We denken dus we bestaan… toch?
Beste Lezer,
Gefeliciteerd! Je hebt zojuist besloten een artikel te lezen dat je bewustzijn eens flink onder de loep neemt. Een gewaagde keuze, want terwijl je denkt dat je zelf hebt besloten om dit te openen, was het waarschijnlijk een onbewuste prikkel die je hier bracht. Dat is al les één: jij denkt dat je denkt, maar jouw brein had dit allang voor je geregeld.
In het artikel, getiteld “Het Bewustzijn: De Parasiet in onze Machine”, neem ik je mee in de wondere wereld van je hersenen – die briljante, maar ook behoorlijk eigenwijze dirigent van jouw dagelijks leven. Van ademhaling tot Descartes, van cyclische sommen tot cognitieve illusies: niets blijft gespaard in deze kritische beschouwing.
Je leest waarom je denkt dat 1 = 5 logisch klinkt (hint: het is niet wat je denkt), waarom Plato en Descartes je onbewust hebben gehersenspoeld, en hoe je hersenen voortdurend energie besparen door shortcuts te nemen. Spoiler alert: dat bespaarde energieverbruik komt helaas niet in de vorm van een lagere energierekening.
Het doel van dit artikel? Je een spiegel voorhouden, je laten glimlachen en je misschien zelfs een tikkeltje ongemakkelijk maken. Want uiteindelijk is het de vraag: wat is dat “ik” dat denkt? En als dat bewustzijn zo slim is, waarom blijft het dan zulke domme fouten maken?
Dus, mijn beste lezer: zet je ratio aan de kant (je hersenen doen dat toch wel voor je) en duik in het artikel. Het enige risico? Je zou zomaar een illusie armer kunnen zijn.
Met ironische groet,
Peter Koopmasn
Auteur en fulltime criticus van het menselijk bewustzijn
P.S. Mocht je na het lezen twijfelen of je überhaupt bewust hebt gekozen om te lezen, wees gerust. Dat doet ons allemaal.
Het Bewustzijn: De Parasiet in onze Machine
“Het lichaam is een veel wijzer instrument dan de geest.” – (Nietzsche)
Ademhalen: De ultieme automatisering
Vanaf het moment dat onze longen zich voor het eerst vullen en we ons eerste kreetje uitslaan, functioneert ons lichaam als een onbewuste maestro een goed geoliede machine. Zuurstof wordt uit de lucht gefilterd, vervoerd via het bloed en afgeleverd aan organen en spieren. Dit alles gebeurt zonder tussenkomst van ons glorieuze bewustzijn. Sterker nog, als we ons met ademhalen zouden bemoeien, zouden we waarschijnlijk snel het loodje leggen. De regulatie van dit proces wordt verzorgd door ons autonome zenuwstelsel, dat functioneert als een toegewijde maar ondergewaardeerde ambtenaar. Zoals McLean (1990) stelde, zijn deze systemen evolutionair verankerd in ons “reptielenbrein” – een regio die niet om een opiniestuk vraagt, maar gewoon doet wat nodig is.
