bron van filosofische overpeinzingen is. Want waarom zou je gewoon kunnen lezen als je ook kunt worstelen met elke letter die je tegenkomt? De maatschappij heeft haar oplossingen: boeken, therapieën, hulpmiddelen… alles voor de schappelijke prijs van je zelfbeeld en je geld. Maar laten we eerlijk zijn, wie heeft er niet een paar extra markten in zijn leven nodig?
Het is bijna ironisch dat in een wereld waarin afwijkingen onmiddellijk als problemen worden bestempeld, de echte vraag misschien wel is: wie bepaalt wat ‘normaal’ is? Ik stel voor dat we allemaal een beetje minder moeten lezen – misschien vinden we dan pas echt wat we zoeken: vrijheid van denken en van lezen.
Dus, als je na het lezen van dit essay denkt dat er iets verkeerd is met de wereld, geen paniek: dat is precies het punt. Maar wees gerust, de oplossingen komen snel – tegen betaling, uiteraard. Je hebt alleen een beetje geduld nodig en misschien een pilletje om de realiteit iets draaglijker te maken.
Tot de volgende keer, als ik weer de moed hebt gevonden om me in een ander “probleem” te verdiepen.
Literatuurlijst
- Buytendijk, F.J.J. (1964). Algemene Theorie Der Menselijke Houding En Beweging. Utrecht/Antwerpen: Uitgeverij Het Spectrum.
- Illich, I. (1971). Deschooling Society.
- Taleb, N. N. (2012). Antifragile: Things That Gain from Disorder.
- Vroon, P. (1978). Tussenlingen. Amsterdam: Uitgeverij Arbeiderspers.
Lees de volgende tekst. Zolang de eerste en de laatste letter van het woord hetzelfde blijft, maakt het niet zoveel uit in welke volgorde de overige letter staan. Ons brein is zo geprogrammeerd dat we woorden lezen in plaats van letters.