Is het nemen van een kind wel zo natuurlijk? – Een uitnodiging tot het absurde
Beste Kindervriend,
Waarom neemt de moderne mens nog kinderen? Een vraag die misschien niet helemaal geschikt is voor het kerstdiner met de familie, maar wel eentje die je aan het denken zet. In een wereld waarin de gemiddelde levensverwachting stijgt en economische afhankelijkheid van nageslacht een concept uit vervlogen tijden lijkt, blijft voortplanting toch hardnekkig populair. Waarom? Omdat we, ironisch genoeg, nog steeds hopen dat een nieuw mensje ons leven zin gaat geven. Tragisch? Misschien. Fascinerend? Zeker.
Met subtiele ironie en een vleugje cynisme neem ik je in mijn nieuwste essay mee op een tocht langs lust, ego, en de zoektocht naar betekenis. Verwacht geen zoetsappige verhalen over de wonderen van het ouderschap, maar een kritische blik op de paradoxale aard van ons bestaan: we verlangen naar vrijheid, maar leggen onszelf vrijwillig een nieuwe last op in de vorm van kinderen. Zijn kinderen een zegen, of een excuus om onze nutteloosheid te verbloemen?
Benieuwd hoe voortplanting van evolutionaire noodzaak tot psychologische farce verworden is? Wil je weten waarom we ons net zo makkelijk emotioneel kunnen binden aan een hond of een babyrobot? Lees dan het volledige essay: “Is het nemen van een kind wel natuurlijk? – Het zinloze wezen en zijn tragikomische zoektocht naar betekenis.”
Scrol dan door om het essay te lezen. Maar wees gewaarschuwd: je zult wellicht met nieuwe ogen naar je gezin (of je kinderloze vrijheid) kijken.
Hartelijke groet,
Peter Koopman (grootvader)
P.S. Mocht je het essay na het lezen toch iets te scherp vinden, troost je dan met de gedachte dat mijn vrouw en kinderen het gelukkig niet te lezen krijgen. 😉
Is het nemen van een kind wel natuurlijk?
Het zinloze wezen en zijn tragikomische zoektocht naar betekenis
Inleiding: De illusie van betekenis
Wat bezielt mensen om kinderen te nemen? In een wereld waarin de overlevingskansen torenhoog zijn en de afhankelijkheid van nageslacht minimaal, lijkt voortplanting een achterhaald instinct, een overblijfsel uit een tijd waarin de dood achter elke struik schuilging. Toch blijft de moderne mens zich voortplanten, alsof er een biologisch bevel klinkt dat gehoorzaamd moet worden. Maar wat als dit bevel slechts een echo is van een voorbij verleden en voortplanting niet langer ‘natuurlijk’ is in de context van hedendaagse welvaartsmaatschappijen? Wat als de drijfveer niet ligt in voortplanting zelf, maar in de tragikomische behoefte van het individu om betekenis te geven aan zijn bestaan?
De vraag dringt zich op: is het nemen van een kind werkelijk in het belang van de ouders, of slechts een vorm van zelfbedrog, verpakt in een mantel van romantische illusies? En als het nemen van kinderen een achterhaald instinct is, waarom blijven mensen dan zo hardnekkig vasthouden aan dit patroon? In dit essay verkennen we de paradox van het menselijk bestaan, waarin lust, betekenis, en zelfbedrog zich verenigen in de illusie van het ouderschap.
Lust als drijfveer: voortplanting als epifenomeen
De menselijke drift tot voortplanting wordt vaak als fundamenteel beschouwd, maar wat als voortplanting slechts een epifenomeen is van een dieperliggende drift: de seksuele impuls? Freud sprak al over de libido als primaire levensdrift, maar moderne neurowetenschap heeft dit inzicht verfijnd. De nucleus accumbens, het beloningscentrum van de hersenen, reageert sterk op seksuele prikkels, wat suggereert dat het organisme primair wordt aangestuurd door de beloning van lust en niet door een bewuste wens om zich voort te planten.
In dit licht bekeken is voortplanting een bijproduct van seksuele activiteit, niet het doel ervan. Zoals ook de evolutionair psycholoog Geoffrey Miller stelt: “Menselijke seksualiteit draait om meer dan voortplanting; het is een complex sociaal ritueel, een manier om status en verbondenheid uit te drukken.” Voortplanting is dus niet de kern, maar een bijkomstigheid van een complex spel dat draait om lust, status, en binding.
De adoptie van zorg: superioriteit en het ego
Als voortplanting niet noodzakelijk het doel is, waarom voelen mensen zich dan emotioneel gebonden aan adoptiekinderen, honden of zelfs robots die hulpeloosheid simuleren? Dit fenomeen wijst erop dat het niet om de voortplanting zelf gaat, maar om het gevoel van betekenis dat voortkomt uit zorg. De mens wil niet alleen overleven, hij wil nodig zijn.