Het autonome zenuwstelsel reguleert de ademhaling via een verfijnd samenspel tussen de medulla oblongata en de pons in de hersenstam. Dit systeem monitort constant de chemische samenstelling van ons bloed, waarbij het CO₂-gehalte als primaire prikkel dient om de ademfrequentie te verhogen of te verlagen. (Smith et al., 2013)
Wanneer we in rust zijn, detecteren chemoreceptoren in de aorta subtiele veranderingen in zuurstof en CO₂, en sturen signalen naar de hersenstam. Tijdens inspanning nemen proprioceptieve signalen uit spieren en gewrichten de controle over, wat leidt tot een automatische versnelling van de ademhaling – een proces dat volledig buiten ons bewustzijn om gaat. Het zogenaamde Valsalva-fenomeen (het sluiten van de luchtwegen tijdens zware inspanning) toont aan dat het lichaam prioriteit geeft aan functionele stabiliteit, zelfs als het ego ons doet geloven dat wij “bewust” kracht zetten. (Guyenet & Bayliss, 2015)
Ondanks deze onfeilbare efficiëntie bemoeit ons bewustzijn zich maar al te graag. We kunnen bijvoorbeeld besluiten onze ademhaling te manipuleren met technieken zoals pranayama of box breathing. Dit heeft een oppervlakkig kalmerend effect, maar kan nooit de meesterlijke precisie van ons autonome systeem evenaren. En wanneer er paniek uitbreekt – denk aan verdrinking of een overijverige personal trainer die roept dat je nog een set moet doen – neemt dit systeem het heft in handen. Het ego mag denken dat het een heldhaftige inspanning levert, maar in werkelijkheid zorgt ons autonome systeem ervoor dat we blijven leven. Zoals Schopenhauer al opmerkte: “De wil tot leven is de kern van ons bestaan.” Het bewustzijn: een amateur in het rijk van professionals.
Het Bewustzijn: Een Dictator zonder Land
Zo’n 100.000 jaar geleden, in een evolutionair moment van twijfelachtige vooruitgang, ontwikkelden we bewustzijn. Bewustzijn lijkt een groots evolutionair succesverhaal, maar in werkelijkheid is het een parasitaire entiteit die denkt dat ze de baas is. Een parasitaire toevoeging aan een perfect functionerend organisme. Bewustzijn creëert een ego, een pedante en ijdele manager, die denkt dat het lichaam haar eigendom is. Dit ego wil controle uitoefenen, terwijl het meestal gewoon orders uitdeelt die indruisen tegen ons biologische design. Evolutionair psycholoog Michael Gazzaniga (2011) stelde dat het bewustzijn eerder een “verteller” is dan een bestuurder. Ons ego interpreteert en rationaliseert beslissingen die al lang door ons onbewuste brein zijn genomen. Dit verklaart waarom je plotseling honger hebt, een pizza bestelt en achteraf “besluit” dat je dat verdiend had na een zware dag.
Neurologisch gezien is het bewustzijn sterk gecorreleerd met de prefrontale cortex, met name het default mode network (DMN). Dit netwerk is actief wanneer we dagdromen, plannen, of onszelf projecteren in fictieve situaties. Helaas zorgt deze “mentale ruis” ervoor dat we vaker verdwalen in irrelevante gedachten dan dat we nuttige beslissingen nemen. (Raichle, 2015)
Het ego wil ons laten geloven dat het controle heeft, maar in werkelijkheid functioneert het zoals een social media influencer: altijd bezig met oppervlakkige trends, zoals status en identiteit, terwijl de daadwerkelijke beslissingen worden genomen door oude, betrouwbare systemen zoals het limbische brein.
Een fascinerend voorbeeld van de limieten van bewust denken is het beroemde raadsel:
1 = 5, 2 = 10, 3 = 20, 4 = 40, 5 = ?
Dit type puzzel activeert ons System 1-denken, wat leidt tot een razendsnelle maar vaak foutieve conclusie. Omdat de reeks simpelweg lijkt op een vermenigvuldiging met een verdubbeling, is het verleidelijk om zonder nadenken “80” te antwoorden. Maar als de reeks bewust wordt gevolgd – en dit is de truc – blijkt de uitkomst “1” te zijn, omdat het patroon eigenlijk cyclisch is en de eerste waarde herhaalt. Hier toont ons brein zijn voorliefde voor cognitieve shortcuts, een overblijfsel van evolutionaire efficiëntie, ten koste van exacte analyse. Het kost energie om het patroon echt te controleren, dus kiezen we meestal voor de makkelijke weg. Dit laat zien dat het bewuste denken vaak minder betrouwbaar is dan ons ego ons doet geloven.
