Waarom kiezen voor de comfortabele leugen? Ontdek het hier!
Beste Vrienden,
Heb je ooit gemerkt hoe heerlijk het is om weg te zakken in de comfortabele zetel van een halve waarheid, terwijl de harde rotsen van de waarheid onopgemerkt onder je voorbijschuiven? Geen zorgen, je bent niet alleen. Sterker nog, je bent mens. En daarover valt nogal wat te zeggen.
In mijn nieuwste essay, De Comfortabele Zetel van de Leugen, neem ik je mee op een ironische reis langs de kronkels van ons brein, waar Freud, Nietzsche en zelfs Orwell hun scherpe observaties over ons gevecht met de waarheid achterlaten. Waarom verzinnen we excuses die niemand gelooft, behalve wijzelf? Waarom klinkt onzin vaak zo veel beter dan de rauwe werkelijkheid? Het antwoord is zowel onthutsend als hilarisch.
Dus, als je benieuwd bent naar:
- Waarom we liever liegen tegen onszelf dan de spiegel van de waarheid te zien.
- Hoe je brein continu verhalen verzint die klinken als muziek, maar eigenlijk kakofonie zijn.
- Of je taart at omdat je lichaam suiker nodig had of simpelweg ‘omdat het zonde was om het weg te gooien’.
Scrol dan door en duik in de paradox die wij, mensen, noemen.
Maak je geen zorgen – het lezen van dit essay vereist geen harde rotsen, slechts een comfortabele stoel en een open geest. Al mag je ook best een beetje ongemakkelijk lachen om jezelf. Dat doe ik tenslotte ook.
Met ironische groet,
Peter Koopman
De Comfortabele Zetel van de Leugen
De mens, dat opmerkelijke wezen dat zich op de top van de evolutionaire ladder waant, heeft een eigenaardige voorkeur: hij rust liever in de comfortabele zetel van de leugen dan op de harde rotsen van de waarheid. Dit is geen beschuldiging, maar een observatie, een waarheid die door de geschiedenis heen door filosofen, psychologen en schrijvers is blootgelegd. De vraag is niet of de mens liegt – dat doet hij – maar waarom hij dat doet. Wat drijft ons naar illusies, troostende onwaarheden en cultureel verankerde rationalisaties?
Een kosmos van leugens
Friedrich Nietzsche, de onverbiddelijke criticus van menselijke zelfgenoegzaamheid, zag de waarheid als iets ondragelijks. In De vrolijke wetenschap schrijft hij: “Wat is waarheid? Een beweeglijk leger van metaforen, metonymieën en antropomorfismen… de mens laat zich troosten door deze illusies alsof ze de werkelijkheid zijn.” Volgens Nietzsche bouwen we onze werelden – religie, moraal, cultuur – op fundamenten van illusies. Maar deze illusies zijn noodzakelijk: ze houden ons overeind in een bestaan dat anders ondraaglijk zou zijn.
Blaise Pascal, een meester in het blootleggen van menselijke zwakheden, vult dit aan in zijn Pensées. Hij stelt dat de mens zichzelf voortdurend afleidt om niet geconfronteerd te worden met zijn sterfelijkheid en nietigheid. “De mens wil niet zien wat hij werkelijk is. Hij vlucht, zoekt verstrooiing, en vult zijn leven met illusies die zijn angsten sussen.” De waarheid is voor de mens een hinderpaal, een obstakel dat slechts kan worden vermeden door zich te verliezen in verhalen – vaak door zichzelf gecreëerd.
De psychologie van de leugen
Sigmund Freud, nooit verlegen om de menselijke psyche te fileren, beschouwde leugens en illusies als psychologische noodzaak. In The Future of an Illusion schrijft hij dat religie en andere culturele constructies dienen als mentale pleisters. Ze beschermen ons tegen de harde realiteit van een wreed universum dat geen rekening houdt met onze verlangens. Voor Freud zijn leugens geen zwaktebod, maar een onmisbaar schild tegen existentiële wanhoop. Zonder deze pleisters zou de waarheid ons verpletteren.
Maar wellicht was George Orwell het scherpst in zijn analyse van hoe we onze eigen leugens omarmen. In 1984 introduceert hij het concept van “dubbeldenken“: de capaciteit om tegelijkertijd in twee tegenstrijdige waarheden te geloven. Het is Orwell’s geniale verwoording van wat we allemaal doen: we weten dat de leugen een leugen is, maar we geloven erin omdat het eenvoudiger en veiliger is dan de waarheid. De leugen is een warme deken in een koude, vijandige wereld.
De splitbrain in ons allemaal
Moderne neurowetenschap lijkt deze oude wijsheden te bevestigen. Het splitbrain-syndroom – een fenomeen waarbij de linker- en rechterhersenhelft elkaar niet kunnen ‘zien’ – toont hoe onze hersenen letterlijk verhalen verzinnen om de werkelijkheid coherent te maken. Maar wat als dit syndroom niet alleen een curiositeit is van beschadigde hersenen? Wat als het de standaardmodus is van ons brein? We zijn meesters in het rationaliseren van gedrag dat door onze lichamen wordt geïnitieerd. Waarom at je dat stuk taart? Niet omdat je lichaam suikers nodig had, maar ‘omdat je het verdiende’ of ‘omdat het zonde zou zijn om het weg te gooien’. Onzin? Zeker. Maar wel logisch klinkende onzin.
De paradox van de mens
En hier komen we terug bij de spreuk die ons zoveel zegt: “De mens rust liever in de comfortabele zetel van de leugen dan op de harde rotsen van de waarheid.” Is dit zwakte? Misschien. Is het overlevingsdrang? Absoluut. De mens is een paradoxaal wezen, gevangen tussen de drang naar waarheid en de angst ervoor. Zoals Nietzsche het stelde: “De waarheid is koud, scherp en meedogenloos. Maar de leugen is warm, zacht en troostend.”
De mens, lui en dom als hij is, praat zichzelf wijsheid aan terwijl hij kletst om de stilte te verdrijven. Niet om de waarheid te vinden, maar om zichzelf te beschermen tegen de harde realiteit van het bestaan. En misschien, heel misschien, is dat precies wat ons tot mens maakt.