Volgens onderzoekers als Sherry Turkle (“Alone Together”) en John Bowlby (“Attachment Theory”) is de menselijke behoefte aan zorg diepgeworteld in het verlangen naar verbinding en erkenning. Maar deze binding is ook een subtiele vorm van machtsuitoefening. Door te zorgen voor een hulpeloos wezen, creëert het individu een situatie waarin hij zich superieur voelt: hij is de redder, de onmisbare schakel in het voortbestaan van het ander. Dit gevoel van superioriteit voedt het ego en geeft het leven een schijn van betekenis.
Hieruit volgt een prikkelende gedachte: mensen nemen geen kinderen omdat ze een evolutionair doel willen dienen, maar omdat ze een psychologisch doel willen vervullen. Kinderen, honden, en zelfs baby-robots bieden hen de mogelijkheid om zich noodzakelijk te voelen in een wereld waarin hun daadwerkelijke nut steeds verder afneemt.
Kinderen als last: de paradox van zorg
In moderne welvaartsmaatschappijen zijn kinderen geen economische noodzaak meer, maar een emotionele luxe. Ze vergroten niet de overlevingskansen van de ouders, maar vormen juist een last: financieel, emotioneel en mentaal. Toch blijft de romantische illusie van het ouderschap bestaan, versterkt door maatschappelijke druk en culturele tradities.
Historisch gezien was het krijgen van kinderen een overlevingsstrategie. In agrarische samenlevingen waren kinderen nodig als arbeidskrachten en als verzekering voor de oude dag. Maar in een wereld waarin sociale voorzieningen en technologie de afhankelijkheid van nageslacht hebben verminderd, wordt de noodzaak van kinderen irrelevant. Wat overblijft, is de emotionele drijfveer: het gevoel van betekenis dat ouderschap biedt.
Toch draagt dit gevoel een paradox in zich. Aan de ene kant biedt zorg een vorm van psychologisch comfort en betekenis, aan de andere kant beperkt het de vrijheid van het individu. Kinderen eisen tijd, aandacht, en middelen, zonder dat daar een objectief meetbare winst tegenover staat. Ouderschap wordt zo zowel een bron van vreugde als een bron van last, een tragikomische onderneming waarin het individu vrijwillig zijn vrijheid inlevert in ruil voor een illusie van betekenis.
De dekmantel van romantiek: een stuiver van onnozelheid
Onder het dunne laagje van romantiek waarmee ouderschap vaak wordt omhuld, schuilt de harde realiteit: de mens zoekt naar binding niet omdat hij altruïstisch is, maar omdat hij zijn eigen leegte wil vullen. Ouderschap wordt verheerlijkt als de hoogste vorm van liefde, maar is in wezen een subtiele vorm van ego-versterking. De mens projecteert betekenis op zijn nageslacht, zodat hij zichzelf kan wijsmaken dat zijn leven er toe doet.
Deze dekmantel van romantiek is essentieel om het bestaan draaglijk te maken. Zonder deze illusie zou de mens geconfronteerd worden met de angst voor nutteloosheid, het gevoel “voor niets” geleefd te hebben. Zoals Nietzsche al opmerkte: “De mens is het dier dat betekenis wil geven aan zijn bestaan, zelfs als die betekenis een leugen is.”
Conclusie: Is het nemen van kinderen natuurlijk?
Terugkerend naar de oorspronkelijke vraag: is het nemen van kinderen wel natuurlijk? Vanuit biologisch perspectief zou het antwoord ja kunnen zijn, maar alleen wanneer men dit bekijkt vanuit de oorspronkelijke context van schaarste en overlevingsnoodzaak. In de moderne context van welvaart en overvloed is het nemen van kinderen echter eerder een sociaal-cultureel fenomeen dan een biologisch noodzakelijke handeling.
De mens is geen wezen dat leeft om te reproduceren; hij is een wezen dat leeft om betekenis te zoeken in een wereld zonder inherente betekenis. Kinderen zijn niet langer een middel tot overleving, maar een middel tot zingeving. Wat ooit een evolutionaire noodzaak was, is nu een psychologisch spel geworden waarin het ego de hoofdrol speelt.
En zo blijft de mens, het zinloze wezen, zich vastklampen aan romantische illusies om te ontsnappen aan de angst voor nutteloosheid. Kinderen zijn geen garantie voor geluk, laat staan voor voortbestaan. Ze zijn, in de tragikomische zoektocht naar betekenis, slechts een nieuwe rol in het theater van het menselijk bestaan.
Literatuurlijst:
Dennett, D. C. (1991). Consciousness Explained.
Nietzsche, F. (1887). Zur Genealogie der Moral.
Freud, S. (1920). Jenseits des Lustprinzips.
Miller, G. (2000). The Mating Mind: How Sexual Choice Shaped the Evolution of Human Nature.
Turkle, S. (2011). Alone Together: Why We Expect More from Technology and Less from Each Other.
Bowlby, J. (1969). Attachment and Loss.
Baumeister, R. F. (1991). Meanings of Life.