Het resultaat? Dit ego conformeert zich aan culturele normen, in plaats van aan de natuurlijke principes die miljoenen jaren evolutie ons hebben gebracht. Het frontale brein (de mediale prefrontale cortex) probeert de boel nog enigszins te managen, maar faalt vaak spectaculair. Het gevolg: wij zijn gevangen in een bewustzijn dat prioriteit geeft aan onzinnige zaken, zoals “wat anderen denken.”
Bewustzijn en Onze Behoefte aan Rangorde
De prefrontale cortex speelt ook een sleutelrol in onze hardnekkige behoefte om alles te rangschikken. Van wie hou je het meest? Wat is je favoriete maaltijd? Ons brein kan slecht omgaan met ambiguïteit en dwingt ons keuzes te maken, zelfs als die irrationeel zijn. Dit lineaire denken is een overblijfsel van evolutionaire overlevingstactieken, waarbij snelheid en duidelijkheid belangrijker waren dan nuance. (Marcus, 2008)
Een voorbeeld hiervan is onze obsessie met hiërarchieën: sociaal, economisch of emotioneel. Deze voorkeur komt voort uit het dopamine-systeem, dat beloningen en status koppelt aan succes. Dopamine, de “molecuul van meer” (Lieberman & Long, 2018), maakt ons afhankelijk van progressie en vergelijking, zelfs als dat ons ongelukkig maakt.
De Adoratie van de Ratio: Schuld van Descartes?
Het idee dat de ratio de absolute meester is van onze realiteit vindt zijn wortels bij filosofen zoals Plato en Descartes. Plato gaf ons zijn beroemde allegorie van de grot, waarin hij het verstand afbeeldde als het enige middel om de illusies van onze zintuigen te overstijgen en de “echte” wereld van ideeën te begrijpen. Dit idee werd later opnieuw vormgegeven door Descartes in zijn radicale rationalisme, samengevat in zijn credo: Cogito, ergo sum – “Ik denk, dus ik ben.”
Maar wat Descartes en Plato achterwege lieten, is dat denken – het paradepaardje van de ratio – afhankelijk is van en gevormd wordt door onze biologische en emotionele fundamenten. Neurologisch gezien is de scheiding tussen ratio en emotie een mythe. Onderzoek toont aan dat beslissingen zonder input van het limbisch systeem (emotiecentrum) niet mogelijk zijn. Patiënten met beschadigingen in de ventromediale prefrontale cortex, een gebied waar emotie en ratio samenkomen, kunnen feiten analyseren maar zijn niet in staat keuzes te maken. (Damasio, 1994)
De overwaardering van de ratio heeft ons geleid tot indrukwekkende wetenschappelijke en technologische vooruitgang, maar tegelijkertijd tot vervreemding van onze intuïtie en instincten. Zoals Nietzsche al zei: “De mens is meer dan alleen een rationeel wezen; hij is een droomer, een gelover, en een dier.” Het rationele denken is een hulpmiddel, geen doel op zich. Door de ratio te verheffen tot een goddelijke status, zoals Descartes suggereerde, hebben we een illusie geschapen die ons verder afleidt van de kern van ons wezen.
De Neurofysiologie van Simpliciteit
Ons brein is ontworpen om energie te besparen, wat logisch is vanuit een evolutionair perspectief: hoe minder energie we verspillen, hoe meer we overhouden voor overleven en voortplanting. Deze energie-economie wordt gereguleerd door een balans tussen twee hersenprocessen: fast thinking (System 1) en slow thinking (System 2), zoals beschreven door Kahneman (2011).
- System 1: Dit deel van ons denken is snel, intuïtief, en gebaseerd op eerder aangeleerde patronen. Het gebruikt nauwelijks energie, maar is berucht om zijn fouten, zoals het zien van verbanden waar die er niet zijn.
- System 2: Dit is het langzame, bewuste en analytische denken. Het is energie-intensief en daarom vermijden we het zoveel mogelijk. Zelfs wiskundige puzzels zoals het eerdergenoemde “1=5, 2=10…” laten we vaak door System 1 oplossen, wat leidt tot hilarisch foute conclusies.
Deze simplificaties zijn neurologisch geworteld in het hersennetwerk van de anterior cingulate cortex (ACC) en de basale ganglia. Deze structuren selecteren en automatiseren gedragspatronen, wat ons helpt om complexe handelingen zoals lopen en spreken routinematig uit te voeren. Maar als er iets misgaat, zoals bij een cognitieve fout of een onverwachte situatie, wordt er een alarm afgegeven aan de prefrontale cortex om in te grijpen. Dit alarmsysteem is echter beperkt: het reageert vaak te laat of niet adequaat.
Diepere Ironie: Het Ego als Ballast
De diepste ironie van het bewustzijn is dat het zichzelf ziet als het toppunt van menselijke evolutie, terwijl het ons vaak juist belemmert. Onze hersenen hebben evolutionair gezien niet alleen onze fysieke beperkingen overwonnen, maar proberen nu ook onze mentale beperkingen te compenseren. Denk aan de opkomst van kunstmatige intelligentie, waarmee we zelfs het denken outsourcen.
Dit roept fundamentele vragen op: als we het lichaam al eeuwenlang hebben geautomatiseerd (gereedschap, machines) en nu hetzelfde doen met ons brein, wat blijft er dan over van het “mens-zijn”? Misschien is het bewustzijn niet het hoogtepunt van onze ontwikkeling, maar eerder een tussenfase – een evolutie die nog niet klaar is.
De adoratie van de ratio heeft ons geholpen om buiten onze beperkingen te treden, maar de vraag blijft of deze weg ons dichter bij ons mens-zijn brengt, of juist verder verwijdert.
Conclusie: Laat de Parasiet los
Bewustzijn mag dan evolutionair gezien nuttig lijken, maar het is een dictator die een machine bestuurt waarvan het de handleiding niet begrijpt. Ons denken is niets meer dan een poging tot energiezuinigheid, vaak ten koste van de werkelijkheid. En terwijl het ego zich verliest in onbelangrijke bijzaken, is het ons autonome systeem dat ons leven redt. Het is een veelgeprezen dictator, maar het beste wat we kunnen doen is ons realiseren dat het een illusie is. Het autonome brein doet al het werk, en het ego neemt de eer. Door meer te vertrouwen op onze onbewuste systemen – zoals ademhaling, intuïtie en instinct – en minder te focussen op de oppervlakkigheden van het ego, kunnen we misschien een stap dichter bij innerlijke rust komen.
Misschien is het tijd om minder te vertrouwen op ons bewustzijn en meer op de wijsheid van ons lichaam. Laten we onze ademhaling een compliment geven en het bewustzijn een spiegel voorhouden – dat is tenminste iets waar het goed in is. Dus, adem diep in, laat het ego varen, en geef de regie terug aan het lichaam. Zoals de stoïcijnen al wisten: “Het belangrijkste is niet wat er gebeurt, maar hoe je erop reageert.” En soms is dat simpelweg door niets te doen.
Referenties
- Gazzaniga, M. S. (2011). Who’s in Charge? Free Will and the Science of the Brain. HarperCollins.
- Guyenet, P. G., & Bayliss, D. A. (2015). Neural control of breathing and CO₂ homeostasis. Neuron, 87(5), 946-961.
- Kahneman, D. (2011). Thinking, Fast and Slow. Farrar, Straus and Giroux.
- Lieberman, D., & Long, M. (2018). The Molecule of More: How a Single Chemical in Your Brain Drives Love, Sex, and Creativity—and Will Determine the Fate of the Human Race. BenBella Books.
- Marcus, G. (2008). Kluge: The Haphazard Construction of the Human Mind. Houghton Mifflin Harcourt.
- Raichle, M. E. (2015). The brain’s default mode network. Annual Review of Neuroscience, 38, 433-447.
- Smith, J. C., Abdala, A. P. L., Borgmann, A., Rybak, I. A., & Paton, J. F. R. (2013). Brainstem respiratory networks: Building blocks and microcircuits. Trends in Neurosciences, 36(3), 152-162.